Inhoudsopgave Inleiding Motorstartblokkering Over deze handleiding ........7 Werking..............38 Overzicht van symbolen.........7 Gecodeerde sleutels........38 Onderdelen en accessoires......8 Immobilisatiesysteem inschakelen..38 Immobilisatiesysteem uitschakelen..38 In één oogopslag Alarm In één oogopslag ..........10 Alarm inschakelen.........39 Veiligheidsuitrusting voor Alarm uitschakelen........39 kinderen Stuurwiel Kinderzitjes............18 Plaatsing van kinderzitjes......19 Stuurwiel afstellen.........41 Stoelverhogers ..........21 Audiobediening..........41...
Pagina 4
Inhoudsopgave Gloeilampentabel.........60 Dimmer instrumentenpaneelverlichting..100 Bekerhouders..........100 Ruiten en spiegels Aansteker............101 Elektrisch bedienbare ruiten......62 Extra voedingsaansluitingen ....101 Buitenspiegels..........63 Opbergruimtes..........102 Elektrisch verstelbare buitenspiegels..........64 Glashouder.............103 Automatisch dimmende spiegel....65 Paslezer tolwegen........103 CD-wisselaar..........103 Instrumentenpaneel Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) .................103 Meters..............66 USB-poort............104 Waarschuwings- en indicatielampen..........67 Houder satelliet-navigatie-unit....105 Akoestische waarschuwingssignalen en Vloermatten...........105 -indicaties.............70...
Pagina 5
Inhoudsopgave Parkeerrem............119 Gevarendriehoek..........139 Stabiliteitsregeling Staat na een aanrijding Werking............120 Onderbrekingsschakelaar brandstoftoevoer........140 Gebruik maken van stabiliteitsregeling........121 Zekeringen Parkeerhulp Plaatsen zekeringenhouders.....141 Werking.............122 Een zekering vervangen.......141 Gebruik maken van de parkeerhulp..122 Specificatie-overzicht zekeringen..142 Achteruitkijkcamera Bergen van de auto Werking.............124 Sleeppunten...........147 Achteruitkijkcamera gebruiken....124 Auto op vier wielen slepen......147 Snelheidsregeling (Cruise Onderhoud Control)
Pagina 6
Inhoudsopgave Bass/treble (lage/hoge tonen) Velgen en banden regeling............190 Algemene informatie........164 Balance/fade (balans links/rechts, Een wiel vervangen........164 voor/achter) regeling......190 Bandenreparatieset........169 Bediening van de audio-installatie..190 Run flat banden..........173 Golfband toets..........192 Verzorging van banden.......174 Voorkeuzetoetsen........192 Gebruik van winterbanden......175 Autostore toets..........193 Gebruik van sneeuwkettingen....175 Regeling functie verkeersinformatie..193 Bandenspanningcontrolesysteem..175 Station afstemtoetsen.......195...
Pagina 7
Inhoudsopgave Typegoedkeuringen........248 Storingen verhelpen audio- installatie Typegoedkeuringen........248 Elektromagnetische compatibiliteit..249 Storingen verhelpen audio-installatie........208 Telefoon Algemene informatie........210 Setup telefoon..........210 Setup Bluetooth..........211 Bedieningselementen telefoon....212 Gebruik maken van de telefoon - Auto's zonder Navigatiesysteem .....212 Gebruik maken van de telefoon - Auto's met Navigatiesysteem ......215 Spraaksturing Werking............218 Spraakgestuurd regelsysteem...
OVER DEZE HANDLEIDING de passagiers tegen allergie opwekkende deeltjes in de buitenlucht. Hartelijk dank voor het kiezen van een Ford. We adviseren u, enige tijd te nemen om Neem voor meer informatie contact op met uw auto kennis te maken door deze met TÜV via www.tuv.com.
E98931 Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn Bumper, radiateurgrille, spatscherm gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de en bovenste achterklep volgende onderdelen zichtbaar wanneer • Radiateurgrille Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt.
Pagina 14
In één oogopslag Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 66). Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 67). Claxon. Ruitenwisserschakelaar. Zie Ruitenwissers en ruitensproeiers (bladzijde 43). Kaarthouder. Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 85). Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Zie Waarschuwingsknipperlichten (bladzijde 50). Startknop. Zie Sleutelloos starten (bladzijde 106). Schakelaar voorruitverwarming.
Pagina 15
In één oogopslag Vergrendelen en ontgrendelen Houd de ontgrendelknop van de achterklep ingedrukt om de bovenste achterklep te Auto ontgrendelen ontgrendelen. * alleen in combinatie met vier elektrisch bediende ruiten. Achterklep openen E71963 Ontgrendelen Vergrendelen Achterklep ontgrendelen Druk de ontgrendeltoets eenmaal in om de auto te ontgrendelen.
Pagina 16
In één oogopslag Sleutelloze toegang Auto vergrendelen E87384 E78276 Op ieder voorportier zijn Voor het passief vergrendelen en vergrendelknoppen aangebracht. ontgrendelen is een geldige passive key nodig die zich in de omgeving van een van Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 34). de drie externe detectiezones bevindt.
Pagina 17
In één oogopslag Handmatige klimaatregeling Voorruit ontdooien en ontwasemen E71382 Snel verwarmen van het interieur E95178 E71377 Zie Handmatige klimaatregeling (bladzijde 86). Automatische klimaatregeling E95179 WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. E78730 Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 41).
Pagina 18
In één oogopslag Indien de hendel licht naar boven of naar Gerecirculeerde lucht beneden wordt bewogen knipperen de Airconditioning AAN richtingaanwijzers driemaal. Zie Automatische klimaatregeling Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 52). (bladzijde 88). Automatisch wissen Automatische inschakeling van de verlichting E71014 Beweeg de hendel één stand naar boven. De regensensor meet voortdurend de hoeveelheid water op de voorruit en stelt de wissnelheid van de voorruitwissers...
Pagina 19
In één oogopslag WAARSCHUWING Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, mag nooit een kinderzitje achterwaarts op een voorstoel worden geplaatst, tenzij de airbag is uitgeschakeld. Zie Veiligheidsuitrusting voor kinderen (bladzijde 18). Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 27). Handgeschakelde versnellingsbak Achteruitversnelling 6-versnellingsbak...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Laat kinderen niet zonder toezicht in uw auto achter. Wanneer uw auto bij een aanrijding betrokken is geweest, dient u het kinderzitje door een hiertoe opgeleide monteur te laten controleren. N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het E133140 gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend.
Neem contact op met uw dealer voor rugleuning dan recht omhoog en zet de stoel de laatste informatie betreffende in een hogere stand. Zie Stoelen (bladzijde door Ford aanbevolen kinderzitjes. 95). Bijzonder gevaarlijk! Plaats geen kinderveiligheidszitje achterwaarts op een stoel waarvóór zich een...
Pagina 22
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Plaatsen voor kinderzitjes Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Plaats Kindervei- Babyzitje ligheids- Zitverhoger of kussen zitje Voorstoel aan passa- gierszijde, met airbag UF¹ UF¹...
Baby Safe. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. Ten tijde van publicatie is de aanbevolen groep 1 ISOFIX kinderzitjes de Britax Roemer Duo. Neem contact op met uw dealer voor de laatste informatie betreffende door Ford aanbevolen kinderzitjes. WAARSCHUWINGEN...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (Groep 2) ISOFIX VERANKERINGSPUNTEN E70710 Wij raden het gebruik van een kinderzitje E68945 aan, dat uit een zitverhoger met een U kunt ISOFIX kinderzitjes op de ISOFIX rugleuning bestaat in plaats van alleen een verankeringspunten bevestigen. zitverhoger.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Na het aanbrengen van het WAARSCHUWINGEN kinderveiligheidszitje moet de Zorg ervoor dat de veiligheidsriem veiligheidsgordel volgens de richtlijnen van aan de bovenzijde niet doorhangt of de fabrikant worden aangetrokken. gedraaid is en goed op het verankeringspunt is bevestigd. WAARSCHUWING Controleer of de rugleuning van de Gebruik bij toepassing van het ISOFIX...
Bescherming van inzittenden Front-airbags aan bestuurders- en WERKING passagierszijde Airbags WAARSCHUWINGEN Wijzig de voorzijde van de wagen op geen enkele wijze. Dit zou nadelige gevolgen voor het ontvouwen van de airbags kunnen hebben. Oorspronkelijke tekst volgens ECE R94.01: Extreme Hazard! Do not use a rearward facing child restraint on a seat protected by an airbag in front of it! Draag een veiligheidsgordel en houd...
Pagina 27
Bescherming van inzittenden De zijairbags bevinden zich in de zijkant van De side curtains worden geactiveerd bij de rugleuningen van de voorstoelen. Een zware zijdelingse aanrijdingen. Alleen de label op de rugleuning geeft aan dat uw airbag aan de zijde van de aanrijding wordt auto is uitgerust met zijairbags.
Bescherming van inzittenden Status na aanrijding WAARSCHUWING Veiligheidsgordels die zijn belast ten gevolge van een aanrijding moeten worden vervangen en de verankeringen worden gecontroleerd. Deze werkzaamheden moeten door een correct hiertoe opgeleide monteur worden uitgevoerd. VEILIGHEIDSGORDELS VASTMAKEN E85817 WAARSCHUWING Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. De veiligheidsgordel kan blokkeren Steek de slottong in het gordelslot wanneer deze te snel wordt uitgetrokken...
UITSCHAKELEN veiligheidsgordel van de voorstoel aan bestuurders- of passagierszijde is WAARSCHUWING omgedaan. Zorg ervoor dat de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld Herinneringssysteem uitschakelen wanneer u een kinderzitje achterwaarts op de passagiersstoel voorin Neem contact op met uw Ford dealer. plaatst.
Pagina 30
Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde uitschakelen E71312 E71313 Uitgeschakeld Schakelaar voor airbag aan Ingeschakeld passagierszijde monteren Zet de schakelaar in stand A. WAARSCHUWING Controleer bij het aanzetten van het Wanneer u een kinderzitje op een contact, of de controlelamp airbag aan stoel moet plaatsen, waarvoor zich passagierszijde uitgeschakeld gaat een operationele airbag bevindt, laat...
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
Pagina 32
Sleutels en afstandsbediening 6. Zet de twee huishelften van de afstandsbediening op elkaar vast. Breng het sleutelblad aan.
Sloten Bevestiging van het vergrendelen VERGRENDELEN EN en ontgrendelen ONTGRENDELEN Wanneer u de portieren ontgrendelt, Centrale vergrendeling knipperen de richtingaanwijzers eenmaal. Wanneer u de portieren vergrendelt, U kunt de portieren alleen centraal knipperen de richtingaanwijzers tweemaal. vergrendelen wanneer alle portieren zijn gesloten.
