Pagina 5
Zekeringen in cabine................. 38 Bediening ..........................39 Voor het starten ....................... 39 Accu-isolator/Elektrische accu-isolator (optie) - Bediening ....... 39 Chauffeursstoel - bijstellen................ 39 Parkeerrem - Controleren ................. 40 Chauffeursplaats ..................40 Zicht ......................41 Interlock..................... 41 Instrumenten en lampen - Controleren ............. 42 Starten ........................
Pagina 6
Stuurcylinder, scharnieren, etc..............52 Motorruimte, zeil..................52 Diversen..........................53 Heffen ........................53 De stuurverbinding vergrendelen .............. 53 De wals heffen ..................53 De stuurverbinding ontgrendelen .............. 54 Transport ......................... 54 Wals voorbereid voor transport ..............54 Slepen/bergen ......................55 Slepen over korte afstand met uitgeschakelde/niet draaiende motor ..55 Pomp voor remvrijgave...............
Inleiding Inleiding De machine De Dynapac CS1400 is een statische wals met drie rollen in de klasse 11 ton, met een verdichtingsbreedte van 2100 mm (83 in.) en met dezelfde statische lineaire belasting op alle rollen. De machine is uitgerust met gearticuleerde besturing en met aandrijving en remmen op alle walsrollen.
Inleiding Lees eerst het hele handboek door voor u de Lees eerst het hele handboek door voor u de machine start of met onderhoud begint. machine start of met onderhoud begint. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging door Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging door ventilator) waar de motor binnen wordt gedraaid.
Inleiding CE-markering en Verklaring van conformiteit (Van toepassing op machines die in de EU/EEG worden verkocht) Deze machine is voorzien van een CE-markering. Dat betekent dat de machine bij levering voldoet aan de basisrichtlijnen op het gebied van gezondheid en veiligheid die onder machinerichtlijn 2006/42/EC van toepassing zijn op deze machine, alsmede aan andere regels en richtlijnen die op deze machine van...
Pagina 14
Inleiding 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Veiligheid - algemene instructies Veiligheid - algemene instructies (Raadpleeg ook het Veiligheidshandboek) • • De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte BEDIENING voor de wals wordt gestart.
Pagina 16
Veiligheid - algemene instructies • • Ga als volgt te werk alvorens reparaties en onderhoud uit te voeren: Ga als volgt te werk alvorens reparaties en onderhoud uit te voeren: - Blokkeer de walsen / wielen. - Blokkeer de walsen / wielen. - Vergrendel de knikbesturing, indien nodig.
Veiligheid - bij bediening Veiligheid - bij bediening Voorkom dat er personen de risicozone Voorkom dat er personen de risicozone betreden of zich daar ophouden. Hanteer in alle betreden of zich daar ophouden. Hanteer in alle richtingen een afstand van minimaal 7 m vanaf richtingen een afstand van minimaal 7 m vanaf actieve machines.
Veiligheid - bij bediening Rijdende werkzaamheden Als de cabine geëvacueerd moet worden, maak de Als de cabine geëvacueerd moet worden, maak de hamer los die op de rechterachtercabinestijl hamer los die op de rechterachtercabinestijl bevestigd is en sla de achterruit stuk. bevestigd is en sla de achterruit stuk.
Speciale instructies Speciale instructies Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen Voordat de systemen en componenten de fabriek verlaten, worden ze gevuld met oliën en vloeistoffen die worden gespecificeerd in de oliespecificaties. Deze zijn geschikt voor omgevingstemperaturen van -15°C tot +40°C (5°F - 40.56℃). Voor biologische hydraulische olie geldt een Voor biologische hydraulische olie geldt een maximum omgevingstemperatuur van +35°C...
Speciale instructies Richt bij het reinigen van de machine de Richt bij het reinigen van de machine de waterstraal nooit rechtstreeks op de tankdop of waterstraal nooit rechtstreeks op de tankdop of in de uitlaatpijp. Dit is vooral belangrijk in de uitlaatpijp. Dit is vooral belangrijk wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt.
Speciale instructies Starten met accuklemmen Sluit de negatieve kabel niet aan op de Sluit de negatieve kabel niet aan op de negatieve terminal van de lege accu. Een vonk negatieve terminal van de lege accu. Een vonk kan het zuur-waterstofgas ontsteken dat zich kan het zuur-waterstofgas ontsteken dat zich rond de accu heeft gevormd.
