36 • vacon
4.7
BEVEILIGINGEN
2.7.1
Reactie op 4mA referentie fout
0 = geen reactie
1 = alarm
2 = Fout, stop modus na fout volgens
3 = Fout, stop modus na fout altijd bij uitloop
Een alarm of een fout en een melding wordt gegenereerd als het 4...20 mA referentie
signaal wordt gebruikt en het signaal gedurende 5 seconden onder 3,5 mA is of
gedurende o,5 seconden onder 0.5 mA. De relaisuitgangen kunnen ook op deze melding
worden geprogrammeerd.
2.7.2
Reactie op een externe fout
0 = geen reactie
1 = alarm
2 = Fout, stop modus na fout volgens
3 = Fout, stop modus na fout altijd bij uitloop
Een alarm of een fout en een melding wordt gegenereerd van het externe fout signaal in
de programmeerbare digitale ingangen. De relaisuitgangen kunnen ook op deze melding
worden geprogrammeerd.
2.7.3
Reactie op een onderspanning fout
1 = alarm
2 = Fout, stop modus na fout volgens
3 = Fout, stop modus na fout altijd met uitloop
Voor de onderspanning limieten zie de Vacon NXL gebruikershandleiding, Tabel 4-3.
NB: Deze beveiliging kan niet worden uitgeschakeld.
2.7.4
Uitgangsfase bewaking
0 = geen reactie
1 = alarm
2 = Fout, stop modus na fout volgens
3 = Fout, stop modus na fout altijd met uitloop
Uitgangsfase bewaking van de motor heeft tot gevolg dat de motorfasen een bijna gelijke
stroom hebben.
4
Omschrijving van de parameters
parameter 2.1.12
parameter 2.1.12
parameter 2.1.12
parameter 2.1.12
Nederland: Telefoon:+31 (0)183 642 970 • Fax:+31 (0)183 642 971
Belgie: Telefoon:+32 (0)16 394 825 • Fax:+32 (0)16 394 827