Het onderzoek uitvoeren
WAARSCHUWING
Risico op onjuist gebruik
• Gebruik de stitchliniaal niet voor kalibratie. De stitchliniaal en de anatomie bevinden zich
niet op hetzelfde vlak. Daardoor hebben zij verschillende vergrotingsfactoren op de de-
tector. Dit betekent dat de absolute waarden niet kunnen worden gemeten. De waarden
zijn alleen geschikt ter oriëntatie. Zie het hoofdstuk "Het beeld schalen" voor de bereke-
ning van de vergrotingsfactor.
Kalibreer elk beeld (inclusief het samengestelde beeld) met behulp van een kalibratieob-
ject in het interessevlak. Na kalibratie worden alle metingen gerelateerd aan de afmetin-
gen die zijn gedefinieerd met deze kalibratie.
OPMERKING
• De röntgenopnamen worden van het hoofd naar de voeten gemaakt.
• Afhankelijk van de collimatie, worden er 1 tot 3 opnamen gemaakt, op basis van de dekking
van het zichtveld. Het aantal beelden wordt vermeld op het display op de buis.
Opnamen op tafel
OPMERKING
Opname met DigitalDiagnost VM en enkelzijdige tafel TH-S
Plaats de detector niet te dicht bij het onderstel van de tafel. Tijdens stitchingsopnamen laat
het systeem geen bewegingen toe waardoor de detector tegen de tafel botst. Op de buiskop
staat een richtlijn voor de gebruiker vermeld.
OPMERKING
Voor VM-systemen: zorg dat de detector op 0° staat en zich onder de tafel bevindt.
OPMERKING
Tracking wordt uitgeschakeld wanneer een stitchingweergave wordt geselecteerd.
► Plaats het juiste raster (f
niek en van de patiënt.
► Neem de stitchliniaal van het statief of uit de bergruimte en plaats deze, indien gewenst,
op het tafelblad onder het matras.
136
=180 cm) of verwijder het raster, afhankelijk van de opnametech-
0
Eleva Workspot voor DigitalDiagnost C90 Versie 1.1
Stitching