Inleiding – Voorwoord 1.1 Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding hoort bij uw machine. Deze geven u de noodzakelijke informatie om uw machine veilig te bedienen en doelmatig te kunnen inzetten. Bovendien vindt u hier informatie over de vereiste maatregelen voor bedrijf, onderhoud en instandhouding. Lees de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding vóór inbe- drijfstelling van uw machine aandachtig door.
Pagina 9
Inleiding – Voorwoord Bovendien kunt u de catalogus van onderdelen opvragen met ver- melding van het serienummer van uw machine. Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door de hierboven en hieronder vermelde informatie onaangetast. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine.
Inleiding – Machinetypeplaatje en motortypeplaatje 1.2 Machinetypeplaatje en motortypeplaatje Gelieve hier in te vullen: Machinetype (1): Made by Designation Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0001 Afb. 1: Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Gelieve hier in te vullen: EMISSION CONTROL INFORMATION...
Technische gegevens – Geluids- en trilgegevens 2.1 Geluids- en trilgegevens De in wat volgt vermelde opgaven betreffende geluid en trilling werden volgens de volgende richtlijnen vastgesteld onder voor het apparaat kenmerkende operationele omstandigheden en met toe- passing van geharmoniseerde normen: EG-machinerichtlijn in de versie 2006/42/EG Geluidsrichtlijn 2000/14/EG, geluidsbeschermingsrichtlijn 2003/10/EG...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1 Fundamentele voorwaarden 3.1.1 Algemeen Deze machine is gebouwd overeenkomstig de huidige stand en de geldende voorschriften en regels der techniek. Niettemin kunnen van deze machine gevaren voor personen en materiële waarden uitgaan, als: hij niet-doelmatig wordt gebruikt, hij door niet-opgeleid personeel bediend wordt, hij ondeskundig veranderd of omgebouwd wordt,...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot lichtere verwondingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. AANWIJZING! Materiële schade bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op mogelijke beschadiging van de machine of van constructie- delen.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden Veiligheidsbril Ter bescherming van de ogen tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Gezichtsbescherming Ter bescherming van het gezicht tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Veiligheidshelm Ter bescherming van het hoofd tegen vallende delen en ter bescherming tegen verwondingen. Gehoorbescherming Ter bescherming van het gehoor tegen te luid lawaai.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1.5 Niet-doelmatig gebruik Bij niet-doelmatig gebruik kunnen gevaren uitgaan van de machine. Elk gevaar door niet-doelmatig gebruik is een situatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant resp. bestuurder/ bediener, en niet onder die van de fabrikant. Voorbeelden van niet-doelmatig gebruik zijn: Machine voor transportdoeleinden achter zich aan slepen Machine van het laadvlak van het transportvoertuig af gooien...
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2 Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2.1 Exploitant De exploitant is de natuurlijke of juridische persoon, die de machine inzet of in wiens opdracht de machine gebruikt wordt. De exploitant moet garanderen dat de machine alleen doelmatig en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding wordt ingezet.
Pagina 21
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen zich met de bediening van de machine vertrouwd hebben gemaakt, fysiek en psychisch in staat zijn om met de machine te rijden en hem te bedienen. Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of verdo- vende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren.
Voor uw veiligheid – Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3 Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3.1 Restgevaren, restrisico´s Ondanks zorgvuldig werk en naleving van de normen en voor- schriften kan niet worden uitgesloten, dat zich in de omgang met de machine nog andere gevaren kunnen voordoen. Zowel de machine als alle andere systeemcomponenten komen overeen met de momenteel geldende veiligheidsrichtlijnen.
