Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Feel the difference
FordTransit
Instructieboekje

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Ford Transit 2009

  • Pagina 1 Feel the difference FordTransit Instructieboekje...
  • Pagina 2 Deze publicatie, of een deel daarvan, mag niet worden gereproduceerd of vertaald zonder onze toestemming. Fouten of omissies uitgesloten. © Ford Motor Company 2009 Alle rechten voorbehouden. Onderdeelnummer: 9C1J-19A321-CA (CG3527nl) 05/2009 20090604134024...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding Stuurwiel Over deze handleiding......5 Audiobediening........27 Overzicht van symbolen......5 Spraaksturing...........28 Onderdelen en accessoires....5 Ruitenwissers en ruiten- sproeiers Kort overzicht Voorruitwissers........29 Kort overzicht..........6 Automatisch in- en uitschakelende ruitenwissers........29 Bescherming van Voorruitsproeiers........30 inzittenden Achterruitwissers en -sproeiers...30 Werking.............13 Ruitenwisserbladen controleren...31 Veiligheidsgordels vastmaken....14 Ruitenwisserbladen vervangen.....31 Hoogte van veiligheidsgordels afstellen..........15...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Akoestische waarschuwingssignalen Motor uitschakelen.........82 en -indicaties........54 Brandstof en tanken Infodisplays Veiligheidsmaatregelen......83 Algemene informatie......55 Brandstofkwaliteit - Benzine....83 Infoberichten..........57 Brandstofkwaliteit - Diesel.....83 Persoonlijke instellingen......60 Katalysator..........84 Tankklep...........84 Klimaatregeling Tanken............85 Werking.............63 Brandstofverbruik ........85 Ventilatieroosters........63 Technische specificatie......85 Handmatige klimaatregeling....64 Verwarmde ruiten en spiegels....66 Versnel- Extra verwarming........66 lingsbak/transmissie Handgeschakelde versnellingsbak..89...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Parkeerhulp Staat na een aanrijding Werking.............97 Onderbrekingsschakelaar brandstoftoevoer.......112 Gebruik maken van de parkeerhulp..........97 Componenten van veiligheidssysteem inspecteren..........112 Achteruitkijkcamera Zekeringen Werking.............99 Plaatsen zekeringenhouders....113 Achteruitkijkcamera gebruiken.....99 Een zekering vervangen.......115 Specificatie-overzicht zekeringen..115 Snelheidsregeling (cruise control) Bergen van de auto Werking...........103 Sleeppunten...........124 Gebruik maken van snelheidsregeling (cruise control)........103 Auto op vier wielen slepen....124 Auto op vier wielen slepen - AWD..125...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Ruitensproeiervloeistof controleren..136 Setup telefoon........184 Technische specificatie......136 Setup Bluetooth........185 Bedieningselementen telefoon...186 Verzorging van de auto Gebruik maken van de telefoon - Auto's zonder Navigatiesysteem ....186 Reinigen van buitenzijde auto.....140 Gebruik maken van de telefoon - Auto's Reinigen van binnenzijde auto.....141 met Navigatiesysteem .....190 Kleine lakschade repareren....141 Spraaksturing...
  • Pagina 7: Inleiding

    U riskeert beschadiging van uw auto Hartelijk dank voor het kiezen van een wanneer u niet de instructies opvolgt Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om waarop u door dit uw auto goed te leren kennen door dit waarschuwingssymbool wordt instructieboekje zorgvuldig te lezen.
  • Pagina 8: Kort Overzicht

    Kort overzicht KORT OVERZICHT Overzicht instrumentepaneel - wagens met links stuur E70781...
  • Pagina 9 Kort overzicht Overzicht instrumentepaneel - wagens met rechts stuur E76166 Schakelaar elektrisch bedienbare buitenspiegel. Zie Elektrisch verstelbare buitenspiegels (bladzijde 46). Lichtschakelaar. Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 33). Multifunctionele hendel. Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 35). Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 33). Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 48). Klok.
  • Pagina 10 Kort overzicht Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 63). Aansteker. Zie Aansteker (bladzijde 76). Bediening temperatuurregelsysteem. Zie Klimaatregeling (bladzijde 63). Schakelhendel. Zie Handgeschakelde versnellingsbak (bladzijde 89). Controlelamp airbag aan passagierszijde uitgeschakeld. Zie Passagiersairbag uitschakelen (bladzijde 16). Schakelaar AWD (All Wheel Drive). Zie Aandrijving op alle wielen (AWD) (bladzijde 89).
  • Pagina 11 Kort overzicht Informatiedisplays 15:04 15.0 C ACTIERAD. TOT 200 km E73266 Druk de SET en RESET toets in om een submenu of het item dat u wilt instellen te BRANDST.VERBR. selecteren. 8.0 l/100 Zie Infodisplays (bladzijde 55). Waarschuwings- en GEM. SNELHEID controlelampen 87 km/h Controlelamp remblokslijtage...
  • Pagina 12 Kort overzicht Controlelamp Schuifdeur water-in-brandstof (uitvoeringen met dieselmotor) Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 50). Vergrendelen en ontgrendelen Achterdeuren E71289 Bestelwagen en Kombi Vergrendelen Ontgrendelen Dubbele achterdeuren E71287 Ontgrendelen of openen Vergrendelen Wit zichtbaar, deur vergrendeld E71290 Buitenzijde Binnenzijde...
  • Pagina 13 Kort overzicht Achterklep E71292 E69125 Buitenzijde Binnenzijde Zie Extra voedingsaansluitingen (bladzijde 77). Werking van het Stationair toerental na het vergrendelingssysteem starten Het vergrendelingssysteem van uw auto kan zijn geprogrammeerd in een van de Wanneer de motor koud is, kan het drie primaire vergrendelingscombinaties.
  • Pagina 14 Kort overzicht Zie Handgeschakelde versnellingsbak (bladzijde 89). Roetfilter (DPF) dieselmotor WAARSCHUWING Laat de motor niet stationair draaien of parkeer de wagen niet op droge bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het DPF-regeneratieproces werkt met bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen en na het afzetten van de motor en tijdens en na DPF-regeneratie blijft de uitlaat een aanzienlijke hoeveelheid hitte uitstralen.
  • Pagina 15: Bescherming Van Inzittenden

    Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: De front-airbag aan passagierszijde Wijzig de voorzijde van de wagen biedt bescherming voor een dubbele op geen enkele wijze.
  • Pagina 16: Veiligheidsgordels Vastmaken

    Bescherming van inzittenden Zij-airbags WAARSCHUWINGEN Gebruik de veiligheidsgordel voor één persoon. Gebruik voor iedere stoel het juiste gordelslot. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet slap of gedraaid zit. Draag geen dikke kleding. De veiligheidsgordels bieden optimaal bescherming wanneer ze nauwsluitend worden gedragen. Leg de schoudergordel over het midden van de schouder en leg de heupgordel strak over uw heupen.
  • Pagina 17: Hoogte Van Veiligheidsgordels Afstellen

    Bescherming van inzittenden HOOGTE VAN VEILIGHEIDSGORDELS AFSTELLEN Veiligheidsgordel, voor E68585 E68901 Veiligheidsgordel, achter E68586 WAARSCHUWING Steek de slottong in het gordelslot tot een zachte klik hoorbaar is. U hebt de veiligheidsgordel niet correct bevestigd wanneer u geen klik hoort. Trek de veiligheidsgordel gelijkmatig uit. Deze kan blokkeren wanneer u hem te snel uittrekt of wanneer de auto op een E73074...
  • Pagina 18: Gebruik Van Veiligheidsgordels Tijdens Zwangerschap

    Bescherming van inzittenden PASSAGIERSAIRBAG WAARSCHUWING UITSCHAKELEN Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel soepel door de geleider glijdt. WAARSCHUWING GEBRUIK VAN Om het risico van fataal letsel of ernstige verwonding te vermijden, VEILIGHEIDSGORDELS mag NOOIT een kinderzitje TIJDENS ZWANGERSCHAP achterwaarts op een voorstoel worden geplaatst, tenzij de airbag is UITGESCHAKELD.
  • Pagina 19 Bescherming van inzittenden Airbag aan passagierszijde uitschakelen E71312 Wanneer een kinderzitje op de voorstoel wordt geplaatst, let er dan op dat de sleutelschakelaar in de stand A staat. Controleer bij het aanzetten van het contact, of de controlelamp airbag aan passagierszijde uitgeschakeld brandt.
  • Pagina 20: Sleutels En Afstandsbediening

    Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE OVER RADIOFREQUENTIES LET OP De radiofrequentie van de afstandsbediening kan ook worden gebruikt door andere zenders met een klein bereik (bijvoorbeeld zendamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons, afstandsbedieningen en alarmsystemen). Wanneer de frequenties worden gestoord, kunt u geen gebruik meer maken van uw afstandsbediening.
  • Pagina 21: Sloten

    Sloten Portieren met de sleutel VERGRENDELEN EN vergrendelen en ontgrendelen ONTGRENDELEN Dubbele vergrendeling WAARSCHUWING Schakel de dubbele vergrendeling niet in wanneer zich personen of dieren in de wagen bevinden. Wanneer de dubbele vergrendeling is ingeschakeld kunnen de portieren niet van binnenuit worden ontgrendeld. Dubbele vergrendeling is een voorziening tegen diefstal die voorkomt dat personen de portieren van binnenuit kunnen...
  • Pagina 22 Sloten Portieren met de Wanneer u het witte merkteken ziet, is afstandsbediening het portier vergrendeld. vergrendelen en ontgrendelen Achterdeuren E71293 Vergrendelen Ontgrendelen Laadruimte ontgrendelen Druk de betreffende toets eenmaal in. E71287 Portieren met de afstandsbediening dubbel Ontgrendelen of openen vergrendelen Vergrendelen Druk de vergrendeltoets tweemaal in.
  • Pagina 23 Sloten Schuifdeur E71291 Achterklep E71289 Bestelwagen en Kombi Vergrendelen Ontgrendelen Dubbele achterdeuren E71292 Buitenzijde Binnenzijde De ontgrendelknop is via de opening aan de onderzijde van de achterklep bereikbaar. Slagvergrendeling N.B.: Laat uw sleutels niet in de wagen liggen. N.B.: U hoort een kort claxonsignaal wanneer u probeert de deuren te E71290 vergrendelen terwijl er nog een deur is...
  • Pagina 24 Sloten Met behulp van slagvergrendeling kan Wanneer u de achterdeuren of de een portier worden gesloten met de achterklep en de schuifdeur wilt sleutel of de afstandsbediening bij een ontgrendelen, druk dan de geopend portier. Het portier wordt ontgrendeltoets van de laadruimte vergrendeld als deze wordt gesloten.
  • Pagina 25 Sloten Zone opnieuw vergrendelen De sloten van de Bestelwagen, Bus en Kombi zijn onderverdeeld in twee zones, die van de cabine en van de laadruimte. De Chassis-cabine heeft slechts één zone: die van de cabine. • Verlaat de wagen en druk op de vergrendeltoets.
  • Pagina 26: Motorstartblokkering

    Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
  • Pagina 27: Alarm

    Het beschermt ook de wanneer u het alarm gedeeltelijk audio-installatie en de aanhanger (indien inschakelt. De beveiliging van het interieur een Ford trekhaak is gemonteerd). U kunt wordt niet geactiveerd wanneer u de de alarminstallatie volledig of gedeeltelijk alarminstallatie bij geopend portier inschakelen.
  • Pagina 28: Alarm Inschakelen

    Alarm ALARM INSCHAKELEN ALARM UITSCHAKELEN Perimeter alarm Perimeter alarm Twintig seconden nadat u de deuren hebt Schakel de alarminstallatie en het vergrendeld schakelt de alarminstallatie alarmsignaal uit door de deuren met de in. Tijdens deze vertraging kunt u de sleutel te ontgrendelen, zet het contact deuren of de motorkap sluiten zonder het met een correct gecodeerde sleutel aan alarm te activeren.
  • Pagina 29: Stuurwiel

    Stuurwiel Seek (zoekfunctie) AUDIOBEDIENING Kies de radio, CD of cassette modus op de audio-installatie. De volgende functies kunnen met de afstandsbediening worden bediend: Volume E78047 Beweeg de hendel naar boven of naar beneden: • In de radio modus wordt het eerstvolgende radiostation op een hogere of lagere frequentie opgezocht.
  • Pagina 30: Spraaksturing

    Stuurwiel Druk kort op de toets aan de zijkant: • In de radio modus wordt het volgende in het geheugen opgeslagen radiostation opgezocht. • In de CD modus wordt de volgende CD gekozen wanneer een CD-wisselaar is gemonteerd. • In alle modi om een verkeersbericht te onderbreken.
  • Pagina 31: Ruitenwissers En Ruitensproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITWISSERS AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELENDE RUITENWISSERS Automatisch wissen E71014 E71012 LET OP Schakel de automatische wisfunctie Eenmalig wissen niet bij droog weer in. De Wissen met intervallen regensensor is bijzonder gevoelig en Normale wissnelheid de ruitenwissers kunnen in werking treden indien de voorruit met vuil, mist of vliegen Hoge wissnelheid in aanraking komt.
  • Pagina 32: Voorruitsproeiers

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer u de automatische wisfunctie VOORRUITSPROEIERS inschakelt nadat het contact is aangezet, maken de ruitenwissers een wisbeweging ongeacht of de voorruit droog of nat is. De regensensor meet daarna continu de hoeveelheid water op de voorruit en zal de snelheid van de ruitenwissers automatisch instellen.
  • Pagina 33: Ruitenwisserbladen Controleren

    Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier, achter RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN E71018 E93783 WAARSCHUWING Schakel de achterruitsproeier niet langer dan 10 seconden achtereen in of wanneer het reservoir leeg is. RUITENWISSERBLADEN CONTROLEREN E93784 E66644 Controleer met uw vingertoppen de rubber randen van de ruitenwisserbladen op oneffenheden.
  • Pagina 34 Ruitenwissers en ruitensproeiers E93786 Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
  • Pagina 35: Verlichting

    Verlichting Een zijde VERLICHTINGSBEDIENING Standen van de lichtschakelaar E77368 Rechterzijde Linkerzijde Grootlicht en dimlicht E71094 Stads- en achterlichten Koplampen Mistlampen, voor Mistachterlichten Parkeerlichten Parkeerlichten E71095 Zet eerst het contact af. Trek de hendel geheel naar het stuurwiel Beide zijden toe om tussen grootlicht en dimlicht te wisselen.
  • Pagina 36: Automatisch In- En Uitschakelende Verlichting

    Verlichting Home safe verlichting Afhankelijk van de lichtsituatie worden de koplampen automatisch in- en Schakel de verlichting uit en trek de uitgeschakeld. richtingaanwijzer naar het stuurwiel toe om de koplampen in te schakelen. Er VOORSTE MISTLAMPEN klinkt kort een signaal. Bij een geopende deur gaan de koplampen automatisch na drie minuten uit, of 30 seconden nadat de laatste deur is gesloten.
  • Pagina 37: Koplamphoogte Afstellen

    Verlichting WAARSCHUWINGSKNIP- WAARSCHUWING PERLICHTEN Schakel de mistachterlichten niet in bij regen of sneeuwval en wanneer het zicht meer dan 50 meter bedraagt. E71943 N.B.: Wanneer de automatische Voor locatie: Zie Kort overzicht verlichting is ingeschakeld, kunnen de (bladzijde 6). mistachterlichten niet worden ingeschakeld.
  • Pagina 38: Interieurverlichting

    Verlichting Leeslampen - uitvoeringen met INTERIEURVERLICHTING interieursensoren Leeslampen - uitvoeringen zonder interieursensoren E71945 E71099 Portiercontact Portiercontact Wanneer u de schakelaar in stand B zet, gaat de interieurverlichting branden Interieurverlichting zonder schakelaar wanneer u een deur of de achterklep brandt alleen wanneer de schakelaar op ontgrendelt of opent.
  • Pagina 39: Tredeverlichting

    Verlichting Leeslampen N.B.: Wanneer de wagen is voorzien van airconditioning raden wij aan uw dealer te vragen of hij de gloeilampen van uw wagen wil vervangen. Sommige gloeilampen zijn moeilijk bereikbaar. N.B.: U moet de koplamp verwijderen om de gloeilamp van de koplamp, het stadslicht of de richtingaanwijzer te vervangen.
  • Pagina 40 Verlichting Grootlicht en dimlicht Stadslichten E71060 1. Verwijder de koplamp. 2. Verwijder de kap. 3. Verwijder de gloeilamp en de lamphouder. E71058 4. Verwijder de gloeilamp. Richtingaanwijzers, voor E71061 E71059 1. Verwijder de koplamp. 1. Verwijder de koplamp. 2. Draai de lamphouder linksom en 2.
  • Pagina 41 Verlichting Mistlampen, voor 1. Verwijder voorzichtig het huis van het zijknipperlicht. 2. Pak de lamphouder beet, draai het huis linksom en verwijder het. 3. Verwijder de gloeilamp. Type 2 E71062 N.B.: De gloeilamp kan niet uit de lamphouder worden genomen. 1.
  • Pagina 42 Verlichting Achterlichtunits 1. Trek de stekker los. 2. Draai de lamphouder linksom en Bus en Kombi verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. Jumbo bestelwagen E71065 1. Draai het glas links- of rechtsom en verwijder het. 2. Verwijder de gloeilamp. E71066...
  • Pagina 43 Verlichting Chassis Cabine en uitvoeringen met open laadbak E71068 E71067 Achterlicht en remlicht Richtingaanwijzer Achteruitrijlamp Mistachterlicht E71069 1. Verwijder de vleugelmoeren. 2. Verwijder de achterlichtunit en maak Richtingaanwijzer de lamphouder los. Remlicht 3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de Achterlicht lamphouder en draai de gloeilamp linksom.
  • Pagina 44 Verlichting Achterlichten Markeringslichten op het dak Uitvoeringen met open laadbak E71072 1. Werk voorzichtig het glas los van de E71073 houder. 1. Verwijder de schroeven. 2. Druk voorzichtig de gloeilamp in de 2. Verwijder het glas. lamphouder en draai de gloeilamp 3.
  • Pagina 45 Verlichting Interieurverlichting, voor Uitvoeringen met een achterklep Uitvoeringen zonder interieursensoren E71075 1. Verwijder het lampglas. 2. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. Uitvoeringen met open laadbak E71077 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2.
  • Pagina 46 Verlichting E73939 E73092 1. Werk voorzichtig de lamp los. 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Draai de lamphouder linksom en 2. Verwijder het glas. verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. 3. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting, achterin Tredeverlichting E71078 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2.
  • Pagina 47: Gloeilampentabel

    Verlichting GLOEILAMPENTABEL Gloeilamp Watt (specificatie) Remlicht - Chassis-cabine en uitvoering met open laadbak Derde remlicht Richtingaanwijzer, voor Mistlamp, voor 55 (H11) Grootlicht en dimlicht 55/60 Interieurverlichting Kentekenplaatverlichting - behalve uitvoeringen met dubbele achterdeuren Kentekenplaatverlichting - uitvoeringen met dubbele achterdeuren Leeslamp Richtingaanwijzer, achter Mistachterlicht Markeringslicht, achter - uitvoering met open laadbak...
  • Pagina 48: Ruiten En Spiegels

    Ruiten en spiegels Handmatig inklapbare spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN Inklappen Druk de spiegel in de richting van de WAARSCHUWING portierruit. Schakel de elektrisch bedienbare ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van Uitklappen obstructies. Zorg ervoor dat de spiegel weer volledig wordt vergrendeld wanneer u deze weer in zijn oorspronkelijke stand terugzet.
  • Pagina 49: Schuifruiten

    Ruiten en spiegels De elektrisch bedienbare buitenspiegels ACHTERSTE ZIJRUITEN zijn voorzien van een verwarmingselement dat het spiegelglas ontdooit en ontwasemt. Zie Klimaatregeling (bladzijde 63). SCHUIFRUITEN E66498 E66497 Trek de hendel naar buiten om de ruit te openen. Druk in het midden van de hendel om deze te vergrendelen.
  • Pagina 50: Instrumenten

