Inleiding – Voorwoord 1.1 Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding hoort bij uw machine. Deze geven u de noodzakelijke informatie om uw machine veilig te bedienen en doelmatig te kunnen inzetten. Bovendien vindt u hier informatie over de vereiste maatregelen voor bedrijf, onderhoud en instandhouding. Lees de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding vóór inbe- drijfstelling van uw machine aandachtig door.
Pagina 9
Inleiding – Voorwoord Bovendien kunt u de catalogus van onderdelen opvragen met ver- melding van het serienummer van uw machine. Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door de hierboven en hieronder vermelde informatie onaangetast. Wij...
Inleiding – Machinetypeplaatje en motortypeplaatje 1.2 Machinetypeplaatje en motortypeplaatje Gelieve hier in te vullen: Machinetype (1): Made by Designation Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0001 Afb. 1: Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Gelieve hier in te vullen: EMISSION CONTROL INFORMATION...
Pagina 13
Technische gegevens Rijeigenschappen Max. werksnelheid m/min (89) (ft/min) Max. stijgvermogen (afhankelijk van de ondergrond en weersom- standigheden) Aandrijving Motorfabrikant Hatz Type 1B20 Koeling Lucht Aantal cilinders Vermogen ISO 3046 (4.2) (hp) Toerental 3000 Soort aandrijving mechanisch Bekrachtigingssysteem Frequentie (4800) (vpm) Centrifugaalkracht (7868) (lbf)
Technische gegevens – Geluids- en trilgegevens 2.1 Geluids- en trilgegevens De in wat volgt vermelde opgaven betreffende geluid en trilling werden volgens de volgende richtlijnen vastgesteld onder voor het apparaat kenmerkende operationele omstandigheden en met toe- passing van geharmoniseerde normen: EG-machinerichtlijn in de versie 2006/42/EG Geluidsrichtlijn 2000/14/EG, geluidsbeschermingsrichtlijn 2003/10/EG...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1 Fundamentele voorwaarden 3.1.1 Algemeen Deze machine is gebouwd overeenkomstig de huidige stand en de geldende voorschriften en regels der techniek. Niettemin kunnen van deze machine gevaren voor personen en materiële waarden uitgaan, als: hij...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot lichtere verwondingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. AANWIJZING! Materiële schade bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op mogelijke beschadiging van de machine of van constructie- delen.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden Veiligheidsbril Ter bescherming van de ogen tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Gezichtsbescherming Ter bescherming van het gezicht tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Veiligheidshelm Ter bescherming van het hoofd tegen vallende delen en ter bescherming tegen verwondingen. Gehoorbescherming Ter bescherming van het gehoor tegen te luid lawaai.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1.5 Niet-doelmatig gebruik Bij niet-doelmatig gebruik kunnen gevaren uitgaan van de machine. Elk gevaar door niet-doelmatig gebruik is een situatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant resp. bestuurder/ bediener, en niet onder die van de fabrikant. Voorbeelden van niet-doelmatig gebruik zijn: Machine voor transportdoeleinden achter zich aan slepen Machine van het laadvlak van het transportvoertuig af gooien...
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2 Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2.1 Exploitant De exploitant is de natuurlijke of juridische persoon, die de machine inzet of in wiens opdracht de machine gebruikt wordt. De exploitant moet garanderen dat de machine alleen doelmatig en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding wordt ingezet.
Pagina 21
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen zich met de bediening van de machine vertrouwd hebben gemaakt, fysiek en psychisch in staat zijn om met de machine te rijden en hem te bedienen. Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of ver- dovende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren.
Voor uw veiligheid – Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3 Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3.1 Restgevaren, restrisico´s Ondanks zorgvuldig werk en naleving van de normen en voor- schriften kan niet worden uitgesloten, dat zich in de omgang met de machine nog andere gevaren kunnen voordoen. Zowel de machine als alle andere systeemcomponenten komen overeen met de momenteel geldende veiligheidsrichtlijnen.
