Problemen met detectie kunnen
optreden:
E71621
A
wanneer u op een andere lijn rijdt
dan uw voorligger.
B
bij voertuigen die zich op uw
rijstrook voegen. Het systeem
kan deze voertuigen alleen
detecteren wanneer ze zich
volledig op uw rijstrook bevinden.
C
Er kunnen problemen zijn met de
detectie van voorliggers in of na
een bocht in de weg.
In dergelijke gevallen remt het systeem
laat of onverwacht.
Ranger (TRB) Vehicles Built From: 03-10-2022, nlNLD, Edition date: 202206, DOM
Adaptieve Cruise Control
276
Wanneer de voorkant van de auto door iets
geraakt wordt of als er schade ontstaat,
kan de zone voor radardetectie worden
gewijzigd. Dit kan ertoe leiden dat
voertuigen niet of bij vergissing worden
gedetecteerd.
Voor optimale systeemprestaties moet de
op de voorruit gemonteerde camera vrij
zicht hebben op de weg.
Optimale prestaties zijn wellicht niet
mogelijk indien:
•
de camera is geblokkeerd.
•
het zicht of de lichtsterkte beperkt is.
•
de weersomstandigheden slecht zijn.
ADAPTIEVE
SNELHEIDSREGELING IN- EN
UITSCHAKELEN
U bedient de snelheidsregeling via het
stuurwiel. Zie Cruise Control (bladzijde
271).
Adaptieve snelheidsregeling
inschakelen
Druk op de knop om het systeem
in te schakelen. Wanneer het
E144529
systeem wordt ingeschakeld, is
de ingestelde snelheid gelijk aan de huidige
rijsnelheid. Als de snelheid te laag is, of
andere omstandigheden niet correct zijn
voor inschakeling van de adaptieve
snelheidsregeling, gaat het systeem in
stand-by.
N.B.: De minimale ingestelde snelheid is 20
km/u.
Het lampje, de huidige instelling voor de
afstand en de ingestelde snelheid
verschijnen op het instrumentenpaneel.