Pagina 34
Sloten Portieren en achterklep De portieren van binnenuit vergrendelen en ontgrendelen met vergrendelen en ontgrendelen de afstandsbediening Bestuurdersportier E87379 Ontgrendelen Vergrendelen Bagageruimte ontgrendelen E99606 Alle portieren vergrendelen Portieren en achterklep vergrendelen met de afstandsbediening Alle portieren ontgrendelen Druk toets B eenmaal in. Passagiersportieren voor en achter Portieren en achterklep dubbel vergrendelen met de...
Pagina 35
Sloten Kofferdeksel/ achterklep Bovenste achterklep openen met de afstandsbediening Achterklep openen Houd knop C van de afstandsbediening ingedrukt. De kofferdeksel/ achterklep sluiten Bovenste achterklep E99410 Primaire achterklep E139497 Primaire achterklep E99470 Bovenste achterklep Automatisch opnieuw vergrendelen Primaire achterklep openen met de afstandsbediening De portieren worden automatisch opnieuw vergrendeld wanneer u niet binnen 45...
Sloten Ontgrendelfunctie opnieuw N.B.: Wanneer het passive entry systeem programmeren niet werkt, moet u voor het vergrendelen en ontgrendelen van uw wagen de sleutelbaard N.B.: Wanneer u de ontgrendeltoets indrukt gebruiken. worden alle portieren ontgrendeld of Het keyless entry systeem maakt het worden alleen het bestuurdersportier en het gebruik van een sleutel of kofferdeksel ontgrendeld.
Pagina 37
Sloten Auto vergrendelen N.B.: Indien zich een tweede geldige passive key binnen het detectiegebied van de kofferdeksel/ achterklep bevindt, kan de bagageruimte niet worden afgesloten. Auto ontgrendelen N.B.: Indien de wagen langer dan drie dagen niet wordt ontgrendeld, schakelt het key free systeem over op een energiebesparende modus.
Sloten Portieren met de sleutelbaard Alleen bestuurdersportier vergrendelen en ontgrendelen ontgrendelen Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is geprogrammeerd zodat alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld ( Zie Programmeren van de afstandsbediening (bladzijde 29). ), let dan op het volgende: Als het bestuurdersportier als eerste wordt geopend blijven de andere portieren en de bagageruimte vergrendeld.
Pagina 39
Sloten Comfortontgrendeling E99679 E71955 Druk, om alle ruiten te openen, op de ontgrendel toets en houd deze minstens drie seconden ingedrukt. Druk nogmaals op de vergrendel of de ontgrendel toets om het openen te onderbreken. E87384 Comfortvergrendeling Druk om alle ruiten te sluiten op de WAARSCHUWING vergrendeltoets en houd deze minstens twee seconden ingedrukt.
Wanneer u een sleutel verliest, kunt u bij uw Ford dealer een vervangingssleutel verkrijgen. Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd.
Alarm Dit systeem beschermt uw auto tegen ALARM INSCHAKELEN indringers door elke beweging in de auto met behulp van sensoren te registreren. Het systeem wordt geactiveerd zodra de auto is vergrendeld en beschermt uw auto Bij het onbevoegd binnendringen in het tegen indringers die trachten de portieren, interieur wordt het alarm op dezelfde wijze de motorkap of het bagagecompartiment...
Pagina 42
Alarm Het systeem voor de achterklep wordt in de volgende gevallen gedeactiveerd: • Wanneer een geldige passive key zich binnen het detectiebereik bevindt; • Wanneer de ontgrendelknop van de achterklep wordt ingedrukt. Alleen Groot Brittannië en Ierland Wanneer de auto wordt ontgrendeld met behulp van de sleutelbaard, klinkt gedurende 12 seconden een akoestisch waarschuwingssignaal wanneer het...
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN AUDIOBEDIENING Kies de radio, CD of cassette modus op de WAARSCHUWING audio-installatie. Verstel nooit het stuurwiel als de De volgende functies kunnen met de auto in beweging is. afstandsbediening worden bediend: N.B.: Controleer of u in de juiste positie zit. Volume Zie De juiste zitpositie innemen (bladzijde 95).
Stuurwiel Seek (zoekfunctie) • In de radio modus wordt het volgende in het geheugen opgeslagen radiostation opgezocht. • In de CD modus wordt de volgende CD gekozen wanneer een CD-wisselaar is gemonteerd. • In alle modi om een verkeersbericht te onderbreken. Druk de toets aan de zijkant in en houd deze ingedrukt: •...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch ruitenwissersysteem VOORRUITWISSERS Sommige uitvoeringen zonder een automatisch ruitenwissersysteem zijn uitgerust met een snelheidsafhankelijk ruitenwissersysteem voor de voorruit. Wanneer de auto tot loopsnelheid of tot stilstand wordt gebracht, wordt de ruitenwissersnelheid automatisch naar de volgende lagere snelheid teruggebracht. Wanneer de auto in snelheid toeneemt, keert de ruitenwissersnelheid terug naar de met de hand gekozen instelling.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS LET OP Schakel de automatische wisfunctie uit voordat u een wasstraat binnenrijdt. E71016 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet E71013 langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit Lage gevoeligheid in als het reservoir leeg is. Wanneer de knop op het uiteinde van de Hoge gevoeligheid hendel wordt ingedrukt worden zowel de...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Beweeg de schakelaarhendel naar het Zodra de wis/was cyclus is voltooid, stuurwiel. pauzeren de voorruitwissers en maken vervolgens nog één wisslag om de ruit te Wissen tijdens achteruitrijden drogen. Na het loslaten van de hendel blijven de De achterruitwisser wordt automatisch ruitenwissers nog kortstondig in werking.
Ruitenwissers en ruitensproeiers RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN Voorruitwisserbladen LET OP Zet om de ruitenwisserbladen te vervangen de voorruitwissers in de onderhoudsstand. U kunt de onderhoudsstand in de winter gebruiken om de ruitenwisserbladen eenvoudiger te kunnen bereiken om deze vrij te maken van sneeuw en ijs.
Pagina 49
Ruitenwissers en ruitensproeiers Achterruitwisserblad Til de ruitenwisserarm op. E86456 2. Draai het ruitenwisserblad onder een rechte hoek op de ruitenwisserarm. 3. Maak het ruitenwisserblad los van de wisserarm. 4. Verwijder het ruitenwisserblad. N.B.: Zorg ervoor dat het ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. 5.
Verlichting Grootlicht en dimlicht VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E71095 Trek de hendel geheel naar het stuurwiel toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen. Lichtsignaal E71094 Trek de schakelaarhendel naar het Off (uit) stuurwiel toe. Stads- en achterlichten Home safe verlichting Koplampen Schakel de verlichting uit en trek de Voormistlichten...
Verlichting AUTOMATISCH IN- EN VOORSTE MISTLAMPEN UITSCHAKELENDE VERLICHTING WAARSCHUWING Onder slechte weersomstandigheden kan het nodig zijn uw koplampen handmatig in te schakelen. N.B.: Wanneer u de automatisch in-/uitschakelende verlichting hebt E71096 ingeschakeld, kunt u alleen het grootlicht inschakelen wanneer de functie de WAARSCHUWING koplampen heeft ingeschakeld.
Verlichting N.B.: Wanneer de automatische verlichting is ingeschakeld, kunnen de mistachterlichten niet worden ingeschakeld. KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN N.B.: Uitvoeringen met Xenon koplampen zijn uitgerust met automatische hoogteregeling van de koplamplichtbundels. E65990 U kunt de hoogte van de koplamplichtbundels aanpassen aan de belading van de auto.
Verlichting ADAPTIEVE KOPLAMPEN E72897 zonder AFS met AFS Draai de lichtschakelaar in stand C om het Het AFS stelt het dimlicht afhankelijk van AFS in te schakelen bij ingeschakelde de richting en de snelheid van de wagen verlichting overdag. Zie af.
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, RICHTINGAANWIJZERS gaat de interieurverlichting branden wanneer u een portier of het kofferdeksel / de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u het contact afzet, gaan de leeslampen korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting Verlichting make-up spiegels E72900 E99388 2. Verwijder de schroef. 3. Verwijder het bekledingspaneel met behulp van een geschikt werktuig. Wanneer u het contact afzet, gaat de verlichting van de make-up spiegels korte tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting Koplampen Richtingaanwijzer Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 53). E99390 5. Trek de stekker los. 6. Maak de koplampsproeierslang los. Verwijder de koplamp. N.B.: Zorg er bij het monteren van de E99482 koplamp voor dat deze volledig in de 2.
Pagina 57
Verlichting Zijknipperlichten 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Stadslicht Verwijder de koplamp. Zie Een koplamp verwijderen (bladzijde 53). E99397 Verwijder het paneeltje. E99437 2. Verwijder het paneeltje. 3. Trek aan de lamphouder en verwijder deze.
Pagina 58
Verlichting Instapverlichting Voormistlichten E72264 E99405 N.B.: Draai het spiegelglas zover mogelijk N.B.: De gloeilamp van de mistlamp kan naar binnen. niet uit de lamphouder worden verwijderd. Steek een schroevendraaier in de Verwijder de afdekking m.b.v. een spleet tussen het spiegelhuis en het geschikt werktuig.
Pagina 59
Verlichting 5. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. Achtermistlichten E99408 E107752 Richtingaanwijzer Verwijder voorzichtig de lamp. Achteruitrijlicht 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 2. Trek de stekker los. 3. Verwijder de gloeilamp. 3. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze.
Pagina 60
Verlichting Kentekenplaatverlichting E72789 Maak voorzichtig de klemveer los. E99412 2. Verwijder het lamphuis. 2. Verwijder de moer. 3. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting Uitvoeringen zonder interieursensoren E99413 E99452 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de Werk de lamp voorzichtig los. lamphouder en draai de gloeilamp linksom.
Pagina 61
Verlichting Uitvoeringen met interieursensoren Uitvoeringen met interieursensoren E72786 E72787 Werk de lamp voorzichtig los. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Draai de lamphouder linksom en 2. Verwijder het glas. verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Leeslampen Uitvoeringen zonder interieursensoren E73939 3.
Ruiten en spiegels Ruiten automatisch openen en ELEKTRISCH BEDIENBARE sluiten RUITEN Druk de schakelaar tot het tweede schakelpunt in of trek hem tot het tweede WAARSCHUWING schakelpunt omhoog en laat hem los. Druk Schakel de elektrisch bedienbare de schakelaar opnieuw in of trek hem ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van opnieuw omhoog om de beweging te obstructies.
Ruiten en spiegels De ruit stopt automatisch tijdens het 3. Trek de schakelaar opnieuw langer dan sluiten en gaat een stukje terug wanneer een seconde omhoog. de ruit een obstakel tegenkomt. 4. Druk de schakelaar in en houd hem ingedrukt tot de ruit volledig is Antiklemfunctie uitschakelen geopend.