Pagina 22
Speciale instructies 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Technische specificaties Technische specificaties Trillingen - chauffeursplaats (ISO 2631) Trillingsniveaus zijn gemeten in overeenstemming met de bedrijfscyclus beschreven in Trillingsniveaus zijn gemeten in overeenstemming met de bedrijfscyclus beschreven in EU-richtlijn 2000/14/EC betreffende machines bestemd voor de EU markt met de EU-richtlijn 2000/14/EC betreffende machines bestemd voor de EU markt met de chauffeurstoel in transportpositie.
Technische specificaties ROPS-bouten die op de aanhaalkoppel moeten ROPS-bouten die op de aanhaalkoppel moeten worden gezet, moeten droog zijn. worden gezet, moeten droog zijn. ROPS - bouten Boutafmetingen: Boutafmetingen: (PN 4700195096 - (PN 4700195096 - 4700195097) 4700195097) Sterkteklasse: Sterkteklasse: 10.9 10.9 Aanhaalkoppel: Aanhaalkoppel:...
Pagina 30
Technische specificaties 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Machinebeschrijving Machinebeschrijving Dieselmotor De machine is voorzien van een watergekoelde, in lijn geplaatste 3-cilinder, 4-tact, turbogeladen dieselmotor. Aandrijvingssysteem/transmissie Het aandrijvingssysteem is een hydrostatisch systeem met een hydraulische pomp die drie parallel aangesloten motoren voedt, die elk een walsrol aandrijven. De snelheid van de machine is proportioneel aan de uitslag/hoek van de bedieningshendel vanuit de neutrale stand.
Machinebeschrijving volgens de FOPS/ROPS-normen haar geldigheid verliest. Identificatie Product- en componentplaatjes Productplaatje - product-identificatie-nummer (PIN), model-/typeaanduiding Productplaatje - product-identificatie-nummer (PIN), model-/typeaanduiding Motorplaatje - typeaanduiding, product- en serienummers Motorplaatje - typeaanduiding, product- en serienummers Componentplaatje, product- en serienummers rolkooi Componentplaatje, product- en serienummers rolkooi Componentplaatje, product- en serienummers cabine Componentplaatje, product- en serienummers cabine Productidentificatienummer op het frame...
Machinebeschrijving Machineplaatje Het machineplaatje (1) is bevestigd op de linkerzijde van het voorste framegedeelte, bij de stuurverbinding. Op het plaatje staat de naam en het adres van de fabrikant, het type machine, het PIN, Productidentificatienummer (serienummer), (op machines die worden geleverd buiten de EU staan geen CE-markeringen en in sommige gevallen geen productiejaar.) Afb.
Machinebeschrijving Motorplaatjes Het motorplaatje (1) is bevestigd aan de bovenkant van de kap van de cilinderkop. Op dit plaatje staan het motortype, het serienummer en de motorgegevens. Bij het bestellen van reserveonderdelen moet u altijd het serienummer van de motor opgeven. Raadpleeg ook het handboek van de motor.
Machinebeschrijving Veiligheidsstickers Zorg ervoor dat alle veiligheidsstickers te allen tijde volledig leesbaar zijn. Verwijder vuil of bestel nieuwe stickers als ze onleesbaar worden. Gebruik het artikelnummer dat wordt vermeld op de sticker. Als een onderdeel wordt vervangen en dit onderdeel is voorzien van een sticker, zorg er dan voor dat u de sticker ook bestelt.
Pagina 37
Machinebeschrijving 4700908229 Waarschuwing - gevaar voor beknelling De knikbesturing moet vergrendeld zijn tijdens het hijsen. Lees de instructiehandleiding. 4700904406 Waarschuwing - Risico op uitglijden of vallen. Waarschuwing, gevaar voor uitglijden en vallen. Lees de instructiehandleiding. 4812125363 Waarschuwing - vergrendeling De knikbesturing moet tijdens heffen en transport vergrendeld zijn, maar tijdens bedrijf geopend.
