Informatie over de hydraulische instal-
latie
Schoonheid is bij het onderhoud van de hydrauli-
sche installatie van het grootste belang. Vermijd
dat vuil en andere verontreinigende stoffen in het
systeem kunnen belanden. Door kleine deeltjes
kunnen groeven aan kleppen ontstaan, pompen
vastlopen, smoor- en stuurboringen verstopt ra-
ken, waardoor dure reparaties ontstaan.
Als bij de dagelijkse controle van het oliepeil
l
een daling van het hydrauliekoliepeil wordt
vastgesteld, controleer dan alle leidingen,
slangen en aggregaten op ondichtheid.
Ondichtheid aan de buitenkant meteen her-
l
stellen. Indien nodig de bevoegde klanten-
dienst informeren.
Vaten met hydrauliekolie niet opslaan in de
l
open lucht, minstens onder een afdekking. Bij
weersverschillen kan water door het bomgat
worden ingezogen.
Wij raden om voor het vullen ons vul- en filter-
l
aggregaat met fijnfilter te gebruiken. Daardoor
wordt de hydrauliekolie heel fijn gefilterd, de
levensduur van het hydrauliekoliefilter ver-
lengd en het hydraulisch systeem beschermd.
Schroefverbindingen, vuldeksels en hun om-
l
geving voor het verwijderen reinigen, zodat er
geen vuil kan binnendringen.
Tankopening niet onnodig open laten staan,
l
maar altijd afdekken, zodat er niets in kan val-
len.
BW 100/120/125 AD-4/AC-4
6.2
Bedrijfsstoffen
Motorolie
Kwaliteit
Smeerolies worden ingedeeld al naargelang hun
prestatievermogen en kwaliteitsklasse. Olies vol-
gens andere, vergelijkbare specificaties kunnen
gebruikt worden.
Als er een zwavelarme brandstof (< 0,05%) wordt
gebruikt, dan mogen uitsluitend motorolies van de
1
API
-classificatie CF, CF-4, CG-4, CH-4 en CI-4
ingezet worden.
Bij bedrijf met zwavelrijke brandstof wordt aanbe-
volen om een motorolie van de classificatie CF of
beter te gebruiken, die een totaal basisgetal van
minstens 10 bezit.
Opgelet
!
Smeerolie van de classificatie CJ-4 mag niet
worden gebruikt!
Olieviscositeit
Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van
smeerolie met de temperatuur verandert is voor de
keuze van de viscositeitsklasse (SAE-klasse) de
omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik
van de motor maatgevend.
Optimale bedrijfsomstandigheden bereikt u als u
zich oriënteert aan de volgende olieviscositeitsta-
bel.
Omgevingstempera-
tuur
hoger dan 25 °C
0 °C tot 25 °C
lager dan 0 °C
1
American Petroleum Institute
BOMAG
www.duma-rent.com
Onderhoud
Viscositeit
SAE 30
SAE10W-30
SAE 15W-40
SAE 20
SAE10W-30
SAE 15W-40
SAE 10
SAE10W-30
SAE 15W-40
73