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4 Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.1 Inleidende opmerkingen De exploitant moet garanderen dat alle beroepsmatige gebruikers de inhoud van de betreffende veiligheidsinformatiebladen bij de afzonderlijke bedrijfsstoffen kennen en in acht nemen. Veiligheidsinformatiebladen leveren belangrijke informatie over de volgende kenmerken: Benaming van de stof Mogelijke gevaren...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.2 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met dieselbrandstof WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande diesel- brandstof! – Dieselbrandstof niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.3 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met olie WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande olie! – Olie niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.4 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met hydraulische olie WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door ontsnappende druk- vloeistof! – Vóór alle werkzaamheden aan het hydraulisch systeem het hydraulisch systeem drukloos maken. – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding, veiligheidsbril).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. –...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.6 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met smeervet VOORZICHTIG! Gezondheidsgevaar door contact met smeervet! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, veiligheidsbril, bescher- mende werkkleding). – Contact vermijden. B-SYM-0210 VOORZICHTIG! Afb. 8 Slipgevaar door smeervet! –...
Voor uw veiligheid – Machine verladen / Transport 3.5 Machine verladen / Transport Garanderen dat personen door omkantelen of wegglijden van de machine niet in gevaar worden gebracht. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten mogen niet worden gebruikt. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting.
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen 3.6 Machine in bedrijf nemen 3.6.1 Vóór de inbedrijfstelling Alleen machines inzetten waarbij de onderhoudswerkzaamheden regelmatig werden uitgevoerd. Maak u vertrouwd met de uitrusting, de indicatie- en bedieningsele- menten en met de werkwijze van de machine en het werkterrein. Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, werkschoenen, evt.
Voor uw veiligheid – Werkbedrijf 3.7 Werkbedrijf 3.7.1 Personen in de gevarenzone Vóór elk begin van het werk, ook na werkonderbreking, controleren of er zich personen of hindernissen in de gevarenzone bevinden. Indien nodig een waarschuwingsteken geven. Werk onmiddellijk staken als personen ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten.
Voor uw veiligheid – Tanken 3.8 Tanken Brandstofdampen niet inademen. Alleen tanken bij afgezette motor. Niet tanken in gesloten ruimtes. Geen open vuur, niet roken. In ultra-zwavelarme dieselbrandstof schuilt een groter gevaar van ontsteking door statische oplading dan in dieselbrandstof met een hoger zwavelgehalte.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9 Onderhoudswerkzaamheden 3.9.1 Inleidende opmerkingen Voorgeschreven onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden altijd tijdig uitvoeren om de veiligheid, de operationaliteit en een lange gebruiksduur van de machine te garanderen. Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en door de exploitant geautoriseerd personeel.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9.5 Maatregelen bij langere stillegging Als de machine gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld, dan moeten verschillende voorwaarden vervuld en zowel vóór als na de stillegging onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden Ä Hoofdstuk 8.11.5 „Maatregelen bij langere stillegging van de machine”...
Voor uw veiligheid – Reparatie 3.10 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige/ bevoegde persoon.
Voor uw veiligheid – Bebording 3.11 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. START OPERATION STOP 008 338 42 DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service...
Pagina 37
Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 10 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 11 Informatiebord - ophefpunt Afb. 12 Bedieningsbord - rijhendel Afb. 13 DRP60D...
Pagina 38
Voor uw veiligheid – Bebording Bedieningsbord - toerentalregelaar Afb. 14 Gebodsbord - gehoorbescherming dragen / Kort bedieningsbord Afb. 15 Onderhoudsbord DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h twice annual...
Pagina 39
Voor uw veiligheid – Bebording Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 18 DRP60D...
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1.1 Decompressiehefboom Stand "Gesloten" Motor heeft compressie Normaal bedrijf Stand "Open" Motor heeft geen compressie Alleen voor noodstart met startkruk (spe- ciale uitrusting) en onderhoud AANWIJZING! B-695-0079 Gevaar van motorschade! Het openen van de decompressiehefboom bij Afb.