    Instrumenten METERS Instrumentengroep - laag uitrustingsniveau E71334 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter Terugsteltoets dagteller Kilometerteller, dagteller, klok, actieradius tot tank leeg en controlelamp niet goed gesloten portier Insteltoets klok...
  • Pagina 51 Instrumenten Instrumentengroep - hoog uitrustingsniveau E73043 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter Waarschuwingslamp bericht Informatiecentrum. Zie Algemene informatie (bladzijde 55).
  • Pagina 52: Waarschuwings- En Indicatielampen

    Instrumenten Koelvloeistoftempe- Kilometerteller, dagteller en ratuurmeter klok Toont de temperatuur van de Instrumentengroep - laag koelvloeistof. Bij normale uitrustingsniveau bedrijfstemperatuur blijft de naald in het middengedeelte. LET OP Start de motor niet voordat de oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Wanneer de naald in de richting van 120 °C beweegt, is de motor oververhit.
  • Pagina 53 Instrumenten Controlelamp ABS • Snelheidsregeling • Portier niet goed gesloten Als de controlelamp brandt • Motor onder het rijden, dan duidt dit op een storing. De normale • Hellingstart remwerking blijft gehandhaafd (zonder • Contact ABS). Laat het systeem zo snel mogelijk •...
  • Pagina 54 Instrumenten Controlelamp automatische Controlelampen motor snelheidsregeling Controlelamp motorstoring De controlelamp gaat branden wanneer u een snelheid heeft ingesteld met behulp van de E71340 snelheidsregeling. Zie Gebruik maken Controlelamp aandrijflijn van snelheidsregeling (cruise control) (bladzijde 103). Richtingaanwijzer Alle modelvarianten Knippert bij ingeschakelde Als een van deze lampen gaat branden richtingaanwijzers.
  • Pagina 55 Instrumenten Controlelamp voorgloeien Controlelamp grootlicht Zie Een dieselmotor starten De controlelamp gaat branden (bladzijde 81). wanneer u het grootlicht inschakelt. De lamp knippert wanneer u een lichtsignaal geeft. Controlelamp koplampen Berichtenindicator De controlelamp gaat branden wanneer u het dimlicht van de De controlelamp gaat branden koplamp, de zijlichten of de wanneer een nieuw bericht is...
  • Pagina 56: Akoestische Waarschuwingssignalen En -Indicaties

    Instrumenten Controlelamp Controlelamp water in onderhoudsbeurt brandstof Wagens met een dieselmotor Wagens met een dieselmotor De controlelamp gaat branden De controlelamp gaat branden als onderhoud nodig is of er een ingeval van overmatige overmatige hoeveelheid hoeveelheden water in het roetdeeltjes of drab in de olie aanwezig brandstoffilter.
  • Pagina 57: Infodisplays

    Infodisplays Hoofdmenu ALGEMENE INFORMATIE Overzicht van de schermen van het WAARSCHUWING hoofdmenu Stel omwille van de verkeersveiligheid de functies alleen in wanneer de auto stilstaat. 15:04 15.0 C Met het Informatie Centrum en de multifunctionele hendel aan de stuurkolom kunnen verschillende systemen worden geprogrammeerd.
  • Pagina 58 Infodisplays Toetsen Dagteller 15:04 15.0 C tocht 000039 km E73984 E73265 Druk de SET en RESET toets minimaal Scroll met de draaiknop door het menu. twee seconden in om de teller terug te stellen. Actieradius tot de brandstoftank leeg is ACTIERAD.
  • Pagina 59: Infoberichten

    Infodisplays Gemiddelde snelheid • +4 ºC of lager: waarschuwing voor opvriezen • 0 ºC of lager: waarschuwing voor GEM. SNELHEID ijsvorming 87 km/h INFOBERICHTEN tocht 000039 km Waarschuwingsberichten E73987 Wanneer bepaalde Geeft de gemiddelde snelheid weer over waarschuwingsberichten op het display de laatste 1.000 kilometer (600 mijl) of verschijnen moet u de SET en RESET vanaf het moment dat de functie op nul...
  • Pagina 60 Infodisplays Berichten Waar- Betekenis schu- wings- lamp MOTOR SYST. STORING rood Storing aan de motor of gerelateerde systemen. Stop zodra dit veilig kan en zet de motor onmid- dellijk af. Laat de motor door getrainde monteurs controleren. OLIEPEIL LAAG rood Controleer het oliepeil.
  • Pagina 61 Infodisplays Berichten Waar- Betekenis schu- wings- lamp *WEKKER* RESET V. De wekker gaat af. Zie Persoonlijke instel- STOP lingen (bladzijde 60).
  • Pagina 62: Persoonlijke Instellingen

    Infodisplays Menu Persoonlijke instellingen PERSOONLIJKE INSTELLINGEN PERS. INSTELL. Overzicht van de schermen van SET/RESET het hoofdmenu tocht PERS. INSTELL. 000039 km SET/RESET E73989 De volgende submenu's zijn in het Menu Persoonlijke instellingen toegankelijk: TAAL • Taal NEDERLANDS • Tijd instellen •...
  • Pagina 63 Infodisplays Wekker instellen Druk op de SET en RESET toets om de installatie uit te schakelen. WEKKER INST. Weergave klok 04,08,00 23,59 TIJDSINSTEL. tocht 24 h 000039 km tocht E74286 000039 km • Druk de SET en RESET toets in en houd ze ingedrukt.
  • Pagina 64 Infodisplays Druk op de SET en RESET toets om de gongsignalen in of uit te schakelen. Menu Persoonlijke instellingen – Exit PERS. INSTELL. EXIT E73996 Druk op de SET en RESET toetsen om het menu te verlaten.
  • Pagina 65: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
  • Pagina 66: Handmatige Klimaatregeling

    Klimaatregeling Gerecirculeerde lucht HANDMATIGE KLIMAATREGELING Luchtverdeelknop E65968 Gerecirculeerde lucht Buitenlucht E65965 Voorruit snel ontdooien en Hoofdniveau ontwasemen Beenruimte Voorruit N.B.: Een kleine hoeveelheid lucht stroomt altijd naar de voorruit. Temperatuurregelknop E65969 Sluit alle luchtroosters voor maximale luchttoevoer naar de voorruit. Schakel zo nodig de ruitverwarming in.
  • Pagina 67 Klimaatregeling Ventilatie Schakel de airconditioning in. Interieur snel afkoelen E65971 Airconditioning E65974 Schakel de airconditioning in. Airconditioning in- en uitschakelen Voorruit ontdooien en ontwasemen E65975 Voorruit E65972 Zet de luchtverdeelknop in de stand A en kies toevoer van buitenlucht. Wanneer de Gerecirculeerde lucht temperatuur hoger is dan 4 °C (39 °F), schakelt de airconditioning automatisch...
  • Pagina 68: Verwarmde Ruiten En Spiegels

    Klimaatregeling Zet de luchtverdeelknop in de stand A en EXTRA VERWARMING kies toevoer van buitenlucht. Wanneer de temperatuur hoger is dan 4 °C (39 °F), Algemene informatie schakelt de airconditioning automatisch in. De controlelamp in de schakelaar WAARSCHUWINGEN brandt in dit geval niet. Schakel de programmeerbare standverwarming niet in bij tankstations, bij bronnen met...
  • Pagina 69 Klimaatregeling • Om luchtbellen te voorkomen moet u • Zet de temperatuurregelknop van het ervoor zorgen dat het koelvloeistofpiel standaard verwarmingssysteem op zicht tussen het MAX en MIN maximum. merkteken op het reservoir bevindt. • Zet de aanjagerschakelaar in stand 1. Zie Motorkoelvloeistof •...
  • Pagina 70 Klimaatregeling Verwarmingsduur programmeren Verwarming uitschakelen Druk op de toets met het verwarmingssymbool. De verwarming blijft nog drie minuten werken en schakelt vervolgens uit. Het display duidt nu de tijd aan. Geprogrammeerde verwarmingsmodus E71348 LET OP De aanbevolen instelling is 30 minuten.
  • Pagina 71 Klimaatregeling Verwarming continu inschakelen Inschakeltijden programmeren E71350 E71351 Druk toets A meerdere keren in tot het WAARSCHUWING symbool 1, 2 of 3) voor de gewenste Nadat het contact is afgezet blijft de inschakeltijd wordt weergegeven. Druk verwarming werken. Schakel de op toetsen B en D om de tijd in te stellen.
  • Pagina 72 Klimaatregeling Druk toets A meerdere keren in tot het symbool 1, 2 of 3) voor de gewenste inschakeltijd wordt weergegeven. Druk op toets C. Het ON symbool verschijnt op het display. Druk opnieuw op toets C om de inschakeltijd weer te deactiveren.
  • Pagina 73: Stoelen

    Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
  • Pagina 74 Stoelen Hellingshoek van de zitting WAARSCHUWING verstellen Schuif de stoel naar voren en naar achteren nadat u de hendel omhoog hebt getrokken om er zeker van te zijn dat de stoel weer goed is vergrendeld. LET OP Schuif de voorstoelen niet te ver naar het instrumentenpaneel toe.
  • Pagina 75: Achterbank

    Stoelen Hellingshoek van de rugleuning verstellen E66533 E99961 Armsteun instellen ACHTERBANK WAARSCHUWINGEN Gebruik tijdens het rijden de achterbank niet als bed. Zorg ervoor dat de stoelen en de achterbanken goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld. Zorg er bij het omhoog klappen van de rugleuningen voor dat de gordels zichtbaar zijn voor de inzittende en E66534...
  • Pagina 76 Stoelen Een rugleuningdeel naar voren Rugleuning weer in de verticale stand kantelen kantelen: 1. Trek de lussen naar beneden en houd ze in deze stand. 2. Druk de rugleuning weer in verticale stand. Zittingen van achterbanken verwijderen E70789 Complete rugleuning naar voren kantelen E68611 E68610...
  • Pagina 77: Hoofdsteunen

    Stoelen Stel de hoofdsteun zo in, dat de WAARSCHUWINGEN bovenzijde ervan gelijkligt met de De achterbank weegt 89 kilogram. bovenzijde van uw hoofd. Hoofdsteun verwijderen LET OP Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun. Sla de achterbank op een droge en veilige plaats op.
  • Pagina 78: Gemaksfuncties

