Pediatrische onderzoeken
► Controleer of een raster is geplaatst. Zo ja, controleer dan of dit het juiste raster is.
Op uw locatie kunnen meerdere rasters beschikbaar zijn.
► Stel vast of een filter moet worden gebruikt (bijvoorbeeld 0,1 mm Cu + 1 mm Al).
OPMERKING
Aanvullende filtering in de röntgenstraal verwijdert het lage-energiedeel van het röntgenbuis-
spectrum. Zonder de extra filtering wordt het volledige lage-energiedeel geabsorbeerd
in de patiënt. Daardoor wordt de effectieve dosis zonder invloed op de beeldkwaliteit ver-
hoogd. Voor pediatrische radiografie worden aanvullende filters van 1 mm Al plus 0,1 mm ko-
per of 0,2 mm koper aanbevolen. Dit is standaardpraktijk in veel landen en is bijvoorbeeld
aanbevolen in de Europese richtlijnen inzake kwaliteitscriteria voor diagnostische radio-
grafische beelden in pediatrie.
► Controleer of het overeenkomstige filter is geplaatst.
► Controleer of de juiste SID (bron-beeldafstand) is ingesteld.
► Controleer of het stralingsveld is gecollimeerd op het noodzakelijke minimum.
Controles op de Eleva Workspot
► Controleer of de juiste patiënt is geselecteerd.
► Controleer of het juiste registratieapparaat is geselecteerd.
► Controleer of de juiste weergave is geselecteerd, bijvoorbeeld AP borst vs. Laterale borst.
Controles in het generatorgebied
► Controleer of het juiste patiënttype is geselecteerd.
De selectie van een patiënttype hangt af van de fysiologie van het kind. Voor een baby bij-
voorbeeld is het patiënttype Baby vereist.
Na de opname
► Controleer het volgende op de Eleva Workspot:
• Zorg dat het beeld acceptabel is wat betreft beeldkwaliteit en positionering.
• De belichtingsindex (EI_s) en de deviatie-index (DI) bevinden zich binnen het aanbevo-
Eleva Workspot voor DigitalDiagnost C90 Versie 1.1
len bereik (zie hoofdstuk "Belichtingsindex" op pagina 122). De deviatie-index wordt ge-
visualiseerd door een kleurindicator (groen/geel/rood).
Het onderzoek uitvoeren
165