16 • vacon
4.
OMSCHRIJVING VAN DE PARAMETERS
4.1
BASISPARAMETERS
2.1.1, 2.1.2 Minimum-/maximumfrequentie
Definieert de frequentiebereiken van de frequentieregelaar.
De maximumwaarde voor de parameters 2.1.1 en 2.1.2 is 320 Hz.
De software zal automatisch de waarde controleren van parameters 2.1.19, 2.1.20,
2.3.13,
2.1.3, 2.1.4 Acceleratietijd 1, deceleratietijd 1
Deze bereiken corresponderen met de benodigde tijd die wordt gebruikt om de
uitgangsfrequentie te laten accelereren van de nulfrequentie tot de ingestelde
maximumfrequentie (parameter 2.1.2).
4.1.5
Stroomlimiet
Deze parameter stelt de maximale motorstroom voor de frequentieregelaar vast. Om te
voorkomen dat de motor overbelast raakt, stelt u de parameter in volgens de gegeven
motorstroom. De stroomlimiet (I
2.1.6
Nominale motorspanning
Neem deze waarde U
spanning op het veldverzwakkingspunt
2.1.7
Nominale motorfrequentie
Neem deze waarde f
veldverzwakkingspunt
2.1.8
Nominaal motortoerental
Neem deze waarde n
2.1.9
Nominale motorstroom
Neem deze waarde I
2.1.10
Motor cos phi
Neem deze waarde "cos phi" over van de typeplaat van de motor.
4
2.5.1, 2.5.2
en 2.6.5.
over van de typeplaat van de motor. Deze parameter stelt de
n
over van de typeplaat van de motor. Deze parameter stelt het
n
(parameter
over van de typeplaat van de motor.
n
over van de typeplaat van de motor.
n
Omschrijving van de parameters
) is gelijk aan de fabrieksinstelling van de regelaar.
L
(parameter
2.6.4) in op 100% x U
2.6.3) in op dezelfde waarde.
Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971
Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827
.
nmotor