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4 Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.1 Inleidende opmerkingen De exploitant moet garanderen dat alle beroepsmatige gebruikers de inhoud van de betreffende veiligheidsinformatiebladen bij de afzonderlijke bedrijfsstoffen kennen en in acht nemen. Veiligheidsinformatiebladen leveren belangrijke informatie over de volgende kenmerken: Benaming van de stof Mogelijke gevaren...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.2 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met dieselbrandstof WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande diesel- brandstof! – Dieselbrandstof niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.3 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met olie WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande olie! – Olie niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.4 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met hydraulische olie WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door ontsnappende druk- vloeistof! – Vóór alle werkzaamheden aan het hydraulisch systeem het hydraulisch systeem drukloos maken. – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding, veiligheidsbril).
Pagina 27
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. –...
Voor uw veiligheid – Machine verladen / Transport 3.5 Machine verladen / Transport Garanderen dat personen door omkantelen of wegglijden van de machine niet in gevaar worden gebracht. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten mogen niet worden gebruikt. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting.
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen 3.6 Machine in bedrijf nemen 3.6.1 Vóór de inbedrijfstelling Alleen machines inzetten waarbij de onderhoudswerkzaamheden regelmatig werden uitgevoerd. Maak u vertrouwd met de uitrusting, de indicatie- en bedieningsele- menten en met de werkwijze van de machine en het werkterrein. Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, werkschoenen, evt.
Voor uw veiligheid – Werkbedrijf 3.7 Werkbedrijf 3.7.1 Personen in de gevarenzone Vóór elk begin van het werk, ook na werkonderbreking, controleren of er zich personen of hindernissen in de gevarenzone bevinden. Indien nodig een waarschuwingsteken geven. Werk onmiddellijk staken als personen ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten.
Voor uw veiligheid – Tanken 3.8 Tanken Brandstofdampen niet inademen. Alleen tanken bij afgezette motor. Niet tanken in gesloten ruimtes. Geen open vuur, niet roken. In ultra-zwavelarme dieselbrandstof schuilt een groter gevaar van ontsteking door statische oplading dan in dieselbrandstof met een hoger zwavelgehalte.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9 Onderhoudswerkzaamheden 3.9.1 Inleidende opmerkingen Voorgeschreven onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden altijd tijdig uitvoeren om de veiligheid, de operationaliteit en een lange gebruiksduur van de machine te garanderen. Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en door de exploitant geautoriseerd personeel.
Voor uw veiligheid – Reparatie 3.10 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskun- dige/bevoegde persoon.
Voor uw veiligheid – Bebording 3.11 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. START OPERATION STOP DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement...
Pagina 35
Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 8 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 9 Informatiebord - ophefpunt Afb. 10 Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 11 DRP20DX...
Pagina 36
Voor uw veiligheid – Bebording Bedieningsbord - toerentalregelaar Afb. 12 Bedieningsbord - rijhendel Afb. 13 Onderhoudsbord DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h twice annual jährlich / 250 h...
Pagina 37
Voor uw veiligheid – Bebording Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 16 Waarschuwingsbord - startkabel Afb. 17 DRP20DX...
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1 Machine B-695-0171 Afb. 19 Omkeerstarter Afzetinrichting 4.1.1 Omkeerstarter B-GEN-0084 Afb. 20 4.1.2 Afzetinrichting indrukken Motor wordt afgezet. Alleen gebruiken bij een defect aan de toerentalregeling. B-695-0148 Afb. 21 DRP20DX...
Display- en bedieningselementen – Dissel 4.2 Dissel B-695-0175 Afb. 22 Hoogteverstelling Palhefboom Greep Toerentalregelaar 4.2.1 Hoogteverstelling Instellen van de hoogte van de dissel op de grootte van de bediener. B-695-0126 Afb. 23 DRP20DX...
Display- en bedieningselementen – Dissel 4.2.2 Palhefboom Om de dissel los of vast te zetten. B-695-0125 Afb. 24 4.2.3 Greep Naar voor uitsturen Vooruit rijden Stand "Midden" Neutrale stand Naar achter uitsturen Achteruit rijden B-695-0127 Afb. 25 4.2.4 Toerentalregelaar Stand "STOP" Motor wordt afgezet Stand "MIN"...
Controles vóór inbedrijfstelling – Veiligheidsinstructies 5.1 Veiligheidsinstructies Als bij de volgende controles beschadigingen of andere gebreken worden vastgesteld, dan mag de machine niet meer worden ingezet voordat hij zoals voorgeschreven gerepareerd is. Machine niet in bedrijf nemen met defecte indicatie- en bedienings- elementen.
Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. Startkabel controleren op schuurplaatsen. DRP20DX...
Controles vóór inbedrijfstelling – Dagelijks onderhoud 5.3.2 Brandstofvoorraad controleren, tanken AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Voortdurend toezien op het tanken. – Verontreinigde brandstof kan tot uitval of B-SYM-1069 beschadiging van de motor leiden. Indien ver- Afb. 29 eist brandstof ingieten door een zeeffilter. –...
Bediening – Dissel neerlaten en instellen 6.1 Dissel neerlaten en instellen Palhefboom uittrekken en dissel neerlaten. Palhefboom niet weer vergrendelen. Dissel moet vrij op en neer bewegen. B-695-0128 Afb. 33 Dissel met hoogteverstelling instellen op de benodigde hoogte. B-695-0126 Afb. 34 DRP20DX...
Bediening – Motor starten 6.2 Motor starten Uitlaatgassen bevatten giftige stoffen, die kunnen leiden tot schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of tot de dood. WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! – Uitlaatgassen niet inademen. – Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp.
Pagina 52
Bediening – Motor starten Koord met startergreep zo ver uittrekken, tot er weerstand merkbaar is. Startergreep terugbrengen in uitgangsstand. B-GEN-0083 Afb. 37 VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontro- leerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden. – Lopende machine altijd observeren. AANWIJZING! B-GEN-0084 Startkabel kan scheuren! –...
Bediening – Werkbedrijf 6.3 Werkbedrijf Met de machine alleen rijden met neergelaten en ingestelde dissel Ä Hoofdstuk 6.1 „Dissel neerlaten en instellen” op pagina 50. Machine alleen aan de dissel leiden. Machine zo leiden, dat handen niet tegen vaste voorwerpen stoten. Voeten weg van de trillende grondplaat.
Pagina 54
Bediening – Werkbedrijf VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door gekneld raken van lichaamsdelen! – Bij achteruit rijden de machine zijdelings aan de greep leiden. Greep uitsturen naar achter. ð De machine trilt achteruit met een snelheid die overeen- B-695-0006 komt met de uitsturing. Afb.
Bediening – Machine beveiligd neerzetten 6.4 Machine beveiligd neerzetten Machine neerzetten op een vlakke en stevige ondergrond. Toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Het trillen wordt afgezet. B-695-0060 Afb. 45 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor niet uit het vollastbedrijf plotseling afzetten, maar nog ca.
Pagina 56
Bediening – Machine beveiligd neerzetten DRP20DX...
Machine verladen / Transport – Machine verladen 7.1 Machine verladen Het aanslaan en optillen van lasten mag alleen worden uitgevoerd door een deskundige / bekwame persoon. Beschadigde of deels defecte aanslagpunten niet gebruiken. Alleen hefwerktuigen en aanslagmiddelen gebruiken met vol- doende draagkracht voor het te verladen gewicht.
Pagina 59
Machine verladen / Transport – Machine verladen Hefwerktuig inhangen in de voorziene hefogen. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de voorziene plaats. B-695-0024 Afb. 48 A Machine met standaard beschermkap B Machine met volledige beschermkap motor (speciale uit-...
Machine verladen / Transport – Machine vastsjorren op het transportvoertuig 7.2 Machine vastsjorren op het transportvoertuig Beschadigde of deels defecte aanslagpunten niet gebruiken. Altijd geschikte aanslagmiddelen gebruiken aan de aanslagpunten. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen worden bescha- digd.
Machine verladen / Transport – Transportwielen 7.3 Transportwielen Speciale uitrusting Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 55. Dissel verticaal zetten en palhefboom veilig vergrendelen. B-695-0129 Afb. 50 Borgspie eraf nemen en transportwielen uit de houder aan de dissel trekken.
Pagina 62
Machine verladen / Transport – Transportwielen Transportwiel in de houder steken. B-692-0032 Afb. 53 Transportwiel beveiligen met borgclip. Tweede transportwiel monteren aan de andere kant en beveiligen met borgclip. B-692-0033 Afb. 54 Dissel neerlaten en palhefboom veilig vergrendelen. ð Nu kan met de machine worden gereden. B-695-0133 Afb.
