Systeemonderdelen
De detector gebruiken
WAARSCHUWING
Controleer voor opnamen op de detector of het registratieapparaat van de detector is gese-
lecteerd op de buisconstructie en de Eleva Workspot. Als vrije cassetteopname is geselec-
teerd op de Eleva Workspot, gaat het lampje Gereed voor opname niet branden.
► Controleer voordat u een opname start of de röntgenveldgrootte correct is ingesteld.
Zo mag bijvoorbeeld alleen het gewenste anatomische gebied van de patiënt worden opge-
nomen en mag het gevoelige gebied van de detector niet wordt overschreden. Controleer
dit met behulp van de röntgenveldlichtindicator op de collimator.
► Op de Eleva Workspot wordt links onderaan de groene indicator Gereed (symbool) weerge-
geven als de detector klaar is voor gebruik. Als een grijs symbool wordt weergegeven, zult
u geen opname kunnen maken. Controleer deze indicator voordat u de röntgenstraal acti-
veert.
Het raster verwisselen bij het wandstatief
Het raster plaatsen
► Druk op de toets [1] als de gele led niet brandt.
1
► Steek het raster [2] in de sleuf tot de aanslag.
⇨ Het raster gaat automatisch naar de startpositie.
⇨ De gele led knippert eerst en gaat dan continu branden.
Het raster verwijderen
⊳ Als de gele led continu brandt, is er een raster geplaatst.
DigitalDiagnost C90 Versie 1.1
2
Gebruik
161