Hoofdstuk 24 – CGM-waarschuwingen instellen
steeds lager is dan de waarde voor
waarschuwing bij lage glucose.
Om de functie Herhalen in te stellen:
10. Tik op Herhalen.
11. Tik op de tijd waarop u wilt dat de
waarschuwing wordt herhaald om
de herhalingstijd te selecteren. Als u
bijvoorbeeld 1 uur selecteert, klinkt
het alarm elk uur zolang uw
sensorglucosewaarde lager is dan
de waarde voor waarschuwing bij
lage glucose.
Gebruik de pijlen omhoog en
omlaag om alle Herhalen-opties
weer te geven.
Nadat een waarde is geselecteerd,
keert de pomp terug naar het vorige
scherm.
12. Tik op
.
24.3 Snelheidswaarschuwingen
Snelheidswaarschuwingen vertellen
u wanneer uw glucosewaarde stijgt
(waarschuwing bij stijging) of daalt
(waarschuwing bij daling) en hoe snel.
U kunt ervoor kiezen om
204
gewaarschuwd te worden wanneer de
sensorglucosewaarde stijgt of daalt met
0.11 mmol/L of meer per minuut of met
0.17 mmol/L of meer per minuut.
De standaardwaarde voor zowel de
waarschuwing bij daling als de
waarschuwing bij stijging is uit.
Wanneer de waarschuwing is
ingeschakeld, is de standaardwaarde
0.17 mmol/L. Raadpleeg uw
zorgverlener voordat u de
waarschuwingen bij stijging en
daling instelt.
Voorbeelden
Als u uw waarschuwing bij daling instelt
op 0.11 mmol/L per minuut en uw
sensorglucosewaarde met deze
snelheid of sneller daalt, wordt de
CGM-WAARSCHUWING BIJ DALING
weergegeven met één pijl omlaag. De
pomp trilt of piept, afhankelijk van het
geselecteerde CGM-volume.
Als u uw waarschuwing bij stijging
instelt op 0.17 mmol/L per minuut en
uw sensorglucosewaarde met deze
snelheid of sneller stijgt, wordt de
CGM-WAARSCHUWING BIJ STIJGING
weergegeven met één pijl omhoog.
De pomp trilt of piept, afhankelijk van
het geselecteerde CGM-volume.