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1.4 Bedrijfsurenteller De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd over- eenkomstig de vermelde bedrijfsuren. B-GEN-0114 Afb. 24 4.1.5 Startschakelaar Stand "P"/"0" Ontsteking uit Contactsleutel uittrekbaar Stand "I"/"II" Ontsteking aan De waarschuwingszoemer weerklinkt Stand “III” Tegen veerdruk verder draaien, motor start Contactsleutel in terugdraaien in stand B-ELE-0069...
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1.7 Waarschuwingszoemer motoroliedruk weerklinkt Bij inbedrijfstelling: Startschakelaar in stand "I" (ontsteking aan). Moet na motorstart verstommen. B-SYM-1217 Tijdens het bedrijf: Afb. 27 Motor oliedrukgebrek herkend. Motor afzetten. Motoroliepeil controleren. Evt. naar oorzaak van de storing zoeken.
Display- en bedieningselementen – Dissel 4.2 Dissel B-695-0212 Afb. 28 Hoogteverstelling Palhefboom Toerentalregelaar Greep 4.2.1 Hoogteverstelling Instellen van de hoogte van de dissel op de grootte van de bediener. B-695-0097 Afb. 29 DRP60D...
Display- en bedieningselementen – Dissel 4.2.2 Palhefboom Om de dissel los of vast te zetten. B-695-0096 Afb. 30 4.2.3 Toerentalregelaar Stand "STOP" Motor uit Stand "MIN" Stand nullast Stand "I" Stand normale last Stand "II" Stand volle last B-695-0231 Afb. 31 4.2.4 Greep Naar voor uitsturen Vooruit rijden...
Pagina 48
Display- en bedieningselementen – Dissel DRP60D...
Controles vóór inbedrijfstelling – Veiligheidsinstructies 5.1 Veiligheidsinstructies Als bij de volgende controles beschadigingen of andere gebreken worden vastgesteld, dan mag de machine niet meer worden ingezet voordat hij zoals voorgeschreven gerepareerd is. Machine niet in bedrijf nemen met defecte indicatie- en bedienings- elementen.
Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. DRP60D...
Controles vóór inbedrijfstelling – Dagelijks onderhoud 5.3 Dagelijks onderhoud 5.3.1 Motoroliepeil controleren AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie” gebruiken B-SYM-1068 op pagina 72. Afb. 33 Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Omgeving van de oliepeilstok reinigen. De oliepeilstok eruit trekken, afvegen met een niet-pluizende, schone doek en tot aan de aanslag erin steken.
Controles vóór inbedrijfstelling – Dagelijks onderhoud 5.3.2 Brandstofvoorraad controleren, tanken AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Voortdurend toezien op het tanken. – Verontreinigde brandstof kan tot uitval of B-SYM-1069 beschadiging van de motor leiden. Indien ver- Afb. 35 eist brandstof ingieten door een zeeffilter. –...
Bediening – Dissel neerlaten en instellen 6.1 Dissel neerlaten en instellen Palhefboom uittrekken en dissel neerlaten. Palhefboom niet weer vergrendelen. Dissel moet vrij op en neer bewegen. B-695-0100 Afb. 39 Dissel met hoogteverstelling instellen op de benodigde hoogte. B-695-0097 Afb. 40 DRP60D...
Bediening – Motor starten 6.2 Motor starten Uitlaatgassen bevatten giftige stoffen, die kunnen leiden tot schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of tot de dood. WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! – Uitlaatgassen niet inademen. – Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp.
Pagina 58
Bediening – Motor starten Contactsleutel in stand "I" draaien. ð De waarschuwingszoemer weerklinkt. B-ELE-0070 Afb. 43 De startschakelaar heeft een blokkering voor startherhaling. Om opnieuw te starten de contactsleutel eerst in stand "0" draaien. AANWIJZING! Componenten kunnen worden bescha- digd! –...
Bediening – Werkbedrijf 6.3 Werkbedrijf Met de machine alleen rijden met neergelaten en ingestelde dissel Ä Hoofdstuk 6.1 „Dissel neerlaten en instellen” op pagina 56. Machine alleen aan de dissel leiden. Machine zo leiden, dat handen niet tegen vaste voorwerpen stoten. Voeten weg van de trillende grondplaat.
