Vierwielaandrijving
N.B.: Als de auto is uitgerust met de 4x4
deeltijds inschakelbare verdeelbak en u van
consistent losse of gladde ondergronden
naar droog, hard wegdek gaat, controleer
dan of het vierwielaandrijvingssysteem niet
mechanisch wordt geblokkeerd in
tweewielaandrijving hoog.
N.B.: In bepaalde scenario's, wanneer het
vierwielaandrijvingssysteem moeite heeft
met inschakelen, kan een Om 4x4 te
activeren, rem af tot 3 mph of Om 4x4 te
activeren, rem af tot 5 km/h bericht
worden weergegeven op het
instrumentenpaneel. Dit bericht kan ook
worden weergegeven tijdens inschakelen
van het vierwielaandrijvingssysteem in
extreem koud klimaat aan het begin van de
rijcyclus. Zodra de aandrijflijn opwarmt, kunt
u het overschakelen naar vierwielaandrijving
hervatten zoals gebruikelijk.
Rijden met auto's met
vierwielaandrijving met een
reservewiel of verschillende
banden
Bij auto's met vierwielaandrijving kan de
maat van het reservewiel een impact
hebben op het
vierwielaandrijvingssysteem.
Als er een aanzienlijk verschil is tussen de
maat van het reservewiel en de andere
banden, kan de functie voor
vierwielaandrijving beperkt zijn, kan er meer
lawaai en ongemak zijn en kan de
aandrijflijn beschadigd raken.
Ten gevolge van normale bandenslijtage
is uw reservewiel mogelijk niet van
dezelfde maat als uw gebruikte banden,
waardoor het reservewiel een afwijkende
maat heeft. Gebruikt het reservewiel
slechts beperkt.
Wanneer u rijdt met een afwijkend
reservewiel met band, mag u het volgende
niet doen:
Ranger (TRB) Vehicles Built From: 03-10-2022, nlNLD, Edition date: 202206, DOM
(indien aanwezig)
•
Sneller rijden dan 80 km/h bij gebruik
van een modus voor
vierwielaandrijving.
•
Een modus voor vierwielaandrijving
selecteren, tenzij de auto stil staat.
•
Een modus voor vierwielaandrijving
gebruiken op droog wegdek.
De functionaliteit van de
vierwielaandrijving kan beperkt zijn
wanneer u met een afwijkend wiel met
band rijdt, vooral wanneer u in een
mechanisch vergrendelde modus voor
vierwielaandrijving rijdt. U kunt het
volgende ervaren:
•
Extra geluid van de verdeelbak of
andere aandrijvingscomponenten.
•
Moeite met in- en uitschakelen van een
mechanisch vergrendelde modus voor
vierwielaandrijving.
•
Beschadiging van onderdelen van de
aandrijflijn.
N.B.: Schakel de vierwielaandrijving niet in
wanneer u met een reservewiel rijdt, tenzij
de auto ergens in vastzit.
Voer onmiddellijk de volgende stappen uit
om naar 2H te schakelen wanneer de auto
niet meer vastzit:
1.
Kom tot stilstand op een vlak,
horizontaal oppervlak.
2. Zet de transmissie in de parkeerstand
(P) voor automatische transmissies en
neutraal (N) voor handgeschakelde
transmissies.
3. Schakel over naar tweewielaandrijving.
4. Zet de transmissie in de achteruit (R).
5. Zet de transmissie in de vooruit (D)
voor automatische transmissies en in
de eerste versnelling voor
handgeschakelde transmissies, om
ervoor te zorgen dat het systeem van
de verdeelbak niet vast komt te zitten.
210