Omschrijving van de parameters
2.2.7
AI1 eigen minimuminstelling
2.2.8
AI1 eigen maximuminstelling
Pas de minimum- en maximumniveaus aan voor het AI1 signaal binnen 0...10V.
2.2.9
AI1 signaalinversie
Door instelling van de
parameterwaarde op 1 vindt bij AI1 de
signaalinversie plaats.
2.2.10
Filtertijd AI1-signaal
Deze parameter met een grotere
waarde dan 0, activeert de functie
welke storingen filtert van het
inkomende analoge U
Lange filtertijd maakt de regeling
trager. Zie Figuur 1- 3
2.2.11
AI2 signaalselectie
Verbindt het AI2-signaal met de analoge ingang van uw keuze met deze parameter.
Zie
parameter. 2.2.5
2.2.12
AI2 signaalbereik
1 = Signaalbereik 0...20 mA
2 = Signaalbereik 4...20 mA
3 = Signaalbereik 0...10 V
4 = Signaalbereik 2...10 V
NB! De selectie heeft geen effect als parameter
2.2.13
AI2 eigen minimuminstelling
2.2.14
AI2 eigen maximuminstelling
Deze parameters bieden de mogelijkheid het ingangsstroomsignaal in te schalen tussen
0 en 20 mA.
Dezelfde functionaliteit als bij parameters
2.2.15
Analoge ingang AI2 signaalinversie
Zie corresponderende parameter 2.2.9.
Nederland: Email:
info@vacon.nl
Belgie: Email: info@vacon.be
1 0 0 %
6 3 %
signaal.
in
Figuur 1- 3.
voor de instelling.
2.2.7
%
U n f i l t e r e d s i g n a l
F i l t e r e d s i g n a l
P a r . 2 . 2 . 10
AI1-signaalfilter
2.2.13
> 0% of parameter
en
2.2.8
echter nu voor AI2.
vacon • 23
t [ s ]
N X 1 2 K 7 8
2.2.14
< 100%.
4