Pagina 60
Bediening – Werkbedrijf VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door gekneld raken van lichaamsdelen! – Bij achteruit rijden de machine zijdelings aan de greep leiden. Greep uitsturen naar achter. ð De machine trilt achteruit met een snelheid die overeen- B-695-0058 komt met de uitsturing. Afb.
Bediening – Machine beveiligd neerzetten 6.4 Machine beveiligd neerzetten Machine op een vlakke en stevige ondergrond leiden. Greep terugbrengen in nulstand. ð Machine stopt en trilt op de plaats. B-695-0056 Afb. 50 Toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Het trillen wordt afgezet. B-695-0211 Afb.
Bediening – Dynapac Compaction Indicator (DCI) 6.5 Dynapac Compaction Indicator (DCI) De DCI geeft de verdichtingstoestand van de ondergrond aan en maakt het mogelijk om lokale zwakke punten te vinden en deze doelgericht na te verdichten. Met een versnellingssensor aan de grondplaat wordt de terugwer- king van de ondergrond op de grondplaat van de machine gemeten.
Machine verladen / Transport – Machine verladen 7.1 Machine verladen Het aanslaan en optillen van lasten mag alleen worden uitgevoerd door een deskundige / bekwame persoon. Beschadigde of deels defecte aanslagpunten niet gebruiken. Alleen hefwerktuigen en aanslagmiddelen gebruiken met vol- doende draagkracht voor het te verladen gewicht.
Pagina 65
Machine verladen / Transport – Machine verladen Hefwerktuig inhangen in de voorziene hefogen. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de voorziene plaats. B-692-0169 Afb. 56 DRP60D...
Machine verladen / Transport – Machine vastsjorren op het transportvoertuig 7.2 Machine vastsjorren op het transportvoertuig Beschadigde of deels defecte aanslagpunten niet gebruiken. Altijd geschikte aanslagmiddelen gebruiken aan de aanslagpunten. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen worden bescha- digd.
Onderhoud – Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies 8.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies GEVAAR! Levensgevaar door niet-bedrijfsveilige machine! – Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. – Veiligheidsvoorschriften bij onderhoudswerk- Ä Hoofdstuk 3.9 zaamheden in acht nemen „Onderhoudswerkzaamheden”...
Onderhoud – Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden 8.2 Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden Bij bepaalde onderhoudswerkzaamheden zijn voorbereidende en afsluitende werkzaamheden noodzakelijk. Hiertoe behoren bijv. het openen en sluiten van onderhouds- kleppen en onderhoudsdeuren en het beveiligen van bepaalde componenten. Na afsluiting van de werkzaamheden alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren weer sluiten, en alle componenten in de opera- tionele toestand brengen.
Onderhoud – Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden 8.2.1.2 Beschermkap sluiten Om de beschermkap vast te schroeven uitsluitend de voorge- schreven originele schroeven gebruiken. Altijd alle schroeven met onderlegplaatjes erin schroeven en vast- draaien. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Schroef (1) aan beide kanten losdraaien. Beschermkap sluiten.
Pagina 71
Onderhoud – Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Motor laten afkoelen. Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen. De brandstoftank moet vol zijn om hem te ont- luchten. Brandstofvoorraad controleren, evt. bijvullen. Ontluchtingshefboom ca. 15 seconden tegen de veer drukken. ð...