Ruiten en spiegels De elektrisch bedienbare buitenspiegels ELEKTRISCH VERSTELBARE zijn voorzien van een verwarmingselement BUITENSPIEGELS dat het spiegelglas ontdooit en ontwasemt. Zie Verwarmde ruiten en spiegels (bladzijde 90). Elektrisch inklapbare buitenspiegels N.B.: Wanneer de spiegels gedurende korte tijd vaak worden bediend, kan het systeem tijdelijk buiten bedrijf zijn om schade door oververhitting te voorkomen.
Ruiten en spiegels AUTOMATISCH DIMMENDE SPIEGEL E71028 De automatisch dimmende achteruitkijkspiegel voorkomt verblinding door achteropkomend verkeer. Bij ingeschakelde achteruitversnelling werkt hij niet.
Instrumentenpaneel METERS E98738 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofpeilmeter Snelheidsmeter Informatiedisplay LET OP Koelvloeistoftemperatuurmeter Start de motor niet voordat de Alle modelvarianten oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de naald in het centrale gedeelte.
Instrumentenpaneel Controlelamp ABS Wanneer de wijzer in het rode gebied komt, is de motor oververhit. Zet de motor af, zet Als de controlelamp brandt het contact af en stel de oorzaak vast onder het rijden, dan duidt dit op zodra de motor is afgekoeld. Zie een storing.
Pagina 70
Instrumentenpaneel Richtingaanwijzers Controlelamp 'Vorst' Knippert bij ingeschakelde WAARSCHUWING richtingaanwijzers. Een Ook wanneer de temperatuur tot plotselinge toename van de boven + 4 ºC stijgt, is dit nog geen knipperfrequentie waarschuwt voor een garantie dat de weg vrij is van defecte gloeilamp. Zie Gloeilampen gevaren die door plotselinge vervangen (bladzijde 54).
Pagina 71
Instrumentenpaneel Controlelamp grootlicht Controlelamp mistachterlichten De controlelamp gaat branden De controlelamp gaat branden wanneer u het grootlicht wanneer u de mistachterlichten inschakelt. De lamp knippert inschakelt. wanneer u een lichtsignaal geeft. Herinneringssysteem Berichtenindicator veiligheidsgordel De controlelamp gaat branden Zie Waarschuwingssignaal wanneer een nieuw bericht is veiligheidsgordel (bladzijde opgeslagen in de...
Instrumentenpaneel Uitvoeringen met keyless entry AKOESTISCHE systeem WAARSCHUWINGSSIGNALEN Er weerklinkt een waarschuwingssignaal EN -INDICATIES wanneer het bestuurdersportier wordt geopend indien: Automatische transmissie • het contact nog steeds aan staat Indien de keuzehendel niet in de stand P • de reservesleutel zich in het contact staat weerklinkt een akoestisch bevindt.
Infodisplays • om door de displays van de ALGEMENE INFORMATIE boordcomputer te scrollen • om door de opties van een menu te WAARSCHUWING scrollen en deze te selecteren. Bedien de toetsen van het N.B.: Houd, om automatisch te scrollen, de informatiedisplay niet wanneer de draaiknop in de bovenste of onderste stand.
Pagina 74
Infodisplays Menustructuur Reset teller Dagteller Gem.verbruik Gem.snelheid Alle Meldingen Stuur Normaal Sport Comfort Klok Klok inst. 24/h-modus Instellingen Scherm Configureren Help-scherm Altijd uit NAV-info Bij aanw Altijd aan E98875...
Pagina 75
Infodisplays Talen English Deutsch Italiano Français Español Türkçe Pyccкий Nederlands Polski Svenska Português Meeteenheid Metrisch Brits Geluiden WeinigBrndst Alg. waarsch. Alg. Info. Hulpverwarming, Hulpverwarm. E98876...
Infodisplays TRIPCOMPUTER Type 2 en 3 Parkeerverw Tijd 1 aan 10:20 Stel tijd 1 in Maandag Dinsdag Woensdag Gem.Verbruik Donderdag 100km Vrijdag Zaterdag 123456 km Zondag Tijd 2 aan 234,2 km Stel tijd 1 in E74428 Maandag A: Tripcomputer Dinsdag Woensdag B: Kilometerteller Donderdag...
Pagina 77
Verbruik Gemiddelde snelheid Geeft de berekende gemiddelde snelheid Brandst.verbr. aan vanaf het moment dat de functie op nul werd teruggesteld. Ford ECO Mode Buitentemperatuur Geeft de buitentemperatuur weer. Gem. snelheid Houd 'SET' ingedrukt om de bandenspanning in te stellen. Buitentemp.
Infodisplays 5. Houd de SET/RESET toets ingedrukt. Sport: De stuurbekrachtiging wordt gereduceerd. Dit past bij een wat Om alle drie de displays te resetten, sportievere rijstijl door het grotere contact selecteert u All (alle) en houdt u de met het wegdek via het stuurwiel. De SET/RESET toets ingedrukt.
Pagina 79
Infodisplays Helpscherm en navigatie- Instelling wanneer navigatie-informatie informatie moet worden weergegeven: Gebruik de draaiknop voor toegang tot Het helpscherm verschijnt enkele het hoofdmenu. seconden wanneer u het contact aan zet. 2. Selecteer Instellingen en druk op de Wanneer het navigatiesysteem is toets SET/RESET.
Infodisplays Het wisselen tussen de maateenheden 2. Selecteer Instellingen en druk op de met dit dispaly heeft invloed op de toets SET/RESET. volgende displays: 3. Selecteer Geluiden en druk op de • Resterende afstand tot tank leeg is toets SET/RESET. •...
Pagina 81
Infodisplays Berichtenindicator Laat het systeem zo snel mogelijk controleren. De berichtenindicator licht op om bepaalde berichten aan te Breng de auto tot stilstand zodra vullen. Afhankelijk van de ernst dit veilig kan. van het bericht is de indicator rood of oranje en blijft deze branden tot de oorzaak van het bericht is verholpen.
Pagina 82
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Auto is in beweging. Stop de auto Deur passagier open rood zo snel en veilig mogelijk en sluit de kofferbak. Auto is in beweging. Stop de auto Portier open achter bijrijd rood zo snel en veilig mogelijk en sluit de kofferbak.
Pagina 83
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Zie Sleutelloos starten (blad- Druk rem in om te starten zijde 106). Zie Sleutelloos starten (blad- Bedien koppel. om te starten zijde 106). Verlichting Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Remlichtschakelaar. Er kan normaal met de auto worden gereden.
Pagina 84
Infodisplays Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Elektronische acceleratieregeling (EAC). Er kan met de auto worden gereden maar het acceleratiever- mogen is aanzienlijk verminderd. Acceleratie beperkt rood De maximum snelheid wordt gehandhaafd. Laat het systeem zo snel mogelijk door een goed opgeleide en vakkundige monteur controleren.
Pagina 85
Infodisplays Transmissie Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling Automatische transmissie. Er kan nog steeds met het voertuig worden gereden, maar het Beperkte werking transmissie oranje systeem moet zo snel mogelijk worden gecontroleerd door een goed opgeleide en vakkundige monteur. Onder bepaalde rijomstandig- heden kunnen de koppelingen in de transmissie oververhit raken.
Pagina 86
Infodisplays Bandenspanningcontrolesysteem Mededeling Controlelamp Te verrichten handeling De spanning in een van de banden Controleer de bandenspanning oranje is gedaald. Controleer de spanning zo snel mogelijk. Permanente storing. Laat het systeem onmiddellijk door een Storing bandensp. sys. oranje goed opgeleide monteur contro- leren.
Klimaatregeling Het interieur verwarmen WERKING Laat de lucht naar de beenruimten Buitenlucht stromen. Laat, bij koud of vochtig weer, een geringe hoeveelheid lucht naar de Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij voorruit en de portierruiten stromen. van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Het interieur afkoelen effectief kan werken.
Klimaatregeling Aanjager HANDMATIGE KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop E75470 N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt E71379 kan de voorruit beslaan. Voorruit Luchtrecirculatie Beenruimte en voorruit Druk op de toets om te kiezen Beenruimte tussen toevoer van buitenlucht E73059 en het recirculeren van de in het Hoofdniveau en beenruimte interieur aanwezige lucht.
Pagina 89
Klimaatregeling Ventilatie Voorruit ontdooien en ontwasemen E71382 E71378 Wanneer de temperatuur hoger is dan 4 °C, schakelt de airconditioning Stel de regelknoppen van de luchtstroom, automatisch in. Let erop dat de aanjager de aanjager en luchtroosters naar wens in. aanstaat. De controlelamp in de Airconditioning schakelaar brandt tijdens het ontdooien en ontwasemen.
Klimaatregeling AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING E91390 N.B.: Voor informatie over de automatische Het systeem regelt automatisch de klimaatregeling in auto's met een temperatuur, de hoeveelheid en verdeling gecombineerd navigatie- en van de lucht en past deze aan de rij- en klimaatregelingssysteem, verwijzen wij naar weersomstandigheden aan.
Pagina 91
Klimaatregeling Mono modus Ventilator In de mono modus zijn de Stel het aanjagertoerental met temperatuurinstellingen voor de de toetsen in. bestuurder en de passagier aan elkaar gekoppeld. Wanneer u de temperatuur met De ventilatorinstelling wordt op het display de draaiknop aan bestuurderszijde weergegeven.
Klimaatregeling Het ventilatortoerental en de VERWARMDE RUITEN EN temperatuurregeling werken automatisch SPIEGELS en kunnen niet met de hand worden bediend. De aanjager draait met een hoog Verwarmbare ruiten toerental en de temperatuur wordt op HI ingesteld. Schakel de ruitverwarming in om de voor- of achterruit te ontdooien of ontwasemen.
Pagina 93
Klimaatregeling N.B.: De parkeerverwarming werkt alleen • Nadat de parkeerverwarming een wanneer er zich minimaal 7,5 liter brandstof verwarmingscyclus heeft doorlopen, in de tank bevindt en de buitentemperatuur zal de volgende geprogrammeerde lager is dan 15 °C. De parkeerverwarming verwarmingscyclus alleen worden werkt niet wanneer de accu slecht geladen uitgevoerd indien de motor tussentijds is gestart.
Pagina 94
Klimaatregeling 2. Selecteer Parkeerverw. en druk op de De functies Tijd 1 en Tijd 2 toets SET/RESET. programmeren Parkeerverw Tijd 1 Tijd 1 [07:55] Tijd 2 Maandag Eenmalig Dinsdag Nu actief Woensdag Donderdag Vrijdag E74467 E74468 • Met de functies Tijd 1 en Tijd 2 kunt u Gebruik de draaiknop voor toegang tot twee verwarmingscycli per dag het hoofdmenu.