Machinebeschrijving Functiebeschrijvingen GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Stuurwiel Stuurwiel Er zijn twee stuurwielen, een aan de linkerkant en een Er zijn twee stuurwielen, een aan de linkerkant en een aan de rechterkant. aan de rechterkant. Vooruit/achteruit-hendel Vooruit/achteruit-hendel De hendel moet in de neutrale stand staan om de motor De hendel moet in de neutrale stand staan om de motor te starten.
Pagina 41
Machinebeschrijving GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Alle instrumenten en elektrische instrumenten krijgen Alle instrumenten en elektrische instrumenten krijgen stroom. stroom. Startmotor activering. Startmotor activering. Besproeiing, schakelaar Besproeiing, schakelaar In de linkerpositie worden de walsrollen doorlopend In de linkerpositie worden de walsrollen doorlopend besproeid.
Pagina 42
Machinebeschrijving GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Waarschuwingslampje, remmen Waarschuwingslampje, remmen Het lampje brandt wanneer de parkeerrem wordt Het lampje brandt wanneer de parkeerrem wordt geactiveerd en de remmen ingeschakeld zijn. geactiveerd en de remmen ingeschakeld zijn. Door foutcodes bladeren Door foutcodes bladeren Schakel het contact in/uit.
Machinebeschrijving Waarschuwingsindicatie - Elektronische motorbesturing Waarschuwingsindicatie - Elektronische motorbesturing De status wordt weergegeven via het waarschuwingslampje. De status wordt weergegeven via het waarschuwingslampje. Het systeem bewaakt zowel de status van de motor als zichzelf. Het systeem bewaakt zowel de status van de motor als zichzelf. Functiecontrole Functiecontrole Bij het inschakelen van het contact brandt het waarschuwingslampje ongeveer 2 seconden...
Machinebeschrijving Locaties - Instrumenten en bedieningsorganen, cabine Fig. Cabine, regelaar tussen stoelen, Fig. Cabinedak met AC (optioneel) Afb. Cabinedak, radio 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Machinebeschrijving Functiebeschrijving van instrumenten en bedieningsorganen in de cabine Geen Naam Geen Naam Symbool Symbool Functie Functie Werkverlichting, schakelaar Werkverlichting, schakelaar Wordt ingedrukt en de werkverlichting gaat branden. Wordt ingedrukt en de werkverlichting gaat branden. Wisser voorkant, schakelaar Wisser voorkant, schakelaar Wordt ingedrukt en de voorste ruitenwisser begint te Wordt ingedrukt en de voorste ruitenwisser begint te werken.
Pagina 46
Machinebeschrijving Zekeringen De afbeelding toont de positie van de zekeringen. In de onderstaande tabel wordt de zekeringsamperage en -functie aangegeven. Alle zekeringen zijn van het zogenaamde platte pen-type. Zekeringenkast (F1) Zekeringenkast (F1) VBS-relais, Interlock VBS-relais, Interlock Bedieningspaneel, Bedieningspaneel, indicatielampjes indicatielampjes Instrument, Lage/hoge snelheid 10A Instrument, Lage/hoge snelheid 10A Neutraal relais, sprinklerrelais...
Machinebeschrijving Relais in cabine Sproeierpomp Sproeierpomp Condenser Condenser AC-ventilator AC-ventilator AC-ventilator AC-ventilator Fig. Relais in cabinedak Zekeringen in cabine Zekeringen met platte pennen beschermen het elektrische regelings- en besturingssysteem. De zekeringenkasten (1) bevinden zich aan de rechterkant van het cabinedak. De machine is voorzien van een 12 V elektrisch systeem en een wisselstroomdynamo.
Bediening Bediening Voor het starten Accu-isolator/Elektrische accu-isolator (optie) - Bediening Vergeet niet om het dagelijks onderhoud uit te voeren. Raadpleeg de onderhoudsinstructies. De accu-isolator bevindt zich in de voorste balk. Zet de sleutel (3) in de stand Aan. De wals wordt nu voorzien van stroom.
Bediening Parkeerrem - Controleren Zorg ervoor dat de parkeerremknop (12) zich in de Zorg ervoor dat de parkeerremknop (12) zich in de rechterpositie bevindt. Indien de wals op een rechterpositie bevindt. Indien de wals op een hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen...
