5.7
Met de machine rijden
Gevaar
!
Ongevallenrisico!
Vochtige en losse ondergronden verminderen
het contact met de grond van de machine bij
hellingen aanzienlijk.
De bodemgesteldheid en weersinvloeden heb-
ben invloed op het stijgvermogen van de ma-
chine.
Nooit op hellingen rijden die groter zijn dan het
maximale stijgvermogen van de machine (zie
hoofdstuk "Technische gegevens").
Het rijden dwars ten opzichte van de helling
wegens aanzienlijk kantelgevaar en het daar-
mee gepaard gaande verwondingsgevaar met
de dood als gevolg absoluut vermijden.
Hellingen altijd in directe richting op- of afrij-
den.
Voor walsen met een bandagebreedte van 1 m
en minder bestaat bij het rijden in de buurt van
randen (bijv. stoeprand, berm, sloot, kuil) ver-
hoogd kantelgevaar als er over de rand wordt
gereden.
Nooit zonder veiligheidsgordel rijden.
Beladen transportvoertuigen altijd voorrang
verlenen!
Vóór het wegrijden controleren of in de rijzone
zonder gevaar kan worden gereden.
De machine alleen vanuit de bestuurders-
plaats besturen en bedienen.
BW 100/120/125 AD-4/AC-4
Afb. 62
Toerentalregelaar (Afb. 62) in stand Volle last
l
"MAX I" of "MAX II" zetten.
Opgelet
!
Toerentalregelaar blijft bij bedrijf altijd in een
van de beide volle last-standen vergrendeld.
Rijsnelheid alleen regelen met de rijhendel.
Afb. 63
Opgelet
!
Niet stootsgewijs doorschakelen!
Trek de rijhendel (Afb. 63) uit de remstand en
l
stuur hem langzaam in de gewenste rijrichting.
Stand "I"
= max. vooruit rijden zonder tril-
Stand "II"
= max. achteruit rijden zonder
Stand "III"
= max. voor/achteruitrijden met
BOMAG
www.duma-rent.com
Bediening
len
trillen
trillen
51