Pagina 95
Klimaatregeling 9. Gebruik de draaiknop om de minuten 6. Druk op de toets SET/RESET om het in de gewenste instelling te zetten. menu te verlaten. Druk op de toets SET/RESET om de Nu actief instelling te bevestigen. Selecteer Nu actief en druk op de Druk op de toets SET/RESET om het toets SET/RESET.
Pagina 96
Klimaatregeling 3. Selecteer Hulp verwarm. en druk op de toets SET/RESET. Wanneer de verwarming is ingeschakeld verschijnt in het vak ernaast een kruis. 4. Druk op de toets SET/RESET om het menu te verlaten.
Stoelen • het stuurwiel met licht gebogen armen DE JUISTE ZITPOSITIE vasthoudt. INNEMEN • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken. • de schoudergordel over het midden van uw schouder en de heupgordel strak over uw heupen legt. Zorg ervoor dat uw zitpositie comfortabel is en dat u de volledige controle over de auto hebt.
Stoelen Lendensteun afstellen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Alle uitvoeringen WAARSCHUWINGEN Breng geen extra stoelhoezen aan die niet speciaal zijn ontwikkeld voor het gebruik op stoelen met zij-airbags. Laat het aanbrengen van deze stoelhoezen over aan de gedegen getrainde monteurs. Verstel de stoelen nooit tijdens het rijden.
Stoelen Hellingshoek van de rugleuning Wanneer de stoelen volledig naar voren verstellen worden geschoven kunnen de rugleuningen in horizontale stand worden gekanteld. E70731 ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN In zes richtingen elektrisch verstelbare stoel E78060 WAARSCHUWINGEN ACHTERBANK Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en WAARSCHUWINGEN volledig zijn vergrendeld.
Stoelen Rugleuningen neerklappen LET OP Laat de hoofdsteunen zakken. E86612 Steek uw vingers tussen de zitting en de rugleuning en klap de zitting naar voren. 2. Druk de ontgrendelknoppen naar beneden en houd ze in deze stand. E86611 3. Druk de rugleuning naar voren. Druk de ontgrendelknoppen naar Omhoog klappen van de beneden en houd ze in deze stand.
Pagina 101
Stoelen De maximum temperatuur wordt bereikt na vijf tot zes minuten. De temperatuur wordt door een thermostaat geregeld. De stoelverwarming werk alleen met ingeschakeld contact.
Gemaksfuncties ZONNEKLEPPEN DIMMER INSTRUMENTENPA- NEELVERLICHTING Panoramadak E70454 BEKERHOUDERS WAARSCHUWING Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. Tafeltjes op de rugleuningen WAARSCHUWING Gebruik de tafeltjes niet tijdens het rijden. Controleer voordat u wegrijdt of de tafeltjes in de onderste stand zijn vergrendeld.
N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een AANSTEKER maximum vermogen van 10 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde LET OP aansluitingen. Wanneer u het aansluitpunt gebruikt terwijl de motor niet draait, wordt hierdoor de accu ontladen.
Gemaksfuncties OPBERGRUIMTES LET OP De omvormer wordt uitgeschakeld Opbergvak op dashboard wanneer de temperatuur hoger is dan 85 °C. De LED knippert eenmaal. Wanneer de omvormer is afgekoeld, dan wordt deze automatisch ingeschakeld. Overschrijd het maximale motorvermogen niet. Gebeurt dit wel, dan knippert de LED twee maal.
Gemaksfuncties Klap de kussens van de achterbank PASLEZER TOLWEGEN omhoog voor toegang tot de opbergruimte. Zie Achterbank (bladzijde 97). N.B.: Belaad de opbergruimtes onder achterbank niet te zwaar. Zorg dat de kussens van de achterbank compleet kunnen worden omgeklapt. GLASHOUDER E99272 Bij auto's met een warmtewerende voorruit moet de transponder zoals afgebeeld...
Gemaksfuncties HOUDER SATELLIET- NAVIGATIE-UNIT Houder instellen E112711 Ontgrendelen 2. Stel de gewenste positie van de houder 3. Vergrendelen N.B.: Zorg dat de houder van de navigatie-unit in de juiste positie wordt vergrendeld. VLOERMATTEN WAARSCHUWING Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten...
Motor starten en stoppen ALGEMENE INFORMATIE Algemene opmerkingen over het starten Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels weer zijn aangesloten, een afwijkende draaikarakteristiek vertonen gedurende ca. E85766 8 kilometer. Contact aan De oorzaak is, dat het motormanagement zich weer aan de motor moet aanpassen.
Pagina 109
Motor starten en stoppen N.B.: Houd het koppelings- of rempedaal ingetrapt tot de motor wordt gestart. Motor slaat niet aan. Het startsysteem met passive key werkt niet indien: • De frequenties van de passive key worden verstoord. • De batterij in de passive key leeg is. Volg de volgende procedure wanneer de motor niet kan worden gestart.
Motor starten en stoppen Regeneratie Druk bij stilstaande wagen op de startknop om de motor af te zetten. Het contact, alle WAARSCHUWING elektrische circuits, waarschuwings- en controlelampen worden uitgeschakeld. Laat de motor niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge Handgeschakelde versnellingsbak bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal.
Motor starten en stoppen • Rijd tot 20 minuten met een constante snelheid, bij voorkeur op een hoofdweg of snelweg. • Voorkom langdurig stationair draaien en neem altijd snelheidslimieten en het type wegdek in acht. • Zet de auto niet van contact. •...
BRANDSTOFKWALITEIT - N.B.: We adviseren alleen brandstof van BENZINE hoge kwaliteit te gebruiken. LET OP N.B.: Het gebruik van niet door Ford goedgekeurde additieven of andere Gebruik geen gelode benzine of motorbehandelingen worden door Ford benzine met additieven die andere afgeraden.
Brandstof en tanken TANKKLEP WAARSCHUWINGEN Voorkom dat tijdens het tanken brandstof wordt gemorst, die zich in het vulpistool bevindt. Vermijd open vuur of hittebronnen in de nabijheid van het brandstofsysteem. Het brandstofsysteem staat onder druk. Wanneer het brandstofsysteem lekt, bestaat het gevaar van verwonding. LET OP Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt om uw auto te wassen, spuit...
Brandstof en tanken WAARSCHUWINGEN Wij raden aan het vulpistool langzaam uit de vulbuis te halen, zodat alle achtergebleven brandstof in de brandstoftank kan stromen. Er kan ook 10 seconden worden gewacht alvorens het vulpistool uit de vulbuis te halen. Verwijder tijdens de gehele tankprocedure het vulpistool niet uit de volledig geplaatste positie.
TANKEN Uw Ford dealer dient u gaarne van advies hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. LET OP Probeer niet de motor te starten wanneer u de tank met de onjuiste brandstofsoort hebt gevuld.
Pagina 116
Brandstof en tanken Automatische 5-versnellingsbak - AWD Brandstofverbruikscijfers Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 2,5 l Duratec 14,6 (19,3) 7,8 (36,2) 10,3 (27,4) Handgeschakelde 6-versnellingsbak - AWD Brandstofverbruikscijfers Gecombi- Stadsverkeer Buitenweg CO2-emissie neerd...
Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK TRANSMISSIE Standen van transmissiehendel LET OP Schakel de achteruit niet in wanneer de wagen in beweging is. Dit kan inwendige schade aan de versnellingsbak veroorzaken. E80836 E99067 Parkeren Bij sommige auto's moet de kraag omhoog Achteruit worden gebracht tijdens inschakelen van Neutraal de achteruit.
Pagina 118
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen - Auto's met Parkeren 5-traps transmissie WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING Schakel de parkeerstand alleen in wanneer de auto stilstaat. Houd de keuzehendel niet permanent in – of +. Trek voordat u de auto verlaat de handrem aan en schakel de parkeerstand in.
Pagina 119
Versnellingsbak/transmissie Sportmodus Kickdown Activeer de modus Sport door de Druk het gaspedaal volledig in terwijl het keuzehendel in de stand S te plaatsen. De keuzehendel in de rijstand staat om voor modus Sport blijft actief tot handmatig optimale prestaties de eerstvolgende wordt op- of teruggeschakeld of de lagere versnelling in te schakelen.
Versnellingsbak/transmissie 4. Druk het frame naar beneden zodat de hendel loskomt en beweeg de keuzehendel uit de parkeerstand. 5. Trek de kap omhoog tot het frame in het bekledingspaneel aangrijpt. N.B.: Wanneer de keuzehendel opnieuw in de stand P wordt geplaatst, moet deze procedure worden herhaald.
Remmen • Druk het rempedaal krachtig in. WERKING • Trek de handremhendel krachtig en Schijfremmen zover mogelijk aan. • Druk de ontgrendelknop tijdens het Natte remschijven hebben een lagere aantrekken niet in. wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten • Wanneer uw auto op een helling van een wasstraat het rempedaal even geparkeerd staat met de voorzijde in voorzichtig in om de waterfilm op de...
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING aandrijfregeling (traction control) door het motorkoppel te verlagen en afzonderlijke Elektronisch wielen af te remmen wanneer de wielen stabiliteitsprogramma (ESP) bij het accelereren beginnen door te draaien. Het verbetert de mogelijkheden WAARSCHUWING om op gladde of losse oppervlakken te ESP houdt niet in dat u niet langer...
Stabiliteitsregeling Aanhangerstabiliteitsregeling is een uitbreidingsfunctie van ESP die automatisch registreert wanneer een gekoppelde aanhanger begint te slingeren. Als dit het geval is, dan remt het systeem automatisch de afzonderlijke wielen af om de stabiliteit van de aanhanger en het voertuig te herstellen. Als er overmatig slingeren wordt geregistreerd, dan wordt het motorkoppel verlaagd en neemt de snelheid van het voertuig automatisch af.
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs en WERKING sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een signaal Ondanks de parkeerhulp bent u registreert dat op dezelfde frequentie wordt verplicht voorzichtig en aandachtig uitgezonden als de sensoren gebruiken, of te rijden.
Pagina 125
Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp E72902 N.B.: Wanneer een hoge, harde waarschuwingstoon drie seconden lang klinkt en het lampje in de schakelaar knippert, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem door goed opgeleide monteurs controleren. U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ongeveer 150 cm bedraagt, 80...
Achteruitkijkcamera De camera is aangebracht op de WERKING achterklep (bij de handgreep). De camera is een visueel hulpmiddel bij achteruitrijden. WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. LET OP Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt om uw wagen te wassen,...
Pagina 127
Achteruitkijkcamera Display gebruiken LET OP Voorwerpen boven de camera worden niet weergegeven. Controleer indien nodig het gebied achter de auto. Markeringen worden alleen gebruikt als algemene richtlijn en worden berekend voor auto's met een maximale belading op een egaal wegdek. De lijnen geven een geprojecteerde route van de auto (gebaseerd op de huidige stuurwielhoek) en de afstand vanaf de...