Bediening Zicht Voordat u start, moet u controleren of het zich vooruit en achteruit niet wordt verhinderd. Alle cabineruiten moeten schoon zijn en de achteruitkijkspiegels moeten zo ingesteld zijn dat u een goed zicht achteruit heeft. Fig. Zicht Interlock De wals is uitgerust met een interlock. De motor wordt 4 seconden nadat de chauffeur van de stoel is opgestaan uitgeschakeld, ongeacht of de stand van de vooruit/achteruit-hendel.
Bediening Instrumenten en lampen - Controleren Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken Zorg ervoor dat de noodstopknop is uitgetrokken en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de en dat de parkeerrem is geactiveerd. Met de vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de vooruit-/achteruithendel in de neutrale stand is de automatische remfunctie ingesteld.
Bediening Starten De motor starten Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer u de motor binnen laat draaien. Gevaar voor u de motor binnen laat draaien. Gevaar voor koolmonoxidevergiftiging. koolmonoxidevergiftiging. Zorg ervoor dat de noodstopknop (35) is uitgetrokken en dat de parkeerrem (12) is geactiveerd.
Bediening Rijden De wals besturen Rijd altijd met een toerental van meer dan 1500 Rijd altijd met een toerental van meer dan 1500 rpm. rpm. Verhoog het toerental tot 2200 rpm om de maximale rijsnelheid te bereiken. Bij het vervangen van de chauffeursstoel moet Bij het vervangen van de chauffeursstoel moet ook de bijbehorende schakelaar worden ook de bijbehorende schakelaar worden...
Pagina 55
Bediening Zet de versnellingsregelaar (20) in de stand "Schildpad" en zet de vooruit/achteruit-hendel voorzichtig in de gewenste rijrichting. Hoe verder van de neutrale stand hoe hoger de snelheid. De snelheid moet altijd worden geregeld met de De snelheid moet altijd worden geregeld met de vooruit/achteruit-hendel en nooit met het toerental vooruit/achteruit-hendel en nooit met het toerental van de motor.
Bediening Interlock/Noodrem/Parkeerrem - Controleren De interlock, noodrem en parkeerrem moeten De interlock, noodrem en parkeerrem moeten dagelijks voor gebruik worden gecontroleerd. Een dagelijks voor gebruik worden gecontroleerd. Een functiecontrole van de interlock en noodrem vereist functiecontrole van de interlock en noodrem vereist een herstart.
Pagina 57
Bediening Sprinklersysteem/watertanks Basisinstellingen Twee tanks - een pomp (onder) Een tank (onder) - een pomp (boven) Een tank (onder) - twee pompen Fig. Sprinklersysteem A. Open B. Dicht Vul de onderste tank met water uit Laat de onderste tank vollopen met de bovenste tank en sluit de kraan water uit de bovenste en sluit voor de filter.
Bediening Remmen Normaal remmen Vooruit Stop de wals door de vooruit/achteruithendel (2) in de neutrale positie te zetten. Schakel altijd de parkeerrem in, ook bij kortstondig Achteruit stoppen op een hellende ondergrond. Fig. Bedieningspaneel 2. Toerenregelaar in neutrale stand Zet de toerentalregelaar (3) in de stationaire stand (900 rpm).
Bediening Noodrem De remmen worden gewoonlijk geactiveerd met de vooruit/achteruit-hendel. De hydrostatische transmissie remt de wals af wanneer de hendel naar de neutrale positie wordt geduwd. Elke walsmotor heeft een lamellenrem die tijdens het rijden ook dienst doet als noodrem en bij het stilstaan als parkeerrem.
Bediening Parkeren De walsrollen blokkeren Verlaat de wals nooit zonder de parkeerrem in te Verlaat de wals nooit zonder de parkeerrem in te drukken wanneer de dieselmotor loopt. drukken wanneer de dieselmotor loopt. Parkeer de wals altijd zo dat hij het verkeer niet Parkeer de wals altijd zo dat hij het verkeer niet hindert.
Parkeren voor langere tijd Parkeren voor langere tijd Wanneer u de wals langer dan een maand Wanneer u de wals langer dan een maand opbergt, moet u de volgende instructies volgen. opbergt, moet u de volgende instructies volgen. Deze maatregelen gelden voor een stilstandtijd van maximaal 6 maanden.