    12 volt accessoires met RESET en houd deze ingedrukt. De een maximum vermogen van 20 ampère. dag begint te knipperen. Instellen met Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers de draaiknop. die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen.
  • Pagina 79: Asbak

    Gemaksfuncties N.B.: U kunt het elektrische aansluitpunt gebruiken voor 12 volt accessoires met een maximum vermogen van 20 ampère. Gebruik alleen Ford stekkers of stekkers die geschikt zijn voor gebruik in SAE gestandaardiseerde aansluitingen. E72972 Druk het verwarmingselement in om de aansteker te laten gloeien.
  • Pagina 80: Opbergruimtes

    Gemaksfuncties WAARSCHUWING Plaats geen zware voorwerpen in de opbergruimte boven de voorruit. Opbergvak op dashboard E69129 WAARSCHUWINGEN Plaats tijdens het rijden geen hete dranken in de bekerhouders. Gebruik het tafeltje niet tijdens het rijden. E77061 Plaats geen glazen voorwerpen in de bekerhouders.
  • Pagina 81: Aansluiting Auxiliary Ingang (Aux In)

    Gemaksfuncties AANSLUITING AUXILIARY INGANG (AUX IN) Zie de afzonderlijke audiohandleiding. E100038 VLOERMATTEN WAARSCHUWING Wanneer de vloermatten worden gebruikt, zorg dan dat de vloermatten correct worden vastgemaakt met de correcte bevestigingselementen, zodat de matten geen invleod hebben op de bediening van de pedalen.
  • Pagina 82: De Motor Starten

    De motor starten Auto's met handgeschakelde ALGEMENE INFORMATIE versnellingsbak Algemene opmerkingen over N.B.: Druk het gaspedaal niet in. het starten 1. Druk het koppelingspedaal volledig in. Als de accu losgekoppeld is geweest kan 2. Start de motor. de motor, nadat de accukabels weer zijn aangesloten, een afwijkende Uitvoeringen met automatische draaikarakteristiek vertonen gedurende...
  • Pagina 83: Een Dieselmotor Starten

    De motor starten 4. Start de motor. N.B.: Als motor na een aantal pogingen niet start, dan gaat de motorcontrolelamp Alle modelvarianten branden. Zie Waarschuwings- en indicatielampen (bladzijde 50). De Slaat de motor niet aan, herhaal dan de motor mag pas na 30 minuten opnieuw startprocedure zoals beschreven onder worden gestart om beschadiging van de Koude of warme motor.
  • Pagina 84: Motor Uitschakelen

    De motor starten Regeneratie MOTOR UITSCHAKELEN WAARSCHUWING Auto's met turbocompressor Laat de motor niet stationair draaien LET OP of parkeer de wagen niet op droge bladeren, droog gras of ander Zet de motor niet af wanneer deze brandbaar materiaal. Het met een hoog toerental draait.
  • Pagina 85: Brandstof En Tanken

    Brandstof en tanken VEILIGHEIDSMAATREGELEN BRANDSTOFKWALITEIT - DIESEL WAARSCHUWINGEN Stop met tanken nadat het WAARSCHUWING vulpistool voor de tweede keer is Meng de dieselolie niet met olie, afgeslagen. Alle brandstof die u dan benzine of andere vloeistoffen. Deze nog toevoegt vult de expansieruimte in kunnen een chemische reactie de brandstoftank, hetgeen er toe kan veroorzaken.
  • Pagina 86: Katalysator

    Brandstof en tanken KATALYSATOR LET OP Wanneer u een hogedrukspuit WAARSCHUWING gebruikt om uw auto te wassen, spuit dan kort op de brandstofvulklep Laat de motor niet stationair draaien vanaf een afstand van niet minder dan 20 of parkeer de wagen niet op droge centimeter (8 inch).
  • Pagina 87: Tanken

    BRANDSTOFVERBRUIK Uw Ford dealer dient u gaarne van advies hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. De CO2 waarden en de brandstofverbruikcijfers zijn afgeleid van laboratoriumtests volgens EEC richtlijn 80/1268/EEC en aanvullingen daarop.
  • Pagina 88 Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Tourneo 2.2L DuraTorq- TDCi 103kW (140 pk), asre- 9,8 (28,8) - 6,3 (44,8) - 7,6 (37,2) - 200 - 208 ductie: 4,36 - handgescha- 10,1 (28,0) 6,6 (42,8)
  • Pagina 89 Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Kombi 2.4L DuraTorq-TDCi 11,2 (25,2) - 7,5 (37,7) - 8,9 (31,9) - 74 kW (100 pk), asreductie: 234 - 244 11,5 (24,6) 7,9 (35,8) 9,2 (30,6)
  • Pagina 90 Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) Kombi 2,4L DuraTorq-TDCi 103 kW (140 pk), asre- 11,4 (24,8) - 7,6 (37,2) - 9,0 (31,4) - ductie: 3,73 - handgescha- 238 - 242 11,5 (24,6) 7,8 (36,2)
  • Pagina 91: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Versnellingsbak/transmissie HANDGESCHAKELDE AANDRIJVING OP ALLE VERSNELLINGSBAK WIELEN (AWD) Alle modelvarianten LET OP Uitvoeringen met AWD (aandrijving LET OP op alle wielen) moeten worden Schakel de achteruit niet in wanneer gesleept met ALLE wielen op het de wagen in beweging is. Dit kan wegdek of ALLE wielen van het wegdek.
  • Pagina 92 Versnellingsbak/transmissie Druk nogmaals op de schakelaar om terug te keren naar de automatische modus.
  • Pagina 93: Remmen

    Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Alle uitvoeringen Natte remschijven hebben een lagere WAARSCHUWING wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten Bij auto's met automatische van een wasstraat het rempedaal even transmissie moet de keuzehendel voorzichtig in om de waterfilm op de altijd in de stand P staan. remschijven te laten verdampen.
  • Pagina 94: Stabiliteitsregeling

    Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
  • Pagina 95 Stabiliteitsregeling Houd bij een snelheid van 60 km/u (37 mph) de schakelaar gedurende één seconde ingedrukt. Het lampje in de schakelaar gaat branden. N.B.: Wanneer u het systeem uitschakelt, treedt dit tijdelijk opnieuw in werking wanneer het rempedaal wordt ingedrukt en de wagen slipt.
  • Pagina 96: Regeling Voor Bergop Rijden

    Regeling voor bergop rijden Het systeem activeren WERKING WAARSCHUWINGEN Het systeem maakt het eenvoudiger op U dient in de auto te blijven zitten te trekken wanneer de wagen op een nadat het systeem is geactiveerd. helling staat zonder dat het noodzakelijk is gebruik te maken van de parkeerrem.
  • Pagina 97 Regeling voor bergop rijden WAARSCHUWING Als het motortoerental te hoog wordt opgejaagd of als een storing wordt geregistreerd bij een actief systeem, dan wordt het systeem gedeactiveerd en dooft de groene lamp. Het systeem deactiveren Voer voor het activeren van het systeem één van de volgende stappen uit: •...
  • Pagina 98: Aandrijfregeling (Traction Control)

    Aandrijfregeling (traction control) WERKING Het tractieregelsysteem verbetert de tractie wanneer een wiel doorspint bij snelheden tot 40 km/h (25 mph). Wanneer een wiel begint door te spinnen wijzigt het tractieregelsysteem de druk naar de remklauw van dat wiel tot het stopt met doorspinnen.
  • Pagina 99: Parkeerhulp

    Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
  • Pagina 100 Parkeerhulp U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ca. 150 cm bedraagt of ca. 50 cm aan de zijkanten. Wanneer de afstand kleiner wordt, volgen de signalen elkaar sneller op. Een voortdurend signaal weerklinkt op een afstand van minder dan 30 centimeter tot de achterbumper.
  • Pagina 101: Achteruitkijkcamera

    Achteruitkijkcamera Tijdens de bediening worden in de display WERKING hulplijnen weergegeven die de route van de wagen en de geschatte afstand vanaf De camera is een visueel hulpmiddel bij voorwerpen aan de achterzijde achteruitrijden. voorstellen. WAARSCHUWING De camera is niet bedoeld om de ACHTERUITKIJKCAMERA bestuurder te ontheffen van zijn GEBRUIKEN...
  • Pagina 102 Achteruitkijkcamera E95058 Display achteruitkijkcamera Achteruitkijkcamera - achterklep Achteruitkijkcamera - laaddeur • Als de buitentemperatuur snel toe- of Achteruitkijkcamera activeren afneemt. • Als de camera nat is (bijvoorbeeld LET OP tijdens regen of een hoge Het kan voorkomen dat de camera vochtigheid).
  • Pagina 103 Achteruitkijkcamera LET OP Markeringen worden alleen gebruikt als algemene richtlijn en worden berekend voor auto's met een maximale belading op een egaal wegdek. N.B.: Bij achteruitrijden met een aanhanger geven de lijnen op het scherm de autorichting aan en niet de richting van de aanhanger.
  • Pagina 104 Achteruitkijkcamera 2 meter 3 meter Achteruitkijkcamera in- en uitschakelen E95059 Aan- en uittoets Druk op toets A om het systeem handmatig uit te schakelen. N.B.: De toets werkt alleen als de achteruitversnelling is ingeschakeld en de auto op contact staat. Achteruitkijkcamera deactiveren N.B.: Schakel een vooruitversnelling in.
  • Pagina 105: Snelheidsregeling (Cruise Control)

    Snelheidsregeling (cruise control) Snelheid instellen WERKING Met cruise control (automatische snelheidsregeling) kunt u met behulp van de schakelaars op het stuurwiel de rijsnelheid instellen. Cruise control werkt vanaf snelheden van 30 km/h. GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING (CRUISE CONTROL) WAARSCHUWING Schakel onder drukke verkeersomstandigheden, op E75452 trajecten met veel bochten en op...
  • Pagina 106 Snelheidsregeling (cruise control) Ingestelde snelheid opnieuw inschakelen E95393 Accelereren (versnellen) E75453 Decelereren (vertragen) De controlelamp van de cruise control gaat branden en het systeem zal Ingestelde snelheid proberen de auto met de eerder door u uitschakelen ingestelde snelheid te laten rijden. Cruise control uitschakelen E75453 Druk het rempedaal of de RES schakelaar...
  • Pagina 107: Automatische Snelheidsbegrenzer (Asl)