Pagina 128
Achteruitkijkcamera Oranje - 2 meter Oranje - middenlijn van de geprojecteerde route van de auto N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger geven de lijnen op het scherm de autorichting aan en niet de richting van de aanhanger. Achteruitkijkcamera deactiveren N.B.: Schakel een vooruitversnelling in. De display blijft een korte periode aan alvorens deze wordt uitgeschakeld.
Snelheidsregeling (Cruise Control) Snelheid instellen WERKING WAARSCHUWING Het systeem is niet bedoeld om de bestuurder te ontheffen van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen.
Pagina 130
Snelheidsregeling (Cruise Control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E95393 Accelereren (versnellen) E75453 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal proberen de Ingestelde snelheid uitschakelen auto met de eerder door u ingestelde snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen E75453 Druk het rempedaal of de RES schakelaar...
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de bagageruimte of de laadruimte.
Transport E112588 Druk een van de uiteinden van de behuizing naar binnen om de afdekking te E112571 verwijderen of aan te brengen. Trek de afdekking naar buiten tot deze in de bevestigingspunten vastklikt. Afdekking bagageruimte opbergen - voertuigen met bandenreparatieset Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de bagageruimtevloer.
E78097 N.B.: De zijrails zijn zodanig ontworpen dat dakdragers (voor fietssteunen, skiklemmen, DAKREKKEN EN enz.) uit het Ford Accessoires Programma BAGAGEDRAGERS kunnen worden aangebracht. N.B.: Reinig, voordat de dakdragers worden Imperiaal aangebracht, de zijrails met een in water gedrenkte spons.
Pagina 134
Transport 4 Nm E98207 Trek de hendel naar buiten. E98208 2. Draai de hendel rechtsom om de 4. Druk de hendel naar binnen. Draai de dakdrager tegen de rail te laten komen. sleutel rechtsom om te vergrendelen. 5. Verwijder de sleutel. Toegang verkrijgen tot de T-nok E98222 N.B.: Zorg dat er zich geen opening tussen...
Aanhangers trekken In bergachtige streken moet vanaf hoogten TREKKEN VAN EEN van 1.000 meter het maximum toelaatbaar AANHANGER gewicht voor iedere 1.000 meter met 10% worden verlaagd. WAARSCHUWINGEN Steile hellingen Overschrijd het maximaal toelaatbaar treingewicht dat op het WAARSCHUWING identificatieplaatje van de auto staat niet.
Pagina 137
Aanhangers trekken Trekhaakkogel ontgrendelen E99477 Maak de beschermkap van het sleutelgat los. 2. Breng de sleutel aan en draai deze linksom om te ontgrendelen (1). E99484 3. Houd de trekhaakkogel vast. Trek het Maak de stekker los (1). kartelwiel naar buiten en draai het 2.
Pagina 138
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden niet kan worden voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat deze door een goed opgeleide monteur controleren. E99485 Koppel de aanhanger af. Controleer voordat u gaat rijden of de 2.
Pagina 139
Aanhangers trekken Houd het systeem schoon. Smeer de lagerpunten, glij-oppervlakken en vergrendelingskogels met harsvrij vet of olie. Smeer het slot met grafiet. Noteer het sleutelnummer. In geval van verlies kunnen vervangingssleutels onder vermelding van het sleutelnummer met drie cijfers bij de fabrikant worden besteld.
Tips voor het rijden INRIJDEN LET OP De motor kan beschadigd raken als Banden water het luchtfilter binnendringt. WAARSCHUWING In noodsituaties kan de auto met een Nieuwe banden hebben een maximumsnelheid van 10 km/u (6 mph) inlooptijd van ongeveer 500 door water met een maximale diepte van kilometer.
Wat te doen bij pech EERSTEHULPSET Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de vloer. Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 130). GEVARENDRIEHOEK Er is ruimte vrijgemaakt in de opbergruimte onder de vloer. Zie Opbergruimte onder vloer achterin (bladzijde 130).
Staat na een aanrijding • Draai de contactsleutel in de stand 0. ONDERBREKINGS- • Controleer het brandstofsysteem op SCHAKELAAR lekkage. BRANDSTOFTOEVOER • Als u geen lekkage hebt geconstateerd, kunt u de knop op de Uitvoeringen met een Duratec veiligheidsschakelaar indrukken (zie motor afbeelding).
Zekeringen Aanbrengen geschiedt in omgekeerde PLAATSEN volgorde van verwijderen. ZEKERINGENHOUDERS EEN ZEKERING VERVANGEN Zekeringenkast in de motorcompartiment WAARSCHUWINGEN Wijzig de elektrische installatie van uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door goed getrainde monteurs uitvoeren.
Pagina 145
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Relais ontsteking 151 Solenoïde startmotor Voorruitverwarming, rechterzijde Niet in gebruik Voorruitverwarming, linkerzijde Niet in gebruik Vermogensomvormer ESP-module Claxon Extra verwarming Module stuurbekrachtiging Koplampsproeiers Verwarmingselement dieselolie Contact, relais Automatische transmissie Koppeling van compressor airconditioning Regeleenheid voorgloeien (alleen diesel) Climate Control met twee zones Regeleenheid aandrijfaggregaat Accusensor snel laden...
Pagina 146
Zekeringen Zekeringkast in de passagiersruimte E88709 Zekering Ampère Beveiligde circuits Voeding vanaf contactslot elektronische modules Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel Verwarmingsregeling, ontvanger afstandsbedie- ning Voeding verlichting Accusaver, interieurverlich- ting Verwarmde achterruit Keyless starten Voeding instrumentengroep, on-board diagnostics Accessoire van instrumen- tengroep (audio- en naviga- tiesysteem)
Pagina 147
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Aansteker, extra aansluit- punt achter Voeding vanaf contactslot schakelaar verlichting overdag Brandstofpomp (alleen dieselmotor) Brandstofpomp (alleen benzinemotor) Voeding audiomodules Verlichting overdag (parkeerlichten) Voeding instrumentengroep vanaf contactschakelaar, immobiliteitssysteem Voeding verlichting vanaf contactslot Mistlampen Kentekenplaatverlichting Portiermodule, linksachter Extra voedingsaansluiting bagageruimte Extra voedingsaansluiting...
Pagina 148
Zekeringen Zekering Ampère Beveiligde circuits Parkeerlichten, zijverlichting, achterlichten (rechterzijde) Key free systeem Niet in gebruik Niet in gebruik Ruitenwissers AWD-module Achterruitwisser Remlichten Relais centrale vergrende- ling, portiermodule passa- gierszijde Relais centrale vergrende- ling, portiermodule bestuur- derszijde Dagverlichting Ruitensproeierpomp, verwarmbare ruitensproeiers Voeding achteruitrijsignaal Computer motorregeling, gaspedaal, automatische...
Bergen van de auto Locatie sleepoog SLEEPPUNTEN Sleepoog, voor E99490 E99468 Sleepoog, achter Het afneembare sleepoog is aangebracht in de bagageruimte (naast de reservewielkast). Het sleepoog moet altijd in de wagen worden meegenomen. Werk het paneel los en breng het sleepoog aan.
Pagina 150
Bergen van de auto WAARSCHUWINGEN LET OP De rem- en stuurbekrachtiging Bij een mechanisch defect aan de werken niet, tenzij de motor draait. transmissie moeten de aangedreven Druk het rempedaal harder in en wielen worden opgehesen zodat deze houd rekening met langere remafstanden vrij zijn van het wegdek.
Er • Waarschuwings- en controlelampen. staat een groot netwerk van Ford Erkende Controles bij het tanken Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde kunnen •...
WAARSCHUWING Verwijder, om schade of verlies van de sleutel te voorkomen, de sleutel onmiddellijk na het openen van de motorkap en draai het Ford logo terug. N.B.: Gebruik bij auto's met sleutelloze toegang de reservesleutel. Zie Sleutelloze toegang (bladzijde 34).
Pagina 154
Onderhoud Accu: Zie Accu van de auto (bladzijde 162). Zekeringenkast in motorcompartiment: Zie Zekeringen (bladzijde 141). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 155). Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
Onderhoud Zekeringenkast in motorcompartiment: Zie Zekeringen (bladzijde 141). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. Motoroliepeilstaaf : Zie Motorolie controleren (bladzijde 155). Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd. OLIEPEILSTAAF - 2,5 L MOTOROLIE CONTROLEREN DURATEC (VI5) LET OP Gebruik geen additieven of andere smeermiddelen.
Het oliepeil mag niet boven het MAX afkoelen. merkteken komen te staan. Onverdunde koelvloeistof is brandbaar en kan ontbranden Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford wanneer deze wordt gemorst op een specificatie. Zie Technische specificatie hete uitlaat. (bladzijde 158).
Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Als het vloeistofpeil is gezakt tot de specificatie. Zie Technische specificatie markering MIN, laat het systeem dan (bladzijde 158).
High Performance remvloei- 4925 klasse 6 stof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. N.B.: Wanneer u uw auto gebruikt bij temperaturen lager dan -20 °C, moet u geen SAE 10W-40 motorolie gebruiken.
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het wassen chemische oplossingen op de in een autowasserette in de was binnenzijde van de achterruit te reinigen. wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Lakbeschadigingen door steenslag of kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk Reinig de veiligheidsgordels met een worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een interieurreiniger of water met een zachte grote keuze aan producten. Lees en volg spons. Laat de veiligheidsgordels op een nauwkeurig de instructies van de fabrikant natuurlijke manier drogen.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten STARTEN MET HULPSTARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto. E99387 Wagen met de lege accu Wagen met de hulpaccu...
Pagina 165
Accu van de auto Plaats de auto's zodanig dat ze elkaar niet raken. 2. Zet het contact van beide wagens af en schakel alle stroomverbruikers uit. 3. Verbind de plus (+) pool van auto B met de plus (+) pool van auto A (kabel 4.
Velgen en banden Uitvoeringen met een ALGEMENE INFORMATIE ruimtebesparend reservewiel LET OP WAARSCHUWINGEN Gebruik uitsluitend banden en velgen Wanneer de maat van het met de goedgekeurde maat. Het reservewiel afwijkt van de andere gebruik van andere maten kan schade gemonteerde wielen, moet u zich aan aan de auto tot gevolg hebben en kan de de volgende regels houden: typegoedkeuring ongeldig maken.
Pagina 167
Velgen en banden N.B.: Auto's met een bandenreparatieset Uitvoeringen zonder reparatieset of of run flat banden zijn niet uitgerust met een run flat banden boordkrik en een wielmoersleutel. De krik, de wielmoersleutel, het Het verdient aanbeveling een hydraulische afneembare sleepoog en de garagekrik te gebruiken wanneer u bijv.
