58 • vacon
4.10.3
Beschrijving van parameters voor pomp- en ventilatorbesturing
2.10.1
Aantal hulpfrequentieregelaars
Met deze parameter wordt het aantal gebruikte hulpfrequentieregelaars bepaald. De
functies om de hulpfrequentieregelaars aan te sturen (parameters 2.10.4 tot 2.10.7)
kunnen op de relaisuitgangen geprogrammeerd worden.
2.10.2
Startvertraging van hulpfrequentieregelaars
De frequentie van de geregelde frequentieregelaar moet boven de maximum frequentie
blijven gedurende de tijd gedefinieerd met deze parameter voordat een
hulpfrequentieregelaar gestart wordt. De hier bepaalde vertraging is van toepassing op
alle hulpfrequentieregelaars. Dit voorkomt onnodig starten slechts gedurende zeer korte
tijd overschrijding van de limiet plaatsvindt.
2.10.3
Stopvertraging hulpfrequentieregelaars
De frequentie van de geregelde frequentieregelaar moet onder de minimum frequentie
blijven gedurende de tijd gedefinieerd met deze parameter voordat de hulpfrequentieregelaar
gestopt wordt. De hier bepaalde vertraging is van toepassing op alle hulpfrequentieregelaars.
Dit voorkomt onnodige stops als slechts korte tijd de frequentie onder de gestelde limiet
komt.
2.10.4
Automatische wissel tussen de frequentieregelaars
0= Niet gebruikt
1= Autowissel met hulppompen
De motor geregeld door de frequentieregelaar blijft telkens gelijk. Daarom zijn alleen
magneetschakelaars noodzakelijk voor de hulpfrequentieregelaars.
2= Autowissel met frequentieregelaar en hulppompen
4
M
Motor aux.1
Motor aux.2
Figuur 1- 35. Autowissel toegepast op uitsluitend
hulpfrequentieregelaars.
Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971
Omschrijving van de parameters
Vacon
M
M
Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827