Download Print deze pagina

Philips DigitalDiagnost C90 Gebruiksaanwijzing pagina 164

Versie 1.1

Advertenties

Gebruik
Vaste detector
Veiligheidsinstructies
LET OP
Bij een botsing of schok kan de detector beschadigd raken.
Als de detector ergens mee in botsing komt of een schok ondergaat, moet u controleren
of de detector correct werkt:
– Controleer of de detector zichtbare barsten of defecten heeft. Neem contact op met
de klantenservice als u defecten aantreft.
– Neem een testbeeld op. Als het beeld homogeen is, kunt u de detector blijven gebruiken.
Als dat niet zo is, gaat u door naar de volgende stap.
– Voer een kalibratie van de detector uit en neem een testbeeld op. Als het beeld homogeen
is, kunt u de detector blijven gebruiken. Als dat niet zo is, neemt u contact op met
de klantenservice.
OPMERKING
Ongewenste of overmatige bestraling
Selecteer altijd het juiste meetveld voor het onderzoek. Zorg er altijd voor dat het meetveld
correspondeert met het interessegebied en volledig wordt afgedekt door het lichaam. Anders
kunt u ongewenste of overmatige bestraling veroorzaken.
OPMERKING
Bij oververhitting kan de detector minder goed werken. Zorg dat de ventilatieopeningen niet
worden geblokkeerd.
OPMERKING
De detector voert met regelmatige tussenpozen een zelfkalibratie uit. Tijdens de zelfkalibratie
gaat de indicator voor gereedheid op het beeldbewerkingswerkstation enkele malen kortston-
dig uit. De generator is nog steeds gereed voor gebruik. Als dit gebeurt terwijl u juist de rönt-
genstraal wilt activeren, wacht u enkele seconden en probeert u het dan opnieuw. Als u pro-
beert een opname te maken, wordt de röntgenstraal niet geactiveerd.
160
Systeemonderdelen
DigitalDiagnost C90 Versie 1.1

Advertenties

loading