Parkeren voor langere tijd Stuurcylinder, scharnieren, etc. Smeer de lagers van de stuurverbindingen en de beide lagers van de stuurcilinder met vet (zie 'Om de 50 werkuren'). Vet de zuigerstang van de stuurcilinder in met conserveringsvet. Vet de scharnieren van de motorklep en cabine in. Vette beide uiteinden van de vooruit-/achteruithendel in (heldere delen) ( zie "Om de 500 werkuren").
Diversen Diversen Heffen De stuurverbinding vergrendelen Voor de wals omhoog wordt gehesen, moet de Voor de wals omhoog wordt gehesen, moet de stuurverbinding worden vergrendeld om plotseling stuurverbinding worden vergrendeld om plotseling draaien te voorkomen. draaien te voorkomen. Draai het stuurwiel in de positie recht vooruit. Druk de nood-/parkeerremknop omlaag.
Diversen De stuurverbinding ontgrendelen Vergeet niet de stuurverbinding te ontgrendelen Vergeet niet de stuurverbinding te ontgrendelen voordat u gaat rijden. voordat u gaat rijden. Trek de laagste splitpen uit (1) waaraan een draad is vastgemaakt. Trek de borgpin (2) omhoog waar ook een draad aan is bevestigd.
Diversen Slepen/bergen De wals kan over een afstand van 300 meter (330 yards) gesleept worden volgens de onderstaande instructies. Slepen over korte afstand met uitgeschakelde/niet draaiende motor Blokkeer de walsrollen met remblokken, zodat de Blokkeer de walsrollen met remblokken, zodat de wals niet kan gaan rollen wanneer de remmen wals niet kan gaan rollen wanneer de remmen hydraulisch ontgrendeld worden.
Diversen Pomp voor remvrijgave Blokkeer de walsen met remblokken zodat hij niet Blokkeer de walsen met remblokken zodat hij niet weg kan. De wals kan beginnen te rollen wanneer weg kan. De wals kan beginnen te rollen wanneer de remmen hydraulisch worden ontgrendeld. de remmen hydraulisch worden ontgrendeld.
Pagina 67
Diversen Pomp voor remvrijgave Blokkeer de walsrollen met remblokken, zodat de Blokkeer de walsrollen met remblokken, zodat de wals niet kan gaan rollen wanneer de remmen wals niet kan gaan rollen wanneer de remmen hydraulisch ontgrendeld worden. hydraulisch ontgrendeld worden. De vrijgavepomp voor de remmen bevindt zich voor in de motorruimte.
Diversen Slepen/bergen Voor het slepen moet een sleepbalk worden Voor het slepen moet een sleepbalk worden gebruikt, aangezien de wals geen remmen heeft en gebruikt, aangezien de wals geen remmen heeft en alleen kan worden afgeremd door het slepende alleen kan worden afgeremd door het slepende voertuig.
Rij-instructies - Samenvatting Rij-instructies - Samenvatting Volg de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in het Veiligheidshandboek. Volg de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in het Veiligheidshandboek. Vergewis u ervan dat alle instructies van het ONDERHOUDSHANDBOEK gevolgd Vergewis u ervan dat alle instructies van het ONDERHOUDSHANDBOEK gevolgd werden. werden. Zet de hoofdschakelaar in de AAN-positie.
Pagina 70
Rij-instructies - Samenvatting 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Preventief onderhoud Preventief onderhoud Voor een correcte werking en de laagst mogelijke bedieningskosten moet de machine goed worden onderhouden. In het gedeelte Onderhoud vindt u een overzicht van het periodieke onderhoud dat de machine nodig heeft. In de aanbevolen onderhoudsintervals wordt uitgegaan van gebruik in een normale omgeving en bij normale werkomstandigheden.
Pagina 72
Preventief onderhoud 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Onderhoud - Smeermiddelen en symbolen Onderhoud - Smeermiddelen en symbolen Gebruik altijd smeermiddel van een hoge Gebruik altijd smeermiddel van een hoge kwaliteit en in de aangegeven hoeveelheid. Te kwaliteit en in de aangegeven hoeveelheid. Te veel vet of olie kan oververhitting veroorzaken, veel vet of olie kan oververhitting veroorzaken, resulterend in versnelde verslijting.