Pagina 168
Velgen en banden Uitvoeringen met zijskirts E93184 Uitsparingen in de dorpels A duiden de E95345 kriksteunpunten aan. Wielmoersleutel monteren Type 1 WAARSCHUWING Let erop dat uw vingers niet vast komen te zitten wanneer de verlenging van de wielmoersleutel in de originele positie wordt teruggebracht. N.B.: Zorg dat de wielmoersleutel volledig is verlengd.
Pagina 169
Velgen en banden N.B.: Zorg dat de wieldopverwijderaar onder een rechte hoek ten opzichte van de wieldop wordt aangetrokken. Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto dusdanig dat u, noch het verkeer hinder ondervindt of gevaar loopt. Zet een gevarendriehoek neer. E122502 Steek het afneembare sleepoog in de Zorg ervoor dat de auto met de...
Pagina 170
Velgen en banden Wiel aanbrengen WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de krik verticaal ten WAARSCHUWINGEN opzichte van het kriksteunpunt staat Gebruik uitsluitend banden en velgen en dat de voet vlak op de grond met de goedgekeurde maat. Het staat. gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg LET OP hebben en maakt de typegoedkeuring...
Velgen en banden Algemene informatie WAARSCHUWINGEN Afhankelijk van het type en de omvang van de beschadiging kunnen sommige banden slechts gedeeltelijk of geheel niet worden gedicht. Een te lage bandenspanning kan het weggedrag van de auto beïnvloeden, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen.
Pagina 172
Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
Pagina 173
Velgen en banden LET OP Drukmeter Wanneer de fles in de houder wordt Stekker met kabel gedraaid, wordt de afdichting van de Compressorschakelaar fles verbroken. Draai de fles niet uit de houder omdat dan het afdichtmiddel Label ontsnapt. Flessendop Fles afdichtmiddel Open het deksel van de bandenreparatieset.
Pagina 174
Velgen en banden Bandenspanning controleren Pomp de band niet langer dan zeven minuten op voor een minimale druk Stop na ongeveer drie kilometer (twee van 1,8 bar (26 psi) en een maximum mijl) te hebben gereden. Controleer en druk van 2,5 bar (51 psi). Zet de corrigeer zo nodig de spanning van de compressorschakelaar H in de stand beschadigde band.
Velgen en banden Run flat band WAARSCHUWING Voordat u wegrijdt moet de band de voorgeschreven bandenspanning hebben. Zie Technische specificatie (bladzijde 176). Controleer voortdurend de bandenspanning tot de band is vervangen. Lege flessen afdichtmiddel mogen samen met het huishoudelijk afval worden afgevoerd.
Velgen en banden • minder onmiddellijk snelheid tot VERZORGING VAN BANDEN maximaal 80 km/h (50 mph) • voorkom plotselinge of abrupte rem- en stuurmanoeuvres en wees vooral voorzichtig bij het nemen van bochten • leg geen afstanden van meer dan 80 km (50 mijl) af nadat het defect is vastgesteld •...
Velgen en banden Uitvoeringen met GEBRUIK VAN stabiliteitsregeling (ESP) WINTERBANDEN Uitvoeringen met stabiliteitsregeling (ESP) kunnen een wat ongebruikelijke LET OP rijkarakteristiek vertonen, hetgeen kan Controleer of u de velgen met de worden voorkomen door het systeem uit winterbanden met het correcte type te schakelen.
Velgen en banden Het detectiesysteem Wanneer dit regelmatig voorkomt, laat dan bandenspanningsverlies waarschuwt zo snel mogelijk de oorzaak vaststellen en ingeval van een luchtdrukwijziging in een verhelp de storing. van de banden. Dit vindt plaats via de Systeem resetten ABS-sensoren die de rollende omtrek van de wielen registreren.
Pagina 179
Velgen en banden Tot 80 km/h (50 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle T135/90 R 17 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) 4,2 (61) Tot 160 km/h (100 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen...
Pagina 180
Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle 235/55 R17 2,3 (33) 2,3 (33) 2,4 (35) 2,8 (41) Alle 235/55 RF17 2,3 (33) 2,3 (33) 2,4 (35) 2,8 (41) Alle 235/50 R18 2,3 (33) 2,3 (33)
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER N.B.: Het ontwerp van het identificatieplaatje kan afwijken van het getoonde plaatje. N.B.: De informatie op het identificatieplaatje is afhankelijk van de vereisten per land. E87496 Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de voorstoel in de bodemplaat ingeslagen.
Inleiding audio-installatie Labels op het audiotoestel BELANGRIJKE AUDIO- INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Door technische verschillen kunnen opneembare CD s (CD-R's) en E66256 opnieuw beschrijfbare CD s (CD-RW's) mogelijk niet correct functioneren. Op deze toestellen kunnen CD's worden afgespeeld die aan de International Red Book standaard E66257 audiospecificatie voldoen.
Overzicht audio-installatie 6000CD E138367 CD selecteren. Zie CD-speler (bladzijde 201). CD-sleuf. Zie CD's aanbrengen (bladzijde 201). CD uitwerpen. Zie CD's uitwerpen (bladzijde 205). Aan, uit en volumeregeling. Zie Aan/uit toets (bladzijde 190). Golfband selecteren. Zie Golfband toets (bladzijde 192). Klok. Zie Tijd en datum van de audio-installatie instellen (bladzijde 188). Stationsvoorkeuzetoetsen.
Pagina 187
Overzicht audio-installatie Lage- en hoge-tonenregeling. Zie Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling (bladzijde 190). Extra ingang selecteren. Zie Ingangsaansluiting (AUX IN) (bladzijde 207). Sony CD en Sony CD DAB E138370 Scannen. Zie Station afstemtoetsen (bladzijde 195). Zie CD-nummers scannen (bladzijde 204). Informatie. Zie Werking van de audio-installatie (bladzijde 190). Zie Menu's audio-installatie (bladzijde 197).
Pagina 188
Overzicht audio-installatie Balans- en fade-regeling. Zie Balance/fade (balans links/rechts, voor/achter) regeling (bladzijde 190). Oproep beëindigen. Zie Telefoon (bladzijde 210). Volumeregeling, navigatietoetsen en keuzetoets. Oproep beantwoorden. Zie Telefoon (bladzijde 210). Toonregeling. Zie Bass/treble (lage/hoge tonen) regeling (bladzijde 190). Telefoonmenu. Zie Telefoon (bladzijde 210). Radio en golfband selecteren.
N.B.: Na 10 mislukte pogingen wordt het toestel permanent uitgeschakeld en wordt LOCKED in het display weergegeven. Neem BEVEILIGINGSCODE contact op met uw Ford dealer. INVOEREN Verschijnt CODE - - - -, CODE 0000 of ENTER KEYCODE in het display wanneer...
Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding 12/24 uurs modus TIJD EN DATUM VAN DE AUDIO-INSTALLATIE Druk enkele malen op de MENU toets totdat het 12/24 symbool in het display INSTELLEN verschijnt. 6000CD 2. Gebruik de toets voor opwaarts zoeken of neerwaarts zoeken om de gewenste Datum en tijd veranderen instelling te kiezen.
Pagina 191
Audiodisplays met tijd- en datumaanduiding 3. Druk op de linker of rechter navigatietoets om de gewenste instelling te selecteren. 4. Druk op de MENU toets of de toets tussen de navigatietoetsen om uw selectie te bevestigen.
Werking van de audio-installatie AAN/UIT TOETS BALANCE/FADE (BALANS LINKS/RECHTS, Druk op de aan/uit knop. Hierdoor kan het VOOR/ACHTER) REGELING toestel nog een uur nadat het contact is afgezet worden gebruikt. De balansfunctie wordt gebruikt om de Na een uur schakelt het radiotoestel geluidsverdeling tussen de linker en rechter automatisch uit.
Pagina 193
Werking van de audio-installatie 6000CD Menufuncties Eerste niveau Tweede niveau Tijdens radio- Tijdens het afspelen Tijdens het afspelen Tijdens alle functies ontvangst van een cassette van een CD Handmatig 12/24 uur Scannen Lokale of algemene afstemmen verkeersberichten Scanfunctie Shuffle 12/24 uur Menu ADV Herhalen Klomp...
Werking van de audio-installatie Menufuncties Tijdens radio-ontvangst Tijdens het afspelen van een CD volume volume Lokale of algemene verkeersberichten Lokale of algemene verkeersberichten Regionaal AAN/UIT Shuffle Herhalen Comp AAN/UIT N.B.: De volgorde waarin functies verschijnen, kan verschillen afhankelijk van het audiotoestel of het voertuig.
Werking van de audio-installatie Verkeersberichten inschakelen N.B.: Wanneer u naar een ander deel van het land rijdt, worden FM RDS (radio data Voordat u verkeersberichten kunt system) radiostations die op alternatieve ontvangen, moet u op de TA toets drukken. frequenties uitzenden onder de TA-D dan wel TA-L wordt in het display voorkeuzetoetsen opgeslagen.
Pagina 196
Werking van de audio-installatie Indien een radiostation wordt gekozen of Sony CD met behulp van de voorkeuzetoetsen Druk op de MENU toets en gebruik de wordt opgeroepen dat geen opwaarts of neerwaarts navigatietoets verkeersinformatie uitzendt, dan blijft het om de TA display te selecteren. toestel op dat radiostation afgestemd 2.
Werking van de audio-installatie N.B.: Indien u op een ander tijdstip op TA Sony CD drukt, worden alle berichten uitgeschakeld. Kies een golfband en druk kort op de navigatietoets voor opwaarts zoeken of STATION AFSTEMTOETSEN neerwaarts zoeken. Het toestel stopt bij het eerste radiostation dat in de door u DAB-service linking gekozen richting wordt gevonden.
Pagina 198
Werking van de audio-installatie 6000CD Druk enkele malen op de MENU toets totdat SCAN in het display wordt weergegeven. 2. Druk op de toets voor opwaarts zoeken of neerwaarts zoeken om de gekozen golfband omhoog of omlaag af te zoeken. 3.
Menu's audio-installatie DSP-instellingen wijzigen AUTOMATISCHE VOLUMEREGELING Druk eenmaal op de DSP toets voor bezette zitplaatsen en tweemaal voor Indien van toepassing, past de de equalizer. Positie van onderdeel: Zie automatische volumeregeling (AVC) het Overzicht audio-installatie geluidsvolume aan, om geluiden van de (bladzijde 184).
Menu's audio-installatie Sony en Sony DAB Wanneer AF-MAN is gekozen, werkt het toestel op dezelfde wijze als bij AF-AUTO Druk kort op de MENU toets. of AF-ON, maar er wordt dan alleen naar alternatieve frequenties gezocht wanneer 2. Gebruik de navigatietoets omhoog of op een voorkeuzetoets wordt gedrukt.