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3 Bedrijfsstoffen 8.3.1 Motorolie 8.3.1.1 Oliekwaliteit De volgende motoroliespecificaties zijn toegelaten: API CF/CH-4 of hoogwaardiger ACEA B3/E4 of hoogwaardiger Mengingen van motorolies vermijden. 8.3.1.2 Olieviscositeit Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van motorolie met de tem- peratuur verandert is voor de keuze van de viscositeitsklasse (SAE-klasse) de omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik van de motor maatgevend.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3.2.2 Winterbrandstof Gebruik in de winter alleen winterdieselbrandstof, zodat er geen verstoppingen door paraffineafscheidingen ontstaan. Bij zeer lage temperaturen moet ook bij winterdieselbrandstof met storende afscheidingen rekening worden gehouden. Voor arctisch klimaat zijn dieselbrandstoffen tot -44 °C (-47 °F) beschikbaar.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen Gelieve voor het bijvullen resp. bij een olieverversing alleen hydraulische olie, type HVLP volgens DIN 51524, deel 3 of hydrau- lische olies type HV volgens ISO 6743/4 te gebruiken. De viscositeitsindex moet minstens 150 bedragen (opgaven van de producent in acht nemen).
Onderhoud – Inrijvoorschrift 8.5 Inrijvoorschrift 8.5.1 Algemeen Bij inbedrijfstelling van nieuwe machines moeten de in dit hoofd- stuk opgesomde inrijvoorschriften volgens de vermelde bedrijfsuren worden nageleefd. De genoemde onderhoudswerkzaamheden moeten telkens in aan- vulling tot de regelmatige intervallen voor onderhoudswerkzaam- heden worden uitgevoerd.
Onderhoud – Wekelijks 8.7 Wekelijks 8.7.1 Luchtfilter controleren, reinigen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. B-SYM-1074 – Het luchtfilter kan indien nodig maximaal zes Afb. 65 keer gereinigd worden. – Bij roethoudende neerslag op het luchtfilter is een reiniging niet zinvol.
Pagina 79
Onderhoud – Wekelijks VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Luchtfilter met droge perslucht (max. 5 bar (73 psi)) door het pistool op en neer te bewegen zo lang van binnen naar B-GEN-0042 buiten uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer optreedt.
Onderhoud – Wekelijks 8.7.2 Waterafscheider controleren, reinigen De onderhoudsintervallen van de waterafscheider zijn afhankelijk van het watergehalte in de brand- stof en kunnen daarom niet globaal worden vast- gelegd. B-SYM-1075 Daarom na ingebruikname van de motor eerst Afb. 69 dagelijks controleren of er sporen van water en vuil herkenbaar zijn.
Onderhoud – Halfjaarlijks 8.8 Halfjaarlijks 8.8.1 Accu onderhouden Ook onderhoudsvrije accu’s moeten verzorgd worden. Onderhoudsvrij betekent slechts dat een controle van het vloeistofpeil niet nodig is. Elke accu heeft een zelfontlading, die bij gebrek B-SYM-1077 aan controle beschadiging van de accu door diepe Afb.
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren 8.9 Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren 8.9.1 V-riem vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Gereedschap: Arrêteerhefboom V-riemschijf Wij raden de inzet van een arrêteerhefboom aan om de V-riemschijf eraf en eraan te schroeven. De arrêteerhefboom verhindert het verdraaien van de V-riemschijf tijdens de werkzaamheden.
Pagina 83
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Twee schroeven M8 overeenkomstig de benodigde gataf- stand erin zetten en met twee moeren M8 vastdraaien. B-695-0146 Afb. 75 Arrêteerhefboom in de V-riemschijf zetten. B-695-0137 Afb. 76 V-riemschijf (1) eraf schroeven. V-riem (3) vernieuwen. Evt.
Pagina 84
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Beschermplaat (1) vastschroeven, aandraaimoment: 15 Nm (11 ft·lbf). B-692-0187 Afb. 79 V-riembescherming (1) vastschroeven. B-692-0175 Afb. 80 8.9.1.1 Frequentie van de grondplaat controleren Voeten en handen weg van de trillende grondplaat. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontroleerde machinebeweging! –...
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Bij verkeerde frequentie: Motortoerental controleren. V-riem controleren. Evt. contact opnemen met onze klantendienst. 8.9.2 Klepspeling controleren, regelen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren.
