Ruitenwissers en ruitensproeiers
2. Verwijder het ruitenwisserblad.
N.B.: Zorg dat de ruitenwisserarm niet
terugklapt tegen het glas wanneer het
ruitenwisserblad niet is bevestigd.
3. Breng de onderdelen in omgekeerde
volgorde aan.
N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad
goed op zijn plaats komt te zitten.
RUITENSPROEIERS
VOORZORGSMAATREGELEN
RUITENSPROEIER
WAARSCHUWING: Wanneer u de
auto gebruikt bij temperaturen onder
5°C, dient u sproeivloeistof met antivries
te gebruiken. Als u bij koud weer geen
sproeivloeistof gebruikt met
antivriesbescherming, kan dit leiden tot
verminderd zicht door de voorruit en
neemt het risico op verwondingen of een
ongeval toe.
Bedien de sproeiers niet wanneer het
sproeierreservoir leeg is. Dit kan leiden tot
oververhitting van de sproeierpomp.
Houd de buitenkant van de voorruit
schoon. De regensensor is erg gevoelig en
de wissers kunnen in werking treden als
vuil, mist of insecten tegen de voorruit
vliegen.
Ranger (TRB) Vehicles Built From: 03-10-2022, nlNLD, Edition date: 202206, DOM
DE VOORRUITSPROEIER
GEBRUIKEN
E308825
Trek de hendel naar u toe om de
sproeier van de voorruit te
E270967
bedienen.
N.B.: Wanneer dit is ingeschakeld, wordt er
nog een extra wisseractie uitgevoerd kort
nadat de ruitenwissers zijn gestopt, om
eventuele resterende sproeivloeistof te
verwijderen. Zie Extra ruitenwisserslag in-
en uitschakelen (bladzijde 86).
EXTRA RUITENWISSERSLAG IN-
EN UITSCHAKELEN
1.
Open het voertuigmenu op het
aanraakscherm.
2. Druk op INSTELLINGEN.
3. Druk op Voertuig.
4. Druk op Ruitenwissers.
5. Schakel Nawissen in of uit.
86