Menu's audio-installatie Sony en Sony DAB REGIONALE MODUS (REG) Druk kort op de MENU toets. De regionale modus (REG) regelt het 2. Gebruik de navigatietoets omhoog of gedrag van AF door tussen regionale omlaag om REGIONAL te selecteren. netwerken van een hoofdzender te schakelen.
Pagina 202
Menu's audio-installatie 4. Gebruik de linker of de rechter navigatietoets om de functie in- of uit te schakelen. 5. Druk op de MENU toets of de toets tussen de navigatietoetsen om uw selectie te bevestigen.
CD-speler Sony en Sony DAB CD'S AANBRENGEN Druk eenmaal op de navigatietoets 6000CD, Sony en Sony DAB voor opwaarts zoeken om naar het volgende nummer te gaan of druk er Controleer altijd dat de CD-sleuf leeg is meerdere malen op om naar alvorens een CD in te brengen.
CD-speler 6. Herhaal stap vier en vijf om de resterende CD's te verwijderen. Breng het magazijn in de door de pijl aangegeven richting aan. Er is een duidelijke klik hoorbaar ter bevestiging van correct laden. 8. Sluit het portier. CD AFSPELEN N.B.: Tijdens het afspelen wordt de CD, het nummer en de tijd die is verstreken sinds de start van het nummer in het display...
CD-speler Sony en Sony CD DAB Druk enkele malen op de MENU toets totdat SHUF in het display wordt Druk tweemaal op de CD/AUX toets om weergegeven. de CD-wisselaar af te spelen. 2. Scroll met de toets voor opwaarts N.B.: Als op de CD/AUX toets wordt zoeken of neerwaarts zoeken door het gedrukt wanneer geen CD's zijn geladen, display totdat SHUF ALL of SHUFF CD...
CD-speler Alle behalve Sony en Sony DAB 3. Kies met behulp van de linker of rechter navigatietoetsen REPEAT TRACK of Druk enkele malen op de MENU toets REPEAT OFF. totdat COMP in het display wordt 4. Druk op de MENU toets om uw keuze weergegeven.
CD-speler MP3 nummers kunnen op verschillende CD'S UITWERPEN manieren op een CD worden opgenomen. Ze kunnen allemaal in de hoofdmap N.B.: De radio-ontvangst wordt worden geplaatst, net als bij een normale automatisch hervat wanneer op de toets audio-CD, of ze kunnen in een bepaalde EJECT wordt gedrukt.
CD-speler N.B.: Wanneer de gekozen ID3 informatie niet beschikbaar is, verschijnt NO MP3 TAG op het display. Opties weergave CD tekst Wanneer een audio CD met CD tekst wordt afgespeeld, kan een beperkte hoeveelheid informatie, die aan elk nummer is toegevoegd, worden weergegeven.
Ingangsaansluiting (AUX IN) N.B.: Stel voor optimale prestaties bij het afspelen van een extra apparaat het volume daarvan hoog. Hierdoor worden storingen gereduceerd wanneer het apparaat wordt aangesloten op de aansluiting voor de sigarenaansteker in de auto. Via de extra ingang (AUX IN), indien aanwezig, kan een extra apparaat zoals een MP3-speler op het audiotoestel van de auto worden aangesloten.
Zie Onjuiste beveiligingscode (bladzijde 187). Bericht dat aangeeft dat de systeembeveiliging het toestel heeft geblokkeerd nadat herhaaldelijk onjuiste LOCKED Keycodes zijn ingegeven. Neem contact op met uw Ford dealer. KEYCODE..Bericht dat u vraagt, de Keycode in te geven. Zie ENTER KEYCODE..
Storingen verhelpen audio-installatie Display van het audiotoestel Remedie Bericht dat u informeert dat de ingegeven Keycode INCORRECT onjuist is. Zie Onjuiste beveiligingscode (bladzijde 187).
E87991 met een handsfree systeem is, waardoor in sommige gevallen de prestaties van het Thuis systeem aanzienlijk worden beperkt. Om dit te voorkomen moeten alleen E87992 aanbevolen telefoons worden gebruikt. Kantoor Bezoek de website E87993 www.ford-mobile-connectivity.com voor volledige gegevens. E87994...
Bluetooth verbinding'. 2. Zoek in het Bluetooth menu van uw Telefoons die in het systeem zijn telefoon naar Ford Audio en selecteer opgeslagen zijn met behulp van de deze optie. telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. 3. Voer het op de voertuigdisplay N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten...
Telefoon N.B.: Als de audiounit wordt uitgeschakeld, N.B.: Raadpleeg de handleiding van de wordt een telefoongesprek verbroken. audio-unit voor meer informatie over de Wanneer de contactsleutel in de stand '0' bedieningsorganen. wordt gezet, blijft de telefoonverbinding Er moet een actieve telefoon aanwezig zijn. behouden.
Pagina 215
Telefoon Een nummer kiezen m.b.v. het Een gesprek beëindigen adresboek - Sony radio Gesprekken kunnen worden beëindigd door U kunt via Bluetooth toegang krijgen tot op de toets 'weigeren' te drukken. uw adresboek. De namen en nummers Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok verschijnen op het display van het kunt u ook een gesprek beëindigen door apparaat.
Pagina 216
Telefoon 4. Druk op de toets PHONE of de toets Een tweede inkomend gesprek 'beantwoorden' om het weigeren telefoonnummer te kiezen. Een tweede inkomend gesprek kan worden geweigerd door op de toets 'weigeren' te Laatst gekozen nummer opnieuw drukken. Bij audio-units zonder kiezen - Sony radio telefoontoetsenblok kunt u ook een Druk op de toets 'beantwoorden'.
Telefoon Een gekoppelde telefoon Met behulp van het menu op de ontkoppelen - Sony radio audio-unit N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem Een actieve telefoon kan op elk gewenst is gekoppeld, wordt deze de actieve moment uit het systeem worden gewist, telefoon.
Pagina 218
Telefoon Een gesprek beëindigen Een tweede inkomend gesprek beantwoorden Gesprekken kunt u beëindigen door op de toets BEËINDIGEN, de toets MODE op Een tweede inkomend gesprek kunt u de afstandsbediening of de toets aannemen door op de toets AAN/UIT op het navigatiesysteem te 'beantwoorden', de toets MODE op de drukken.
Pagina 219
Telefoon 2. Selecteer met behulp van de optie BT-INSTELLINGEN in het menu de actvieve telefoon in de lijst. Actieve telefoon afmelden Een actieve telefoon kan op elk gewenst moment uit het systeem worden gewist, behalve wanneer met deze telefoon een gesprek wordt gevoerd.
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
Pagina 222
Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 223
Spraaksturing CD-wisselaar Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De Overzicht volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. "CD CHANGER" "HELP" "PLAY" "DISC" "TRACK" "SHUFFLE ALL" "SHUFFLE CD" "SHUFFLE FOLDER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT CD"...
Pagina 224
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<een getal tussen 1 en 6>" "DISC <nummer>" * Kan als short cut worden gebruikt. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD CHANGER" "CD CHANGER" "TRACK NUMBER PLEASE"...
Pagina 225
Spraaksturing "RADIO" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "AM"...
Pagina 226
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" Afstemmen op naam Met deze functie kunt u op een opgeslagen radiostation afstemmen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 227
Spraaksturing Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 228
Spraaksturing Externe apparaten - USB Overzicht Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's. De ondersteunen de functionaliteit van een volgende lijsten bieden aanvullende extern USB-apparaat dat op de audiounit informatie over het complete kan worden aangesloten. commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden.
Pagina 229
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "USB" "USB" "PLAY" USB-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op het USB-apparaat kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "USB" "USB" "TRACK" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Getallen kunnen ook als max.
Pagina 230
Spraaksturing "EXTERNAL DEVICE", "IPOD" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Aan door spraakbesturing geactiveerde afspeellijsten moeten specifieke bestandsnamen worden toegewezen. Zie Algemene informatie (bladzijde 236). iPod-muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de iPod kiezen in de lijst met alle titels. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Spraaksturing Overzicht COMMANDO’S TELEFOON Het onderstaande overzicht toont de Telefoon beschikbare gesproken commando's. De volgende lijsten bieden aanvullende Met uw telefoonsysteem kunt u een extra informatie over het complete telefoonboek aanleggen. De opgeslagen commandomenu aan de hand van gekozen nummers kunnen met behulp van Voice voorbeelden.
Pagina 232
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NUMBER PLEASE" "DIAL NUMBER" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer> CONTINUE?" "DIAL" "DIALLING" "CORRECTION" "<laatste deel van nummer herhalen> CONTINUE?" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
Pagina 233
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
Pagina 234
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" "NUMBER PLEASE" "<telefoonnummer>" "<telefoonnummer>" "STORE" "STORING NUMBER" "<telefoonnummer>" "NUMBER STORED" Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist.
Spraaksturing Bestand wissen Met deze functie kunt u alle ingevoerde gegevens in één keer wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE DIRECTORY" "DELETE DIRECTORY" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIRECTORY DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Hoofdinstellingen Oproepen weigeren Oproepen kunnen zo worden ingesteld dat ze met spraakbesturing automatisch worden geweigerd.
Pagina 236
Spraaksturing Overzicht Het onderstaande overzicht toont de beschikbare gesproken commando's. De volgende lijsten bieden aanvullende informatie over het complete commandomenu aan de hand van gekozen voorbeelden. "CLIMATE" "HELP" "FAN" "DEFROSTING/DEMISTING ON" "DEFROSTING/DEMISTING OFF" "TEMPERATURE" "AUTO MODE" * Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN"...
Pagina 237
Spraaksturing Ontdooien/ontwasemen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "DEFROSTING ON/DEMISTING "DEFROSTING ON/DEMISTING ON" ON" "DEFROSTING OFF/DEMISTING "DEFROSTING OFF/DEMISTING OFF" OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
USB-aansluiting Zet de audio-unit altijd op een andere • iPod mediaspelers (ga naar bron (bijvoorbeeld de radio) alvorens www.ford-mobile-connectivity.com het USB-apparaat te ontkoppelen. voor de nieuwste compatibiliteitslijst). Breng geen USB-hubs of -splitters Het systeem is USB 2.0 Full Speed aan.
Voor een optimaal gebruiksgemak en een optimale audiokwaliteit wordt aangeraden Maak afspeellijsten met de naam een bijpassende eenpolige kabel aan te "Ford<*>", waar <*> een cijfer tussen 1 schaffen bij uw dealer. en 10 is voor het inschakelen van spraakregeling voor aangepaste De iPod kan tevens worden aangesloten afspeellijsten.
Om Album dit te voorkomen moeten alleen aanbevolen apparaten worden gebruikt. E100024 Artiest Bezoek de website www.ford-mobile-connectivity.com E100025 voor volledige gegevens. Bestandsnaam Apparaat aansluiten op E100026 (voertuig)systeem Titel van nummer N.B.: Sommige audio- en navigatie-units...