Onderhoud - Onderhoudsschema Algemeen Periodiek onderhoud moet worden uitgevoerd na het aantal gespecificeerde werkuren. Gebruik de dagelijkse, wekelijkse, etc. perioden waarin werkuren niet kunnen worden gebruikt. Verwijder voor het bijvullen, voor het Verwijder voor het bijvullen, voor het controleren van het olie- en brandstofpeil en controleren van het olie- en brandstofpeil en voor het smeren met vet of olie, altijd al het voor het smeren met vet of olie, altijd al het...
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 50 werkuren (wekelijks) Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Actie Actie Opmerking Opmerking Controleer/reinig het filterelement van de luchtfilter Controleer/reinig het filterelement van de luchtfilter Smeer de stuurverbinding Smeer de stuurverbinding Smeer de bevestigingen van de stuurkolom Smeer de bevestigingen van de stuurkolom Controleer of de walsrolmoeren vastzitten.
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 1 000 werkuren Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Pos. Pos. Actie Actie Opmerking Opmerking in fig in fig Het koelelement reinigen Het koelelement reinigen Indien nodig Indien nodig De motorolie verversen en het oliefilter vervangen De motorolie verversen en het oliefilter vervangen Raadpleeg de Raadpleeg de...
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 2 000 werkuren Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Pos. Pos. Actie Actie Opmerking Opmerking in fig in fig Het koelelement reinigen Het koelelement reinigen Indien nodig Indien nodig De motorolie verversen en het oliefilter vervangen De motorolie verversen en het oliefilter vervangen Raadpleeg de Raadpleeg de...
Onderhoud - 10u Onderhoud - 10u Om de 10 werkuren (dagelijks) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 10u Hydraulische tank, oliepeil controleren - bijvullen Wrijf het kijkglas (1) schoon en controleer of het peil zich tussen de bovenste en onderste markering bevindt. Vul indien nodig hydraulische olie bij door de tankdop (2) open te draaien. Kijk onder het kopje Smeermiddelen om het juiste olietype te bepalen.
Onderhoud - 10u Brandstoftank - Bijvullen Tank nooit terwijl de motor draait, rook niet en Tank nooit terwijl de motor draait, rook niet en voorkom dat er brandstof wordt gemorst. voorkom dat er brandstof wordt gemorst. Vul de brandstoftank elke dag bij voordat u met het werk begint.
Onderhoud - 10u Sprinklersysteem - controleren/reinigen Start het sprinklersysteem en controleer dat geen spruitstuk (1) is geblokkeerd. Reinig zonodig het spruitstuk en de verstuivingsfilter bij de waterpomp (2), zie fig. hieronder. Fig. Sprinklerrichel 1. Spruitstuk Sprinklersysteem/Wals Reinigen Demonteer de verstopte sproeier manueel. Blaas de sproeier (2) en fijnfilter (4) schoon met perslucht.
Onderhoud - 10u Controleer de waterinlaatfilters van de pompen dagelijks. De behuizing van de waterfilter (2) kan worden verwijderd. Spoel de behuizing en de filter met water schoon en zet deze terug op hun plaats. Gebruik alleen schoon water in de watertank. Gebruik alleen schoon water in de watertank.
Onderhoud - 10u Egaliseerbladen - controleren/reinigen Controleer of de egaliseerbladen niet beschadigd zijn. De verende egaliseerbladen moeten niet worden bijgesteld omdat de veerkracht ervoor zorgt dat de egaliseerbladen de juiste aanligkracht hebben. Asfaltresten kunnen zich op de egaliseerbladen ophopen en aanligkracht beïnvloeden. Zonodig reinigen.
Onderhoud - 50u Onderhoud - 50u Om de 50 werkuren (wekelijks) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 50u Maak de klemmen (1) los, trek de kap (2) eraf en trek het hoofdfilter (3) eruit. Verwijder de backupfilter (4) nooit van de machine. Reinig indien nodig het luchtfilter; zie het gedeelte Luchtfilter - Reinigen. Plaats bij het vervangen van het hoofdfilter (3) een nieuw filter en zet het luchtfilter in de omgekeerde volgorde van bovenstaande instructies weer in elkaar.