    Automatische snelheidsbegrenzer (ASL) WERKING Toerentalbegrenzer Het toerental van de motor wordt begrensd om beschadigingen te voorkomen. Snelheidsbegrenzer De snelheidsbegrenzer voorkomt dat u sneller dan de geprogrammeerde snelheid rijdt. Raadpleeg voor meer informatie de tabel op de zonneklep aan bestuurderszijde. Uitvoeringen met een dieselmotor U kunt de topsnelheid van uw wagen op een bepaalde waarde begrenzen, vooropgesteld dat deze binnen de...
  • Pagina 108: Transport

    Transport ALGEMENE INFORMATIE LET OP Laat geen items in contact komen met de achterruiten. WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die Gebruik geen schurende materialen voldoen aan een norm, bijv. DIN. voor het reinigen van de binnenzijde van de achterruiten. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet.
  • Pagina 109 Transport Lading bevestigen E75510...
  • Pagina 110: Dakrekken En Bagagedragers

    Transport Extra steunen WAARSCHUWINGEN Wanneer u een imperiaal gebruikt, Ladingrail (middelhoog) kan het brandstofverbruik van uw auto hoger zijn en kan de rijkarakteristiek anders zijn. Wanneer u een imperiaal aanbrengt, lees dan de instructies van de fabrikant en volg deze op. LET OP Overschrijd de maximale asbelasting niet.
  • Pagina 111: Aanhangers Trekken

    Aanhangers trekken In bergachtige streken moet vanaf TREKKEN VAN EEN hoogten van 1.000 meter het maximum AANHANGER toelaatbaar gewicht voor iedere 1.000 meter met 10% worden verlaagd. WAARSCHUWINGEN Steile hellingen Overschrijd het maximum toelaatbare totaalgewicht en het WAARSCHUWING aanhangergewicht dat op het identificatieplaatje van de wagen staat Houd er rekening mee dat de niet.
  • Pagina 112: Tips Voor Het Rijden

    Tips voor het rijden INRIJDEN GEREDUCEERD MOTORVERMOGEN Banden Uw wagen kan zonder de motor te WAARSCHUWING beschadigen korte tijd doorrijden wanneer Nieuwe banden hebben een de motor oververhit is. De motor levert inlooptijd van ongeveer 500 dan minder vermogen. De afstand die u kilometer (300 mijl).
  • Pagina 113: Nooduitrusting

    Nooduitrusting EERSTEHULPSET Voor een EHBO-doos is ruimte onder de stoel op de tweede rij. Gesloten bestelwagen, Kombi, Chassis Cabine, uitvoering met open laadbak Voor de gevarendriehoek is ruimte in het opbergvak op het portier aan bestuurderszijde. GEVARENDRIEHOEK In de kaartenbak op het bestuurdersportier bevindt zich een ruimte voor het opbergen van een gevarendriehoek.
  • Pagina 114: Staat Na Een Aanrijding

    Staat na een aanrijding • Zet het contact aan en zet na een ONDERBREKINGS- paar seconden de contactsleutel in SCHAKELAAR stand I. BRANDSTOFTOEVOER • Controleer het brandstofsysteem opnieuw op lekkage. COMPONENTEN VAN VEILIGHEIDSSYSTEEM INSPECTEREN Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels die zijn belast ten gevolge van een aanrijding moeten worden vervangen en de verankeringen worden gecontroleerd.
  • Pagina 115: Zekeringen

    Zekeringen Voorschakel-zekeringkast PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Bestuurdersstoel Stuur rechts E70864 Stuur links E70866 Standaard relaiskast E91162 Voorschakel-zekeringkast Standaard relaiskast Aansluitkast in E70869 passagierscompartiment Aansluitkast in motorruimte...
  • Pagina 116 Zekeringen E70870 E70868 N.B.: Tijdens het aanbrengen moet een Aansluitkast aan klik hoorbaar zijn bij het laten aangrijpen passagierszijde van beide klemmen. Aansluitkast in motorcompartiment E70869 E70867 Voor locatie: Zie Onderhoud (bladzijde 126).
  • Pagina 117: Eenzekeringvervangen

    Zekeringen EENZEKERINGVERVANGEN LET OP Vervang een doorgeslagen zekering WAARSCHUWINGEN door een exemplaar met hetzelfde Wijzig de elektrische installatie van vermogen. uw auto op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische N.B.: U kunt een doorgeslagen zekering installatie en het vervangen van relais en herkennen aan de gebroken smeltdraad.
  • Pagina 118 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Voeding aansluitkast motorcompartiment - blauw niet startrelevant groen Voorruitverwarming, rechterzijde Voeding standaard relaiskast - niet startrele- blauw vant groen Voorruitverwarming, linkerzijde Voeding aansluitkast passagierszijde - niet geel startrelevant geel Aansluitpunt geel Aansluitpunt geel Aansluitpunt Relais Geschakelde circuits Onderbrekingsschakelaar accu...
  • Pagina 119 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits geel Koelventilateur Voeding trekhaak en roze trekhaakmodule (KL30) groen Pomp van ABS en Wordt niet gebruikt geel Gloeibougies Relais contactslot geel (KL15 #3 roze Vrijgave startmotor Voeding ontsteking groen (KL15) naar aansluit- kast passagierszijde Wordt niet gebruikt ABS, ESP, sensor rood...
  • Pagina 120 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Controle gloei- bruin bougie 28 Diesel bruin T-MAF sensor Controlesysteem 28 Benzine blauw katalysator en lamb- dasondes Sensor water in brandstof (alleen bruin diesel), voeding relaisspoelen Sonische ontlucht- rood klep, inspuitventielen (alleen benzine) bruin Rijsnelheidsensor Gloeibougie 32 Diesel...
  • Pagina 121 Zekeringen Relais Geschakelde circuits Vrijgave startmotor Voeding (KL15 #4) Voeding (KL15 #3) R7 diesel Gloeibougie verdamper R7 benzine Benzinepomp Voeding computer motorregeling Wordt niet gebruikt Solenoïde van compressor airconditioning Standaard relaiskast E70873...
  • Pagina 122 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits geel Achterruitwisser rood Bediening airconditioning voor en achter bruin Voeding relaisspoelen bruin Tachograaf Hoogteregeling koplamplichtbundels, bruin hoofdlichtschakelaar (KL15) geel Verwarmbare voorstoelen geel Claxon geel Extra voedingspunt voorzijde Verwarmbare buitenspiegels, indien CAT 1 rood gemonteerd geel Aansteker Voeding relaisspoelen, elektrisch bedienbare...
  • Pagina 123 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits geel Relais contact (KL15 #1) geel Relais contact (KL15 #2) Relais Geschakelde circuits Dimlicht Verwarmbare buitenspiegels (indien CAT 1 alarm is gemonteerd) Grootlicht Claxon Verlichting overdag Programmeerbare standverwarming Verwarmbare achterruiten en verwarmbare buitenspiegels (of achterruitverwarming, links, indien CAT 1 alarm is gemonteerd) Achterruitverwarming, rechts (indien CAT 1 alarm is gemonteerd)
  • Pagina 124 Zekeringen Aansluitkast aan passagierszijde E70874 Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits bruin Parkeerhulp achter, regensensor grijs Sensor gaspedaal blauw Remlichtschakelaar Instrumentengroep, voeding PATS, tacho- bruin graaf, schakelaar instrumentenverlichting blauw Sproeierpomp rood Regeleenheid veiligheidssysteem geel Schakelaar buitenverlichting (KL15) geel Alarmclaxon met eigen accu bruin Schakelaar buitenverlichting (KL30) rood...
  • Pagina 125 Zekeringen Zekering Ampère Kleur Beveiligde circuits Instrumentengroep, schakelklok standver- bruin warming, voeding keyless entry systeem, sensor interieuralarm (KL30) bruin Stadslicht, rechts bruin Stadslicht, links Voeding contactslot, verbreekschakelaar bruin accuvoeding relaisspoelen blauw Centrale vergrendeling bruin Kentekenplaatverlichting, zijmarkering blauw Mistlampen, vóór rood Mistachterlichten Voedingsspanning audiosysteem en instru- violet...
  • Pagina 126: Bergen Van De Auto

    Bergen van de auto SLEEPPUNTEN AUTO OP VIER WIELEN SLEPEN Alle uitvoeringen WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet. De rem- en stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de motor draait.
  • Pagina 127: Auto Op Vier Wielen Slepen - Awd

    Bergen van de auto LET OP Sleep uw wagen niet achterwaarts. Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept. AUTO OP VIER WIELEN SLEPEN - AWD WAARSCHUWINGEN Zet het contact aan wanneer uw auto wordt gesleept. Bij afgezet contact treedt het stuurslot in werking en werken de richtingaanwijzers en de remlichten niet.
  • Pagina 128: Onderhoud

    • Remvloeistofpeil. Zie Controle en de inruilwaarde ten goede komen. Er vloeistofpeil koppeling en staat een groot netwerk van Ford remsysteem (bladzijde 134). Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
  • Pagina 129: De Motorkap Openen En Sluiten

    Onderhoud DE MOTORKAP OPENEN EN SLUITEN Motorkap openen E72109 Motorkap sluiten E72108 N.B.: Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten. Laat de motorkap zakken en vanaf een hoogte van 20 - 30 cm dichtvallen.
  • Pagina 130: Overzicht Motorruimte - 2,3 L Duratec-He (Mi4)

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,3 L DURATEC-HE (MI4) E70606 Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 134). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 133). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur links). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 134).
  • Pagina 131: Overzicht Motorruimte - 2,2 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel

    Onderhoud Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 134). . Zie Motorolie controleren (bladzijde 133). Motoroliepeilstaaf De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning. OVERZICHT MOTORRUIMTE - 2,2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL E70605...
  • Pagina 132 Onderhoud Waterafscheider brandstoffilter (auto's met stuur links). Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 135). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 134). Motorolievuldop . Zie Motorolie controleren (bladzijde 133). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur links). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 134).
  • Pagina 133: Overzicht Motorruimte - 3.2 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel/2,4 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel

    Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 3.2 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL/2,4 L DURATORQ-TDCI (PUMA) DIESEL E70607 Waterafscheider brandstoffilter (auto's met stuur links). Zie Water in brandstoffilter aftappen (bladzijde 135). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (auto's met stuur rechts). Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 134). .
  • Pagina 134: Oliepeilstaaf - 2,3 Lduratec-He (Mi4)

    Onderhoud Reservoir ruitensproeiervloeistof. Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 136). Aansluitkast in motorcompartiment. Zie Een zekering vervangen (bladzijde 115). Plus aansluiting accu (voor aansluiten van hulpstartkabels). Zie Gebruik van startkabels (bladzijde 142). Reservoir stuurbekrachtiging. Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 134). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning.
  • Pagina 135: Oliepeilstaaf - 3.2 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel/2,4 L Duratorq-Tdci (Puma) Diesel

    Het oliepeil mag niet boven het MAX LET OP merkteken komen te staan. Gebruik geen additieven of andere smeermiddelen. Onder bepaalde Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford omstandigheden kunnen deze de specificatie. Zie Technische motor beschadigen. specificatie (bladzijde 136).
  • Pagina 136: Controle Vloeistofpeil Koppeling En Remsysteem

    Verwijder de vuldop niet bij zijn aangesloten op één reservoir. draaiende motor. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford Verwijder de vuldop niet wanneer specificatie. Zie Technische de motor heet is. Laat de motor specificatie (bladzijde 136).
  • Pagina 137: Water In Brandstoffilter Aftappen

    Onderhoud Bijvullen Verwijder de brandstofdop. LET OP Het oliepeil mag niet boven het MAX merkteken komen te staan. Vul vloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 136). WATER IN BRANDSTOFFILTER AFTAPPEN Uitvoeringen met een dieselmotor...
  • Pagina 138: Controle Indicator Onderhoud Brandstoffilter

    Onderhoud CONTROLE INDICATOR groen ONDERHOUD doorzichtig BRANDSTOFFILTER rood 1. Zet het contact af. 2. Houd de gele toets gedurende drie seconden ingedrukt. 3. Start de motor. Trap het gaspedaal gedurende vijf seconden volledig in. 4. Controleer de positie van de plunjer in de service-indicator.
  • Pagina 139 Vul altijd met dezelfde kleur vloeistof bij. U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. N.B.: Wanneer u uw auto gebruikt bij temperaturen lager dan -20 °C, moet u geen SAE 10W-40 motorolie gebruiken.
  • Pagina 140 Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) Alle Voorruitsproeiers 5,5 (1,2) Alle - Normale hoeveelheid Brandstoftank 80 (17,6) Verhoogde hoeveelheid Brandstoftank 103 (22,7) 2,3 l Duratec-HE Motorolie – met filter 4,3 (1,0) 2,3 l Duratec-HE Motorolie – zonder filter 3,9 (0,9) Koelsysteem met extra 2,3 l Duratec-HE 10,1 (2,2)
  • Pagina 141 Onderhoud Vulhoeveelheid in liter Motor (gallons) 2,2 l DuraTorq-TDCi 1,5 (0,3) 2,4 l DuraTorq-TDCi 2 (0,4) 3,2 l DuraTorq-TDCi 2,5 (0,6)
  • Pagina 142: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
  • Pagina 143: Reinigen Van Binnenzijde Auto

    Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
  • Pagina 144: Accu Van De Auto

    Accu van de auto GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto. Hulpstartkabels aansluiten E71368 3.
  • Pagina 145: Accu Vervangen

    Accu van de auto AANSLUITPUNTEN VAN DE LET OP ACCU Schakel de koplampen tijdens het loskoppelen van de hulpstartkabels niet in. Door de spanningspiek kunnen de gloeilampen doorbranden. Koppel de kabels in omgekeerde volgorde los. ACCU VERVANGEN LET OP Zorg ervoor dat de accubak goed is afgesloten.
  • Pagina 146: Veiligheidsuitrusting Voor Kinderen

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
  • Pagina 147: Plaatsing Van Kinderzitjes

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje Vervoer kinderen met een lichaamsgewicht van 13 tot 18 kilogram in een kinderveiligheidszitje (groep 1), dat op de achterbank is geplaatst. E68920 PLAATSING VAN KINDERZITJES Plaatsen voor het kinderzitje WAARSCHUWING Wanneer een kinderzitje met gordels worden gebruikt, dan mogen deze niet slap hangen.
  • Pagina 148 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Zitplaatsen Babyzitje Kindervei- Zitver- Zitver- Babyzitje ligheids- hoger of hoger of zitje kussen kussen A, B, B1, C, ISOFIX maatklasse* C, D, E X Niet geschikt voor kinderen van deze gewichtsgroep.
  • Pagina 149: Zitverhogers

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderzitje (groep 2) ZITVERHOGERS WAARSCHUWINGEN Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger nooit alleen met de heupgordel. Bevestig een kinderzitje of een zitverhoger niet met een veiligheidsgordel die niet gespannen is of gedraaid zit. Leg de schoudergordel niet onder de arm of achter de rug van het kind langs.
  • Pagina 150: Isofix Verankeringspunten

    Veiligheidsuitrusting voor kinderen Het ISOFIX systeem bestaat uit twee ISOFIX stevige bevestigingsarmen aan het VERANKERINGSPUNTEN kinderzitje, die op de verankeringspunten van de zitplaatsen op de tweede zitrij tussen de rugleuning en de zitting worden bevestigd. Verankeringspunten voor de veiligheidsgordels aan de bovenzijde bevinden zich aan de achterzijde van de zitplaatsen op de tweede zitrij.
  • Pagina 151 Veiligheidsuitrusting voor kinderen E74584 Linkerzijde Draai rechtsom om te vergrendelen en linksom om te ontgrendelen. Rechterzijde Draai linksom om te vergrendelen en rechtsom om te ontgrendelen.
  • Pagina 152: Velgen En Banden

    Velgen en banden Reservewiel ALGEMENE INFORMATIE Het reservewiel bevindt zich onder de LET OP achterzijde van de wagen. Gebruik uitsluitend banden en velgen Uitvoeringen met enkellucht met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg hebben en maakt de typegoedkeuring ongeldig.
  • Pagina 153 Velgen en banden Auto's uit de 430- en 460-serie E70959 E70949 • Zet de krikslinger in elkaar. 1. Verwijder de vleugelmoer(en). • Steek het platte uiteinde van de 2. Steek de steun en de kabel door de krikstang op de kraan. Draai de stang centrale opening in de velg.
  • Pagina 154 Velgen en banden Auto's uit de 430- en 460-serie E70958 • Steek de haak van de stang in het oog op de krik. Breng de wielmoersleutel aan in het andere uiteinde van de stang en draai hem rechtsom. Voorste kriksteunpunten LET OP Gebruik alleen de aangegeven kriksteunpunten.
  • Pagina 155 Velgen en banden Kriksteunpunten, achter Alle behalve auto's uit de 430- en 460-serie LET OP Gebruik alleen de aangegeven kriksteunpunten. Wanneer u andere punten gebruikt kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen.
  • Pagina 156 Velgen en banden Bus, bestelwagen en Kombi (330 en 350 serie) met voorwielaandrijving N.B.: In het reservewiel bevindt zich een extra blok. E74136 Alle Chassis Cabine, bus, bestelwagen en Kombi uitvoeringen met achterwielaandrijving (alle behalve auto's uit de 430- en 460-serie) E70954 N.B.: Plaats de krik onder de as, zo dicht Klap de klep op de bovenzijde van de krik...
  • Pagina 157 Velgen en banden WAARSCHUWINGEN Schakel de eerste versnelling of de achteruit in wanneer uw wagen is uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak. Selecteer stand 'P' wanneer deze met een automatische transmissie is uitgerust. Laat de inzittenden uitstappen. Blokkeer het diagonaal tegenoverliggende wiel met een geschikt blok hout of een wielkeg.
  • Pagina 158 Velgen en banden 1. Breng het wiel aan. 2. Draai de wielmoeren handvast aan. 3. Breng de dopsleutel voor de slotmoer aan. E70956 2. Verwijder de moerdoppen. 3. Breng de dopsleutel voor de slotmoer aan. 4. Draai de wielmoeren een slag los. 5.
  • Pagina 159: Bandenreparatieset

    Velgen en banden Het kan voorkomen dat in de wagen geen WAARSCHUWING reservewiel is aangebracht. In een Laat het aanhaalmoment van de dergelijk geval is een bandenreparatieset wielmoeren en de bandenspanning voor noodgevallen aanwezig die kan zo spoedig mogelijk controleren. worden gebruikt voor het repareren van één lekke band.
  • Pagina 160 Velgen en banden • Rijd voorzichtig en maak geen • Parkeer uw wagen zodanig langs de plotselinge stuurbewegingen, kant van de weg dat u het verkeer niet vooral wanneer de wagen zwaar is belemmert en dat u in staat bent de beladen of tijdens het rijden met een bandenreparatieset te gebruiken aanhanger.
  • Pagina 161 Velgen en banden WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWINGEN Sla de bandwang gade. Wanneer u Wanneer de bandenspanning scheuren, knobbels en dergelijke binnen zeven minuten lager wordt ziet verschijnen, schakel dan de dan 1,8 bar (26 psi), kan de band compressor uit en laat de lucht met het ernstig zijn beschadigd, waardoor een drukregelventiel ontsnappen B.
  • Pagina 162 Velgen en banden E94973 Beschermdop Drukontlastklep Slang Oranje dop...
  • Pagina 163 Velgen en banden Flessenhouder Drukmeter Stekker met kabel Compressorschakelaar Label Afdekking fles Fles met afdichtmiddel Pomp de band niet langer dan zeven 1. Maak de afdekking van de minuten op voor een minimale druk bandenreparatieset open. van 1,8 bar (26 psi) en een maximum 2.
  • Pagina 164: Verzorging Van Banden

    Velgen en banden 8. Rijd naar de dichtstbijzijnde WAARSCHUWING bandenspecialist om de beschadigde Wanneer u heftige trillingen, band te vervangen. Vertel, voordat de onbalans in het stuurwiel of lawaai band van de velg wordt afgenomen, tijdens het rijden waarneemt, minder de bandenspecialist dat de band een dan snelheid en rijd voorzichtig naar een afdichtmiddel bevat.
  • Pagina 165: Gebruik Van Winterbanden