Pagina 241
Verbinding Druk eenmaal op de pijltjestoets Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag omhoog/omlaag of de OK toets om door of de OK toets om door de inhoud van het de inhoud van het apparaat te bladeren. apparaat te bladeren. De display toont de nummerinformatie en Druk op de MENU toets voor toegang tot de volgende andere belangrijke informatie: het USB-menu.
Pagina 242
Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SCAN toets om de huidige de volgende andere belangrijke informatie: (actieve) afspeellijst of het gehele USB-apparaat of de map te scannen. • Een verticale schuifbalk aan de rechterzijde van de display geeft de Druk op de INFO toets om het volgende huidige positie van het mapoverzicht weer te geven:...
Verbinding • "<" links van de display geeft aan dat IPOD GEBRUIKEN een niveau hoger leesbaar is. Verschillende pictogrammen worden • Pictogrammen aan de linkerzijde van gebruikt voor het herkennen van de nummer-/maptekst geven het type verschillende audiobestanden, mappen bestand/map aan. Raadpleeg de lijst enz.
Pagina 244
Verbinding De iPod-menulijst voor het bladeren door Houd de pijltjestoetsen naar links/rechts de inhoud is beschikbaar via de ingedrukt om snel achteruit/vooruit door radiodisplay. Bladeren door de inhoud is een nummer te gaan. gebaseerd op hetzelfde principe als voor Druk op de pijltjestoets omhoog/omlaag het gebruik van een stand-alone iPod of de OK toets om door de inhoud van de (bijvoorbeeld zoeken op artiest, titel enz.).
Pagina 245
Verbinding De display toont de nummerinformatie en Druk op de SCAN toets om de op dit de volgende andere belangrijke informatie: moment geselecteerde nummers te scannen. • Een verticale schuifbalk aan de rechterzijde van de display geeft de Druk op de INFO toets om het volgende huidige positie van het lijstoverzicht weer te geven: aan.
Pagina 246
Verbinding • "<" voor de lijst geeft aan dat een niveau hoger leesbaar is. • Een pictogram aan de linkerzijde geeft het type van de op dit moment weergegeven lijst aan (bijvoorbeeld een albumlijst). Raadpleeg de lijst voor een uitleg van deze pictogrammen. Gebruik voor het navigeren door de inhoud van de iPod de scroll-toetsen om door lijsten te bladeren.
Veiligheidsinformatie Lees de volgende veiligheidsmaatregelen en volg deze op. Wanneer u dit nalaat wordt de kans op een aanrijding en lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor Company is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet opvolgen van deze richtlijnen.
GPS-ontvanger in de auto. fabrikanten van mobiele telefoons een groot aantal profielen in hun Bluetooth N.B.: De Ford Mobile Navigation moet apparaten implementeren. Daardoor is het worden geïnstalleerd en geactiveerd op uw mogelijk dat een telefoon niet compatible mobiele telefoon.
Pagina 249
Navigatiesysteem E114213 2. Schakel uw mobiele telefoon in en start de Ford Mobile Navigation. 3. Kies Selecteer navigatie. 4. Kies Adres. 5. Wijzig de route-opties indien nodig en start de routebegeleiding. 6. De bochtinformatie wordt weergegeven in de voertuigdisplay. De gesproken instructies zijn hoorbaar via de voertuigluidsprekers.
TYPEGOEDKEURINGEN Het woord, het merk en de logo's FCC/INDUSTRY CANADA NOTICE Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG Inc. en de Ford Motor Company mag Het apparaat voldoet aan Deel 15 van de dergelijke merktekens onder licentie FCC-regelgeving. Bediening is onderhevig gebruiken.
Bijlagen E114220 WAARSCHUWINGEN ELEKTROMAGNETISCHE Radiofrequentie (RF) zenders (bijv. COMPATIBILITEIT mobiele telefoons, amateur radiozenders, enz.) mogen alleen in uw auto worden gemonteerd wanneer WAARSCHUWINGEN deze voldoen aan de in onderstaande tabel Uw auto is getest en gecertificeerd vermelde parameters. Er zijn geen volgens de wetgeving betreffende bijzondere voorzieningen of voorwaarden elektromagnetische comptabiliteit...
Pagina 252
Bijlagen WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Houd antenne- en voedingskabels centimeter van elektronische modules en op een afstand van tenminste 10 airbags. E85998 Frequentieband Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 3, 4 30 – 54 50 W 1, 2, 3 68 –...
Pagina 253
Bijlagen Controleer of de elektromagnetische velden die door de gemonteerde zender in het interieur van de auto worden opgewekt niet de grenzen overschrijden waaraan het menselijk lichaam mag worden blootgesteld.
Pagina 255
Index Akoestische waarschuwingssignalen en -indicaties............70 Automatische transmissie........70 Herinneringssysteem Zie: Klimaatregeling..........85 veiligheidsgordel..........70 Aan/uit toets..........190 Laag brandstofpeil..........70 Aandrijving op alle wielen......118 Sleutel in contact..........70 Aanhangers trekken........134 Sleutel niet in auto..........70 Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Verlichting ingeschakeld........70 ................103 Vorst................70 Aansteker............101 Alarm..............39 Alarm inschakelen.........39 Zie: Remmen............119 Automatische vertraging van het Accessoires...
Pagina 256
Index Automatische transmissie......115 Banden Aanwijzingen voor het rijden met een Zie: Velgen en banden........164 Bass/treble (lage/hoge tonen) automatische transmissie......117 regeling............190 Handmatig schakelen - Auto's met 5-traps transmissie............116 Alle behalve Sony en Sony DAB....190 Sportmodus en handmatig schakelen - Sony en Sony DAB..........190 Batterij van afstandsbediening Auto's met 6-traps transmissie....116 Standen van transmissiehendel....115...
Pagina 257
Index CD's uitwerpen..........205 Dakrekken en bagagedragers....131 6000CD..............205 Dakdragers aanbrengen........131 Sony CD..............205 Fietsendrager............132 CD afspelen...........202 Imperiaal..............131 De juiste zitpositie innemen.......95 6000CD..............202 De motorkap openen en sluiten.....150 Afspelen CD-wisselaar........202 Sony en Sony CD DAB........202 De motorkap openen........150 CD-nummers comprimeren....203 De motorkap sluiten..........150 Dieselroetfilter..........108 Alle behalve Sony en Sony DAB....204 Sony en Sony DAB..........204...
Pagina 258
Index Elektrische portiersloten Gebruik maken van snelheidsregeling........127 Zie: Vergrendelen en ontgrendelen....31 Elektrisch verstelbare Cruise control inschakelen.......127 buitenspiegels..........64 Cruise control uitschakelen......128 Elektrisch inklapbare buitenspiegels....64 Ingestelde snelheid opnieuw Richtingen waarin de spiegel kan worden inschakelen............128 gekanteld............64 Ingestelde snelheid uitschakelen....128 Elektrisch verstelbare stoelen....97 Ingestelde snelheid veranderen.....127 In zes richtingen elektrisch verstelbare Snelheid instellen..........127...
Pagina 259
Index Handmatige klimaatregeling....86 Infoberichten............78 Aanjager..............86 Aandrijving op alle wielen.........79 Airconditioning............87 Actuele berichten bekijken.......79 Interieur snel verwarmen........86 Bandenspanningcontrolesysteem....84 Luchtrecirculatie..........86 Berichtenindicator..........79 Luchtverdeelknop..........86 Berichtsymbolen..........79 Ventilatie..............87 Niet goed gesloten portier(en).......79 Handmatig verstelbare stoelen....96 Onderhoud..............81 Alle uitvoeringen..........96 Sleutelloze toegang..........80 Handrem Stabiliteitsregeling (ESP).........82 Zie: Parkeerrem............119 Stuurbekrachtiging..........82 Hoofdsteunen..........95 Transmissie............83 Hoofdsteun instellen..........95...
Pagina 260
Koelvloeistoftemperatuurmeter....66 Mistachterlichten...........49 Kijk voor het Ford logo op de volgende Mistlampen - Achter onderdelen............8 Zie: Mistachterlichten.........49 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Mistlampen - Voor onderdelen Ford onderdelen zijn....8 Onderhoud............149 Zie: Voorste mistlampen........49 Motorkapslot Algemene informatie........149 Zie: De motorkap openen en sluiten...150...
Pagina 261
Index Overzicht motorruimte - 2,0 l Regeling functie Duratorq-TDCi (DW) diesel ....153 verkeersinformatie........193 Overzicht motorruimte - 2,5 l Duratec Instellen van het voorgeprogrammeerde (VI5)..............151 volume...............194 Overzicht van symbolen.........7 Lokale of algemene Symbolen in dit instructieboekje.......7 verkeersinformatie........194 Symbolen op uw auto...........7 Verkeersberichten beëindigen.......194 Verkeersberichten inschakelen.....193 Volume van de verkeersberichten....194...
Pagina 262
Index Setup telefoon..........210 Spraakgestuurd regelsysteem gebruiken............218 Een andere Bluetooth telefoon aanmelden............211 Spraaklabel............219 Telefoonboek............210 Werking van het systeem........218 Spraaksturing..........42 Telefoonboekcategorieën.......210 Van een telefoon een actieve telefoon Werking..............218 Staat na een aanrijding......140 maken..............211 Shuffle/random (door Stabiliteitsregeling........120 elkaar/willekeurig)........203 Werking..............120 Standverwarming 6000CD..............203 Sony CD en Sony CD DAB......203 Zie: Extra verwarming........90 Sleeppunten...........147 Starten met hulpstartkabels...
Pagina 263
Index Tijd en datum van de audio-installatie Verbinding............236 instellen............188 Algemene informatie........236 Vergrendelen en ontgrendelen....31 6000CD..............188 Sony en Sony DAB..........188 Automatisch opnieuw vergrendelen.....33 Tips voor het rijden met ABS Bevestiging van het vergrendelen en Zie: Tips voor rijden met ABS ......119 ontgrendelen............31 Tips voor het rijden........138 Centrale vergrendeling........31...
Pagina 264
Index Voorruitsproeiers..........44 Winterbanden Voorruitwissers..........43 Zie: Gebruik van winterbanden......175 Automatisch ruitenwissersysteem....43 Wissen met intervallen........43 Voorste mistlampen........49 Voorzorgsmaatregelen voor koude Zekeringen............141 weersomstandigheden......138 Zonnekleppen ..........100 Panoramadak............100 Waarschuwings- en indicatielampen...........67 Berichtenindicator..........69 Controlelamp 'Vorst'..........68 Controlelamp ABS..........67 Controlelamp airbag...........67 Controlelamp automatische snelheidsregeling..........67 Controlelamp grootlicht........69 Controlelamp koplampen........68 Controlelamp laadstroom.......68 Controlelamp laag brandstofpeil....68 Controlelamp mistachterlichten....69...