Gebruik
LET OP
Risico van beeldartefacten
Als een detector meer dan 45° wordt gekanteld ten opzichte van de röntgenbuis, kunnen
beeldartefacten ontstaan. Het kan dan nodig zijn de opname opnieuw te maken.
OPMERKING
Controleer de detector vóór elk gebruik op zichtbare barsten en defecten.
OPMERKING
De detector is uitgerust met een schoksensor die wordt geactiveerd zodra de detector wordt
blootgesteld aan overmatige kracht die niet in overeenstemming is met het beoogde gebruik.
Als de detector bijvoorbeeld van een hoogte van meer dan 70 cm (27,6 inch) valt, wordt
de schoksensor geactiveerd. Dergelijke incidenten worden vastgelegd in het interne logboek
van de schoksensor van de detector. Dit logboek kan alleen worden ingezien door de klanten-
service.
Bij blootstelling aan schokken of overmatige kracht gaat u als volgt te werk om te bepalen
of de detector nog goed werkt:
► Controleer of de detector zichtbare barsten of defecten heeft.
► Neem een testbeeld op. Als het beeld homogeen en foutloos is, kunt u de detector blijven
gebruiken. Als dat niet zo is, gaat u door naar de volgende stap.
► Voer een kalibratie van de detector uit en neem nog een testbeeld op. Als het beeld homo-
geen en foutloos is, kunt u de detector blijven gebruiken. Als dat niet zo is, gaat u door naar
de volgende stap.
► Neem contact op met de serviceafdeling.
De onderhoudstechnicus zal tijdens het reguliere onderhoud of andere werkzaamheden ter
plekke, het interne logboek van de detector uitlezen en de geregistreerde ernstige schokken
vergelijken met de eerder vastgelegde conditie van de detector. De huidige conditie wordt
vervolgens vastgelegd en ondertekend door zowel de klant als de onderhoudstechnicus.
170
Systeemonderdelen
DigitalDiagnost C90 Versie 1.1