Onderhoud - 50u Luchtfilter - Reinigen Veeg de binnenkant van de kap (2) en het filterhuis (5) schoon. Zie de vorige illustratie. Veeg beide kanten van de uitlaatpijp Veeg ook beide oppervlakken van de uitlaatpijp schoon. schoon; zie afbeelding hiernaast. Controleer of de slangklemmen tussen het Controleer of de slangklemmen tussen het filterhuis en de inlaatslang aangehaald zijn en of...
Onderhoud - 50u Draai het stuurwiel terug om recht vooruit te rijden. Nu is de achterste lager (1) van de linker stuurkolom toegankelijk vanaf de linkerkant van de machine. Wrijf de smeernippel schoon en smeer deze met drie slagen van het smeerpistool. Fig.
Onderhoud - 50u Airconditioning (optioneel) - Inspectie Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait. Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait. Parkeer de wals op een effen oppervlak, blokkeer Parkeer de wals op een effen oppervlak, blokkeer de wielen en zet de parkeerrem vast.
Pagina 92
Onderhoud - 50u 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Onderhoud - 250 u Onderhoud - 250 u Na 250/750/1250/1750..werkuren (eens per 3 maanden) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 250 u Radiateur - controleren/reinigen Controleer of via de radiateurs (1), (2) en (3) lucht onbelemmerd kan passeren. Een vuile radiateur moet worden schoongeblazen met perslucht of gereinigd worden met een hogedrukreiniger. Blaas lucht of water door de koeler in de tegenovergestelde richting van de koellucht.
Onderhoud - 500 u Onderhoud - 500 u Na 500/1500 werkuren (eens per 6 maanden) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 500 u Radiateur - controleren/reinigen Controleer of via de radiateurs (1), (2) en (3) lucht onbelemmerd kan passeren. Een vuile radiateur moet worden schoongeblazen met perslucht of gereinigd worden met een hogedrukreiniger. Blaas lucht of water door de koeler in de tegenovergestelde richting van de koellucht.
Onderhoud - 500 u Dieselmotor - olie verversen Laat de motor warmlopen alvorens de olie af te tappen. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat draaien.
Onderhoud - 500 u Hydraulische tankdop - controleren Schroef de tankdop open en controleer dat deze niet verstopt is. Lucht moet ongehinderd in beide richtingen door de dop kunnen stromen. Als een richting verstopt is, moet u ze met een beetje dieselolie schoonmaken en met luchtdruk blazen tot de doorgang vrij is, of het deksel vervangen door een nieuw.
Onderhoud - 1000u Onderhoud - 1000u Na 1000 werkuren (eens per jaar) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 1000u Radiateur - controleren/reinigen Controleer of via de radiateurs (1), (2) en (3) lucht onbelemmerd kan passeren. Een vuile radiateur moet worden schoongeblazen met perslucht of gereinigd worden met een hogedrukreiniger. Blaas lucht of water door de koeler in de tegenovergestelde richting van de koellucht.
Onderhoud - 1000u Dieselmotor - olie verversen Laat de motor warmlopen alvorens de olie af te tappen. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat draaien.
Onderhoud - 1000u Het brandstoffilter/voorfilter vervangen Plaats een opvangbak onder de tank om brandstof op te vangen die bij het verwijderen van het filter wegloopt. Draai het oliefilter (1) los. Vervang de filtereenheid. Draai het onderste deel van het brandstoffilter (2) los, tap het water af en vervang de filtereenheid.
Onderhoud - 1000u Hydraulische oliefilter - vervangen De filter bevindt zich aan de linkerkant van het frame. Reinig grondig rondom de oliefilter. Verwijder de oliefilter (1) en voer deze op Verwijder de oliefilter (1) en voer deze op verantwoorde wijze af. De filter is bestemd voor verantwoorde wijze af.
Onderhoud - 1000u Verseluchtfilter - vervangen De inlaat voor verse lucht bevindt zich achter de linkerstoel. Vervang de verseluchtfilter (1) en reinig het verseluchtcompartiment. Herstellen. Fig. Inlaat verse lucht 1. Verseluchtfilter Brandstoftank - water aftappen U kunt water aftappen via de aftapplug aan de onderkant van de tank.