Pagina 86
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,30 mm (0.012 in) Uitstroomklep (EX) 0,30 mm (0.012 in) Motor in draairichting draaien, tot de uitstroomklep (EX) hele- maal is geopend. Klepspeling aan de aanzuigklep (IN) met voelermaat (1) con- troleren, evt.
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren 8.9.3 Motorolie en oliefilterelement vervangen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Olieverversing alleen uitvoeren bij bedrijfs- warme motor. – Alleen olie met toegelaten specificatie gebruiken Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie” op pagina 72. Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstof- –...
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Oliefilterelement vervangen Omgeving van het deksel reinigen. Deksel eraf schroeven en oliefilterelement vervangen. Afdichtvlak aan de motor reinigen. Nieuw oliefilterelement met de aanzet naar beneden erin zetten. Afdichtring in het deksel controleren op beschadiging, evt. vernieuwen.
Pagina 89
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Slangklemmen van de houders afschroeven. Brandstoffilter met brandstofleidingen uit de slangklemmen trekken. Brandstofleidingen van het brandstoffilter aftrekken. Brandstoffilter vernieuwen. Brandstofleidingen erop steken. Letten op de doorstroomrichting van het nieuwe brandstoffilter. Afb. 90 Brandstoffilter met brandstofleidingen in de slangklemmen zetten.
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren 8.9.5 Luchtfilter vernieuwen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 61. Motor laten afkoelen.
Pagina 91
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine op een horizontale, vlakke en stabiele ondergrond rijden. Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 61. Omgeving van beluchtingsschroef (1) en vulschroef/aftapplug (2) reinigen.
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren 8.9.7 Hydraulische oliepeil controleren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 61. Dissel met hoogteverstelling zo instellen, dat het vlak hori- zontaal staat met de vulschroef. Vulschroef eruit draaien.
Pagina 93
Onderhoud – Jaarlijks / Om de 250 bedrijfsuren Greep tot aan de aanslag naar voor duwen en met een geschikt hulpmiddel arrêteren. B-692-0070 Afb. 99 Doeken onder de ontluchtingsschroef leggen om uitlopende olie op te vangen. Ontluchtingsschroef losdraaien. Wachten tot er geen lucht meer ontsnapt en ontluchtings- schroef vastdraaien.
Onderhoud – Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren 8.10 Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren 8.10.1 Hydraulische olie verversen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 61. Dissel met hoogteverstelling zo instellen, dat het vlak hori- zontaal staat met de vulschroef.
Pagina 96
Onderhoud – Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie gebruiken Ä Hoofdstuk 8.3.4.1 „Hydrauli- sche olie” op pagina 73. Hydraulische olie tot aan de markering aan de disselkop erin gieten.
Onderhoud – Indien nodig 8.11.4 Huis van de opwekas, oliepeil controleren AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstoffen- gebruiken tabel” op pagina 75. – Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen...
Pagina 100
Onderhoud – Indien nodig Motorolie verversen en oliefilter vervangen. Brandstoffilter vervangen. Afgekoelde motor beschermen tegen stof en vocht. 8.11.5.2 Accu onderhouden bij langere stilstandtijden van de machine. WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door exploderend gas- mengsel! – De afsluitstoppen bij het naladen van de accu verwijderen.
Pagina 101
Onderhoud – Indien nodig Kabels, slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid. Gebruiksduur van hydraulische slangen controleren en deze indien nodig vernieuwen. Motor starten en gedurende 15 tot 30 minuten met stationair toerental laten lopen. Oliepeilen controleren. Machine grondig reinigen. DRP60D...
Hulp bij storingen – Inleidende opmerkingen 9.1 Inleidende opmerkingen Storingen ontstaan vaak te wijten aan het feit, dat de machine niet op de juiste manier bediend of onderhouden werd. Daarom bij elke storing sectie in de handleiding met betrekking tot bediening en onderhoud nog een keer goed doorlezen Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te...