    Velgen en banden Zorg voor een langere levensduur ervoor GEBRUIK VAN dat de banden van de voor- en SNEEUWKETTINGEN achterwielen gelijkmatig slijten. Wij raden aan dat de voor- en achterwielen met Alle uitvoeringen regelmatige intervallen van 15.000 tot 20 000 km (9.000 tot 12.000 mijl) te wisselen. WAARSCHUWINGEN LET OP Rijd niet harder dan 50 km/h (30...
  • Pagina 166: Technische Specificatie

    Velgen en banden TECHNISCHE SPECIFICATIE Aanhaalmoment wielmoeren Wieltype Nm (Ib-ft) Alle 200 (147,5) Bandenspanning (koude banden) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 280S 185/75 R 16 C 3 (44) 3 (44) 3,8 (55) 4,1 (60) 280S...
  • Pagina 167 Velgen en banden Bestelwagen en Kombi - achterwielaandrijving Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 300S/M/L 205/75 R 16 C 3,5 (51) 4,2 (61) 3,5 (51) 4,2 (61) 330S/M/L 205/75 R 16 C 3,5 (51) 4,2 (61) 3,5 (51)
  • Pagina 168 Velgen en banden Bestelwagen en Kombi - voorwielaandrijving Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 260S 185/75 R 16 C 3,8 (55) 3,8 (55) 3,8 (55) 3,8 (55) 260S - GVM 2 350 195/70 R 15 C 3,3 (48) 3,3 (48)
  • Pagina 169 Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 300S/M/L 205/65 R 16 C 3,8 (55) 4,3 (62) 3,8 (55) 4,3 (62) 300L 185/75 R 16 C 4,1 (60) 4,4 (64) 4,1 (60) 4,4 (64) 300L 195/70 R 15 C...
  • Pagina 170 Velgen en banden Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 350M/EF - Maximaal achtergewicht 2.600 195/75 R 16 C 4,6 (67) 3,2 (46) 4,6 (67) 3,2 (46) kilogram 350S/M/L - Maximaal voorasgewicht 1.750 215/75 R 16 C 3,5 (51) 4,8 (70)
  • Pagina 171 Velgen en banden Chassis-cabine en uitvoeringen met open laadbak - voorwielaandrijving Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 300S/M 185/75 R 16 C 4,2 (61) 4,7 (68) 4,2 (61) 4,7 (68) 300S/M 195/70 R 15 C 4 (58) 4,5 (65)
  • Pagina 172: Voertuigidentificatie

    Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 E71369 Voertuig Identificatie Nummer Het Voertuig Identificatie Nummer is in de rechter voorwielkuip ingeslagen. Het is Maximaal toelaatbare ook op de linkerzijde van het totaalgewicht instrumentenpaneel vermeld. Maximaal toelaatbaar treingewicht Maximum voorasbelasting Maximum achterasbelasting Het Voertuig Identificatie Nummer en de maximum toelaatbare gewichten zijn vermeld op een plaatje aan slotzijde...
  • Pagina 173: Technische Specificaties

    Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen van de auto Korte wielbasis E71261...
  • Pagina 174 Technische specificaties E71262 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte - zonder trede achter 4863 (191,5) (Bestelwagen en Kombi) Maximum lengte (Chassis-cabine en laadbak 5254 (206,9) uitvoeringen met open laadbak) Maximum lengte - met trede achter (Bestelwagen 4965 (195,5) en Kombi) Maximum lengte - met trekhaak (Bestelwagen en 5070 (199,6) Kombi)
  • Pagina 175 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale hoogte - laag dak (Chassis-cabine en 1974 - 2037 (77,7 - 80,1) uitvoeringen met open laadbak) Totale hoogte - semi-hoog dak (Bestelwagen en 2313 - 2405 (91,1 - 94,7) Kombi) Totale hoogte - hoog dak Wielbasis (Bestelwagen en Kombi) 2933 (115,5) Wielbasis (Chassis-cabine en uitvoeringen met...
  • Pagina 176 Technische specificaties Middellange wielbasis E71263...
  • Pagina 177 Technische specificaties E71264 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum hoogte - semi-hoog dak (Bestelwagen 5301 (208,7) en Kombi) Maximum lengte - zonder trede achter (Chassis Dubbele Cabine en laadbak uitvoeringen met open 5792 (228) laadbak) Maximum lengte - zonder trede achter (Chassis Enkele Cabine en laadbak uitvoeringen met open 5775 (227,4) laadbak)
  • Pagina 178 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale breedte - exclusief buitenspiegels 1974 (77,7) (Bestelwagen en Kombi) Totale breedte - exclusief buitenspiegels (Chassis-cabine en laadbak uitvoeringen met 1998 (78,6) smalle laadbak) Totale breedte - exclusief buitenspiegels (Chassis-cabine en laadbak uitvoeringen met brede 2198 (86,5) laadbak) 1995 - 2056 (78,6 -...
  • Pagina 179 Technische specificaties Lange wielbasis E71265...
  • Pagina 180 Technische specificaties E71266 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum hoogte - semi-hoog dak (Bestelwagen 5751 (226,4) en Kombi) Maximum hoogte - extra hoog dak (Bestelwagen 5751 (226,4) en Kombi) Maximum hoogte - extra hoog dak (Verlengd 6474 (254,9) chassis Bestelwagen en Kombi) Maximum lengte (Chassis Enkele Cabine en 6175 (243,1) laadbak uitvoeringen met open laadbak)
  • Pagina 181 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte - met trekhaak (Bestelwagen en 5869 (231) Kombi) Maximum lengte - met trekhaak (Verlengd chassis 6593 (257,7) Bestelwagen en Kombi) Maximum lengte - met trekhaak (Chassis Cabine 6175 (240,5) en laadbak uitvoeringen met open laadbak) Maximum lengte - met trekhaak (Chassis Cabine en laadbak uitvoeringen met open laadbak), 6675 (260,2)
  • Pagina 182 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Totale hoogte - Verlengd chassis (Chassis Enkele 2012 - 2052 (79,2 - Cabine) 80,8) Totale hoogte - Verlengd chassis (Chassis Dubbele 2012 - 2055 (79,2 - Cabine) 80,9) Wielbasis (Bestelwagen en Kombi) 3750 (147,6) Wielbasis (Chassis-cabine en uitvoeringen met 3954 (155,7) open laadbak)
  • Pagina 183 Technische specificaties Afstanden trekhaak Bestelwagen en Kombi E71267 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart wiel - einde trekhaakkogel (standaard chassis) 1140 (44,9) Hart wiel - einde trekhaakkogel (Verlengd chassis) 1863 (73,3) Hart trekhaakkogel - langsbalk 416 (16,4) Binnenzijde langsbalk 832 (32,8)
  • Pagina 184 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt 334 (13,1) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt 403,5 (15,9) Hart trekhaakkogel - hart 3e bevestigingspunt 473 (18,6) Chassis-cabine en uitvoeringen met open laadbak E71268...
  • Pagina 185 Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart wiel - einde trekhaakkogel (standaard chassis) 1180 (46,5) Hart wiel - einde trekhaakkogel (Verlengd chassis) 1562 (61,5) Hart trekhaakkogel - langsbalk 418 (16,5) Binnenzijde langsbalk 836 (32,9) Hart trekhaakkogel - hart 1e bevestigingspunt 237 (9,3) Hart trekhaakkogel - hart 2e bevestigingspunt 343,5 (13,5)
  • Pagina 186: Telefoon

    Dit bestand wordt een SIS-bestand genoemd en kan vanaf de Ford website In dit hoofdstuk worden de functies en www.ford-mobile-connectivity.com eigenschappen van het handsfree worden gedownload.
  • Pagina 187: Setup Bluetooth

    Telefoon Mobiel Telefoons die in het systeem zijn opgeslagen zijn met behulp van de E87991 telefoonlijst op de audiounit toegankelijk. Thuis N.B.: Er kunnen maximaal zes apparaten worden gekoppeld. Als er al zes Bluetooth E87992 apparaten zijn gekoppeld, moet er één Kantoor worden ontkoppeld om een nieuw apparaat te kunnen koppelen.
  • Pagina 188: Bedieningselementen Telefoon

    2. De privé modus op de Bluetooth telefoon moet zijn geactiveerd. 3. Zoek het audiosysteem op. 4. Selecteer Ford Audio. 5. Voer het op de voertuigdisplay weergegeven codenummer in met behulp van de toetsen van de telefoon. Wanneer geen codenummer...
  • Pagina 189 Telefoon Zelfs wanneer uw telefoon op de 1. Druk op de toets PHONE. audio-unit is aangesloten, kan de telefoon 2. Druk op de zoektoets tot het op de gebruikelijke wijze worden gebruikt. telefoonboek wordt weergegeven. N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten 3.
  • Pagina 190 Telefoon Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok Laatst gekozen nummer opnieuw kunt u ook een gesprek beëindigen door kiezen - Sony radio op PHONE, CD, AM/FM of ON/OFF te 1. Druk op de toets 'beantwoorden'. drukken of door op de toets MODE op de afstandsbediening te drukken.
  • Pagina 191 Telefoon Een tweede inkomend gesprek Met behulp van het menu op de weigeren audio-unit Een tweede inkomend gesprek kan N.B.: Nadat een telefoon aan het systeem is gekoppeld, wordt deze de worden geweigerd door op de toets actieve telefoon. 'weigeren' te drukken. Bij audio-units zonder telefoontoetsenblok kunt u ook 1.
  • Pagina 192: Gebruik Maken Van De Telefoon - Auto's Met Navigatiesysteem

    Telefoon Een gekoppelde telefoon Een gesprek beëindigen ontkoppelen - Sony radio Gesprekken kunt u beëindigen door op de toets BEËINDIGEN, de toets MODE Een actieve telefoon kan op elk gewenst op de afstandsbediening of de toets moment uit het systeem worden gewist, AAN/UIT op het navigatiesysteem te behalve wanneer met deze telefoon een drukken.
  • Pagina 193 Telefoon Een tweede inkomend gesprek N.B.: Nadat een telefoon aan het beantwoorden systeem is gekoppeld, wordt deze de actieve telefoon. Een tweede inkomend gesprek kunt u 1. Druk op de toets PHONE op het aannemen door op de toets apparaat. 'beantwoorden', de toets MODE op de afstandsbediening of de toets PHONE 2.
  • Pagina 194: Spraaksturing

    Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando LET OP geeft, antwoordt het systeem telkens met een piep wanneer het gereed is om door Door gebruik van het systeem bij te gaan. uitgeschakelde motor wordt de accu ontladen.
  • Pagina 195: Commando's Audio-Unit

    Spraaksturing Spraaklabel Short cuts Er zijn een aantal gesproken woorden Het spraaklabel kan de telefoon, de (short cuts) mogelijk, waarmee u enkele audio-installatie en het navigatiesysteem functies van de auto kunt regelen zonder ondersteunen door gebruik te maken van het complete commandomenu te hoeven de "STORE NAME"...
  • Pagina 196 Spraaksturing "CD PLAYER" "SHUFFLE OFF" "REPEAT FOLDER" "REPEAT TRACK" "REPEAT OFF" * Kan als short cut worden gebruikt. ** Alleen beschikbaar als de CD audiogegevensbestanden bevat, zoals MP3 of WMA. Muzieknummer U kunt direct een muzieknummer op de CD kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
  • Pagina 197 Spraaksturing "RADIO" "HELP" "AM" "FM" "TUNE NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "PLAY" * Kan als short cut worden gebruikt. Afstemfrequentie Met deze functie kunt u met gesproken commando's afstemmen op radiostations. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
  • Pagina 198 Spraaksturing • "Five thirty one" (531) Naam opslaan • "Nine hundred" (900) Wanneer u op een radiostation hebt afgestemd, kunt u deze met een naam • "Fourteen forty" (1440) in het bestand opslaan. • "Fifteen zero three" (1503) • "Ten eighty" (1080) Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt...
  • Pagina 199 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "YES" "DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen.
  • Pagina 200 Spraaksturing Auxiliary ingang Met deze functie laat u de audiobron overschakelen op het aangesloten apparaat met auxiliary ingang. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "EXTERNAL DEVICE" "EXTERNAL DEVICE" "LINE IN" "LINE IN" Overzicht SD-kaart Het onderstaande overzicht toont de Deze gesproken commando's beschikbare gesproken commando's.
  • Pagina 201: Commando's Telefoon

    Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "SD CARD" "SD CARD" "PLAY" Muzieknummer op SD-kaart U kunt direct een muzieknummer op de SD-kaart kiezen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "SD CARD" "SD CARD" "TRACK NUMBER PLEASE" "TRACK" "TRACK <nummer>" "<een getal tussen 1 en 99>" * Kan als short cut worden gebruikt.
  • Pagina 202 Spraaksturing "TELEFOON" "DIAL NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "REDIAL" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" * Kan als short cut worden gebruikt. Een telefoonboek aanleggen Naam opslaan Nieuwe spraaklabels kunnen worden opgeslagen met het commando "STORE NAME". Deze functie kan worden gebruikt voor het kiezen van een nummer door de naam in plaats van het complete telefoonnummer uit te spreken.
  • Pagina 203 Spraaksturing Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "<naam> DELETED" "NO" "COMMAND CANCELLED" Bestand afspelen Gebruik deze functie om het systeem alle opgeslagen namen en nummers te laten opnoemen.
  • Pagina 204 Spraaksturing Telefoonfuncties Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw Naam mobiele telefoon mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "MOBILE NAME" "<telefoonafhan- "MOBILE NAME" kelijke dialoog>" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden...
  • Pagina 205 Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<naam>" "DIAL <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" * Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON"...
  • Pagina 206: Commando'snavigatiesysteem

    Spraaksturing Hoofdinstellingen Oproepen kunnen zo worden ingesteld dat ze met spraakbesturing automatisch Oproepen weigeren worden geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "TELEFOON" "TELEFOON" "REJECT CALLS" "REJECT CALLS" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS" * schakel met dit commando de modus 'weigeren' uit COMMANDO’S NAVIGATIESYSTEEM Raadpleeg de afzonderlijke handleiding...
  • Pagina 207: Bijlagen

    Het woord, het merk en de logo's weg van elektronische modules en Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth airbags. SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie gebruiken. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectieve eigenaren zijn.
  • Pagina 208 Bijlagen E100566 Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 1 – 30 50 W 1. 2. 3 30 – 54 50 W 1. 2. 3 68 – 87,5 50 W 1. 2. 3 142 – 176 50 W 1.
  • Pagina 209 Bijlagen Frequentie- Maximum uitgangsvermogen in Antenneplaatsen band MHz watt (piek RMS) 2400 – 2500 0,1 W Overal Alleen voor GSM/3G mobiele telefoons met een patch antenne tegen de binnenzijde van de voorruit gemonteerd. N.B.: Controleer na het monteren van een RF zender of deze niet de overige elektrische uitrusting in de wagen stoort, zowel in de standby- als in de zendmodus.
  • Pagina 211 Index Alarm inschakelen........26 Categorie 1 alarm.........26 Perimeter alarm..........26 Aandrijfregeling (traction control)..96 Alarm uitschakelen.........26 Werking............96 Categorie 1 alarm.........26 Aandrijving op alle wielen (AWD)..89 Perimeter alarm..........26 Automatische functie........89 Algemene informatie over Handmatige modus........89 radiofrequenties........18 Aanhangers trekken......109 Anti Blokkeer Systeem (ABS) Aansluiting Auxiliary ingang (AUX IN) Zie: Remmen..........91 ..............79 Asbak............77...
  • Pagina 212 Index Bescherming van inzittenden....13 Werking............13 Bevestigingspunten voor lading ..106 Dakrekken en bagagedragers....108 Extra steunen..........108 Imperiaal............108 Lading bevestigen........107 Uitvoeringen met een nooduitgang..108 Bijlagen...........205 De juiste zitpositie innemen....71 Brandstof en tanken.......83 Technische specificatie.......85 Zie: De motorkap openen en sluiten..127 Brandstofkwaliteit - Benzine....83 Brandstofkwaliteit - Diesel.....83 Opslaan voor de lange termijn....83 Brandstofverbruik ........85...
  • Pagina 213 Index Elektromagnetische Gebruik van sneeuwkettingen....163 compatibiliteit........205 Alle uitvoeringen..........163 Extra verwarming........66 Uitvoeringen met stabiliteitsregeling Algemene informatie........66 (ESP)............163 Werkingsprincipe..........67 Uitvoeringen met Extra voedingsaansluitingen....77 voorwielaandrijving.........163 Gebruik van startkabels.......142 Hulpstartkabels aansluiten......142 Motor starten..........142 Flessenhouder.........78 Gebruik van veiligheidsgordels tijdens zwangerschap........16 Gebruik van winterbanden....163 Gecodeerde sleutels......24 Gebruik maken van aandrijfregeling Gemaksfuncties........76 (traction control)........96...
  • Pagina 214 Index Handmatige klimaatregeling....64 Interieurverlichting........36 Aanjager............64 Leeslampen...........37 Airconditioning..........65 Leeslampen - uitvoeringen met Gerecirculeerde lucht........64 interieursensoren........36 Interieur snel verwarmen......64 Leeslampen - uitvoeringen zonder Luchtverdeelknop........64 interieursensoren........36 Temperatuurregelknop.......64 Uitvoeringen met dubbele Ventilatie............65 vergrendeling..........36 ISOFIX verankeringspunten....148 Voorruit snel ontdooien en ontwasemen..........64 Een kinderzitje met een veiligheidsgordel Handrem aan de bovenzijde bevestigen.....148 Zie: Parkeerrem..........91...
  • Pagina 215 Index Onderbrekingsschakelaar brandstoftoevoer.........112 Veiligheidsschakelaar terugstellen....112 Ladingsteunen Onderdelen en accessoires....5 Zie: Dakrekken en bagagedragers..108 Onderhoud..........126 Luchtroosters Algemene informatie........126 Zie: Ventilatieroosters........63 Technische specificatie......136 Opbergruimtes........78 Opbergruimte boven de voorruit....78 Opbergvak op dashboard......78 Meters............48 Over deze handleiding......5 Brandstofmeter..........50 Overzicht motorruimte - 2,2 l Instrumentengroep - hoog Duratorq-TDCi (Puma) diesel ..129 uitrustingsniveau........49 Overzicht motorruimte - 2,3 l...
  • Pagina 216 Index Plaatsen zekeringenhouders....113 Setup telefoon........184 Aansluitkast aan passagierszijde....114 Een andere Bluetooth telefoon Aansluitkast in motorcompartiment..114 aanmelden..........185 Standaard relaiskast........113 Telefoonboek..........184 Voorschakel-zekeringkast......113 Telefoonboekcategorieën......184 Plaatsing van kinderzitjes.....145 Van een telefoon een actieve telefoon Programmeren van de maken............185 afstandsbediening........18 Sleeppunten...........124 Sleutels en afstandsbediening....18 Sloten............19 Sneeuwkettingen Regeling voor bergop rijden Zie: Gebruik van sneeuwkettingen..163...
  • Pagina 217 Index Vergrendelen en ontgrendelen.....19 Automatisch opnieuw vergrendelen..22 Automatisch vergrendelen......22 Tanken............85 Dubbele vergrendeling........19 Tankklep...........84 Een fase ontgrendeling.......22 Technische specificaties.......171 Portieren met de afstandsbediening Technische specificatie......171 vergrendelen en ontgrendelen....20 Telefoon Portieren met de hendels vergrendelen Zie: Gebruik maken van de telefoon - Auto's en ontgrendelen........20 met Navigatiesysteem ......190 Portieren met de sleutel vergrendelen en...
  • Pagina 218 Index Voorstoelen..........71 Wassen Armsteun instellen........73 Zie: Reinigen van buitenzijde auto...140 Water in brandstoffilter aftappen ..135 Hellingshoek van de rugleuning verstellen...........73 Uitvoeringen met een dieselmotor..135 Winterbanden Hellingshoek van de zitting verstellen..72 Lendensteun afstellen.........72 Zie: Gebruik van winterbanden....163 Stoel draaien..........73 Stoelen naar voren en achteren schuiven.............71 Voorzorgsmaatregelen voor koude Zekeringen..........113...
  • Pagina 220 Feel the difference...

Inhoudsopgave