Actieve parkeerhulp
N.B.: De auto schakelt in de parkeerstand
(P) wanneer het parkeren is voltooid.
IN EEN PARKEERPLEK VOOR
FILEPARKEREN RIJDEN -
AUTO'S MET: SEMI-ACTIEVE
PARKEERHULP
1.
Druk op de knop voor actieve
parkeerhulp.
2. Selecteer fileparkeren.
N.B.: Het systeem detecteert andere
voertuigen en stoepranden om een
parkeerplek te vinden.
3. Gebruik de richtingaanwijzer om een
parkeerplek te zoeken aan de
bestuurders- of passagierszijde van de
auto.
N.B.: Het systeem zoekt standaard een
parkeerplek aan de passagierszijde van de
auto als u de richtingaanwijzer niet gebruikt.
4. Rijd circa 1 m met de auto voorbij en
evenwijdig met andere geparkeerde
voertuigen wanneer u een parkeerplek
zoekt.
N.B.: Zodra de parkeerhulp een parkeerplek
heeft gevonden, klinkt een geluidssignaal
en verschijnt een bericht in het informatie-
en entertainmentdisplay.
5. Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
6. Laat het stuurwiel los en schakel in de
achteruit (R).
7.
Gebruik het gaspedaal en rempedaal
om uw rijsnelheid te regelen tijdens het
parkeren. U bent verantwoordelijk voor
het tot stilstand brengen van de auto.
8. Actieve parkeerhulp gebeurt in
verschillende stappen, waarbij u
meermaals moet schakelen. Volg de
instructies op het scherm totdat het
parkeren is voltooid.
Ranger (TRB) Vehicles Built From: 03-10-2022, nlNLD, Edition date: 202206, DOM
(indien aanwezig)
N.B.: U kunt de auto op elk moment
afremmen door het rempedaal in te trappen.
N.B.: Wanneer u tussen twee voorwerpen
fileparkeert, parkeert het systeem dichter
bij het voorwerp voor de auto. Zo kunt u
eenvoudiger bij de bagageruimte.
IN EEN LOODRECHTE
PARKEERPLEK RIJDEN -
AUTO'S MET: VOLLEDIGE
PARKEERHULP
1.
Druk kort op de knop van de
parkeersensoren.
N.B.: Parkeerhulp herkent geen belijning
van parkeerplekken en centreert de auto
tussen voorwerpen.
2. Druk op het pictogram voor
parkeerhulp op het aanraakscherm.
3. Selecteer inparkeren.
4. Gebruik de richtingaanwijzer om een
parkeerplek te zoeken aan de
bestuurders- of passagierszijde van de
auto.
N.B.: Als u de richtingaanwijzer niet
gebruikt, zoekt het systeem een parkeerplek
aan de passagierszijde van de auto.
5. Rijd circa 1 m met de auto weg van en
loodrecht op andere geparkeerde
voertuigen wanneer u een parkeerplek
zoekt.
N.B.: Zodra de parkeerhulp een parkeerplek
heeft gevonden, klinkt een geluidssignaal
en verschijnt een bericht in het informatie-
en entertainmentdisplay.
6. Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
7.
Laat het stuurwiel los en schakel in
neutraal (N).
8. Houd de knop van de parkeersensoren
ingedrukt.
266