Onderhoud - 1000u Hydraulische olietank - aftappen U kunt condenswater aftappen via de aftapplug (1) aan de onderkant van de tank. Aftappen is nodig nadat de wals enige tijd heeft stilgestaan, bijvoorbeeld 's nachts. Tap als volgt af: Plaats een blik onder de aftapplug (1). Draai de aftapplug (1) los en laat eventueel aanwezig condenswater weglopen.
Pagina 106
Onderhoud - 1000u 4812162514_F.pdf 2021-05-03...
Onderhoud - 2000u Onderhoud - 2000u Na 2000 werkuren (eens per 2 jaar) Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Parkeer de wals op een vlakke ondergrond. Tenzij anders aangegeven, moet voor het Tenzij anders aangegeven, moet voor het controleren of instellen van de wals de motor controleren of instellen van de wals de motor worden uitgeschakeld en de parkeerrem worden uitgeschakeld en de parkeerrem...
Onderhoud - 2000u Radiateur - controleren/reinigen Controleer of via de radiateurs (1), (2) en (3) lucht onbelemmerd kan passeren. Een vuile radiateur moet worden schoongeblazen met perslucht of gereinigd worden met een hogedrukreiniger. Blaas lucht of water door de koeler in de tegenovergestelde richting van de koellucht.
Onderhoud - 2000u Dieselmotor - olie verversen Laat de motor warmlopen alvorens de olie af te tappen. Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat wanneer u de dieselmotor binnenshuis laat draaien.
Onderhoud - 2000u Het brandstoffilter/voorfilter vervangen Plaats een opvangbak onder de tank om brandstof op te vangen die bij het verwijderen van het filter wegloopt. Draai het oliefilter (1) los. Vervang de filtereenheid. Draai het onderste deel van het brandstoffilter (2) los, tap het water af en vervang de filtereenheid.
Onderhoud - 2000u Hydraulische oliefilter - vervangen De filter bevindt zich aan de linkerkant van het frame. Reinig grondig rondom de oliefilter. Verwijder de oliefilter (1) en voer deze op Verwijder de oliefilter (1) en voer deze op verantwoorde wijze af. De filter is bestemd voor verantwoorde wijze af.
Onderhoud - 2000u Verseluchtfilter - vervangen De inlaat voor verse lucht bevindt zich achter de linkerstoel. Vervang de verseluchtfilter (1) en reinig het verseluchtcompartiment. Herstellen. Fig. Inlaat verse lucht 1. Verseluchtfilter Brandstoftank - water aftappen U kunt water aftappen via de aftapplug aan de onderkant van de tank.
Onderhoud - 2000u Hydraulische olietank - olie verversen Bij het aftappen van warme olie kunt u Bij het aftappen van warme olie kunt u brandwonden oplopen. Bescherm uw handen. brandwonden oplopen. Bescherm uw handen. Zet een vat met een inhoud van minstens 50 liter Zet een vat met een inhoud van minstens 50 liter onder de aftapplug.
Onderhoud - 2000u Watertank - reinigen De tanks aftappen 1, 2 Fig. Watertank 1. Dop 2. Filter De aftapplug van de achterste (onderste) tank bevindt zich linksonderaan op de tank. De voorste (bovenste) tank wordt afgetapt via het sprinklersysteem door de filter van de waterslang (3) naar de tank los te halen.
Onderhoud - 2000u Compressor controleren (optioneel) Inspecteer de bevestiging van de compressor (1). De compressor bevindt zich boven de dynamo in de motorruimte. Indien mogelijk, moet u de eenheid minimaal vijf minuten per week laten draaien, zodat het smeersysteem de pakkingen en compressor smeert. Controleer of de aandrijfriem (2) eventuele fysieke schade of scheuren vertoont.
Pagina 116
Onderhoud - 2000u Hydraulische olietank - aftappen U kunt condenswater aftappen via de aftapplug (1) aan de onderkant van de tank. Aftappen is nodig nadat de wals enige tijd heeft stilgestaan, bijvoorbeeld 's nachts. Tap als volgt af: Plaats een blik onder de aftapplug (1). Draai de aftapplug (1) los en laat eventueel aanwezig condenswater weglopen.
Pagina 117
Dynapac Compaction Equipment AB Box 504, SE 371 23 Karlskrona, Sweden www.dynapac.com...