Hulp bij storingen – Noodstart met startkruk 9.2 Noodstart met startkruk 9.2.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! – Uitlaatgassen niet inademen. – Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp. greppels voor voldoende be- en ontluchting zorgen. WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! –...
Hulp bij storingen – Noodstart met startkruk 9.2.2 Motor starten met startkruk Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Gehoorbescherming Werkschoenen Ä Hoofdstuk 6.1 „Dissel neer- Dissel neerlaten en instellen laten en instellen” op pagina 56. Toerentalregelaar in stand "MIN" zetten. B-695-0216 Afb. 119 Greep in nulstand zetten.
Pagina 107
Hulp bij storingen – Noodstart met startkruk Decompressiehefboom in de richting van de pijl tot aan de aanslag trekken. ð Decompressiehefboom klikt hoorbaar in. B-695-0080 Afb. 122 Afdekking omhoog klappen. Startkruk van de houder af nemen en controleren op bescha- diging.
Pagina 108
Hulp bij storingen – Noodstart met startkruk VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontroleerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden. – Lopende machine altijd observeren. Vervolgens de startkruk met toenemende snelheid draaien, tot de motor start. Adhesie tussen motor en startkruk garanderen door vlot te draaien.
Hulp bij storingen – Motor starten met accukabels 9.3 Motor starten met accukabels AANWIJZING! Bij verkeerde aansluiting ontstaat ernstige schade aan de elektrische installatie! – Machine alleen overbruggen met een 12V hulpaccu. Beschermkap openen en beveiligen tegen onopzettelijk sluiten. Houder van de accu demonteren. Eerst de pluspool van de externe accu met de eerste accu- kabel verbinden met de pluspool van de startaccu.
Hulp bij storingen – Bezetting van zekeringen 9.4 Bezetting van zekeringen WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door brandende machine! – Geen zekering met een hoger ampèregetal dan aangegeven erin zetten resp. geen zeke- ring overbruggen. Pos. Stroom- Benaming sterkte 25 A Hoofdzekering Zekering DCI (speciale uitrusting) Afb.
Hulp bij storingen – Motorstoringen 9.5 Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor start niet of Brandstoftank leeg Brandstofvoorraad controleren, evt. bij- slecht vullen Brandstoffilter verstopt Brandstoffilter controleren, evt. ver- nieuwen Brandstofleidingen ondicht Brandstofleidingen controleren Afsluitklep voor brandstof heeft automa- Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen. tisch gereageerd Brandstofvoorraad controleren, evt.
Pagina 112
Hulp bij storingen – Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Lucht in het brandstofsysteem Brandstofsysteem controleren op luchtin- laat. Ontluchtingsklep controleren. Afsluitklep voor brandstof heeft automa- Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen. tisch gereageerd Brandstofvoorraad controleren, evt. bij- vullen. Evt. andere oorzaak voor reageren nagaan.
Hulp bij storingen – Storingen werkbedrijf 9.6 Storingen werkbedrijf Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Machine trilt vooruit Lucht in het hydraulisch systeem van de Druk uit de dissel aflaten met sterk verlaagde dissel snelheid Oliepeil in de opwekasbehuizing te hoog Oliepeil in de opwekasbehuizing contro- leren Druk uit de dissel aflaten Veiligheidsuitrusting:...
Hulp bij storingen – Storingen DCI 9.7 Storingen DCI B-DIS-1054 Afb. 130 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing LED (a) knippert Inschakelproces: de LED (a) knippert na het inschakelen van het trillen ca. 1 - 2 seconden Te lage trilfrequentie LED (a) brandt Geen trillen herkend Motor starten, toerentalregelaar in stand "MAX"...
Verwerking – Machine definitief stilleggen 10.1 Machine definitief stilleggen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke com- ponenten van de machine zoals voorgeschreven worden verwerkt. Nationale voorschriften in acht nemen! De volgende werkzaamheden uitvoeren en de machine door een van overheidswege erkend recyclebedrijf laten demonteren.