Onderhoud – Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies 8.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies GEVAAR! Levensgevaar door niet-bedrijfsveilige machine! – Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. – Veiligheidsvoorschriften bij onderhoudswerk- Ä Hoofdstuk 3.9 zaamheden in acht nemen „Onderhoudswerkzaamheden”...
Onderhoud – Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden 8.2 Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden Bij bepaalde onderhoudswerkzaamheden zijn voorbereidende en afsluitende werkzaamheden noodzakelijk. Hiertoe behoren bijv. het openen en sluiten van onderhouds- kleppen en onderhoudsdeuren en het beveiligen van bepaalde componenten. Na afsluiting van de werkzaamheden alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren weer sluiten, en alle componenten in de opera- tionele toestand brengen.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3 Bedrijfsstoffen 8.3.1 Motorolie 8.3.1.1 Oliekwaliteit De volgende motoroliespecificaties zijn toegelaten: API CF/CH-4 of hoogwaardiger ACEA B3/E4 of hoogwaardiger Mengingen van motorolies vermijden. 8.3.1.2 Olieviscositeit Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van motorolie met de tem- peratuur verandert is voor de keuze van de viscositeitsklasse (SAE-klasse) de omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik van de motor maatgevend.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3.2.2 Winterbrandstof Gebruik in de winter alleen winterdieselbrandstof, zodat er geen verstoppingen door paraffineafscheidingen ontstaan. Bij zeer lage temperaturen moet ook bij winterdieselbrandstof met storende afscheidingen rekening worden gehouden. Voor arctisch klimaat zijn dieselbrandstoffen tot -44 °C (-47 °F) beschikbaar.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen Gelieve voor het bijvullen resp. bij een olieverversing alleen hydraulische olie, type HVLP volgens DIN 51524, deel 3 of hydrau- lische olies type HV volgens ISO 6743/4 te gebruiken. De viscositeitsindex moet minstens 150 bedragen (opgaven van de producent in acht nemen).
Onderhoud – Inrijvoorschrift 8.5 Inrijvoorschrift 8.5.1 Algemeen Bij inbedrijfstelling van nieuwe machines moeten de in dit hoofd- stuk opgesomde inrijvoorschriften met de vermelde bedrijfsuren worden nageleefd. De genoemde onderhoudswerkzaamheden moeten altijd naast de regelmatige intervallen voor onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! –...
Onderhoud – Wekelijks 8.7 Wekelijks 8.7.1 Luchtfilter controleren, reinigen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. B-SYM-1074 – Het luchtfilter kan indien nodig maximaal zes Afb. 58 keer gereinigd worden. – Bij roethoudende neerslag op het luchtfilter is een reiniging niet zinvol.
Onderhoud – Wekelijks VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Luchtfilter met droge perslucht (max. 5 bar (73 psi)) door het pistool op en neer te bewegen zo lang van binnen naar B-GEN-0042 buiten uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer optreedt.
Onderhoud – Wekelijks 8.7.2 Waterafscheider controleren, reinigen De onderhoudsintervallen van de waterafscheider zijn afhankelijk van het watergehalte in de brand- stof en kunnen daarom niet globaal worden vast- gelegd. B-SYM-1075 Daarom na ingebruikname van de motor eerst Afb. 62 dagelijks controleren of er sporen van water en vuil herkenbaar zijn.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8 Jaarlijks 8.8.1 Motorolie verversen en oliefilter reinigen Motorolie ten laatste na 250 bedrijfsuren ver- versen. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Olieverversing alleen uitvoeren bij bedrijfs- warme motor. – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie” gebruiken op pagina 66.
Pagina 76
Onderhoud – Jaarlijks Omgeving van de aftapplug reinigen. WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door hete onder- delen! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding). – Aanraking met hete componenten ver- mijden. Aftapplug met afdichtring eruit schroeven en uitlopende olie opvangen. B-695-0156 Aftapplug reinigen en met een nieuwe afdichtring erin Afb.
Pagina 77
Onderhoud – Jaarlijks Afdichtringen controleren op beschadiging, evt. vernieuwen. Afdichtringen licht inoliën. B-HAT-0050 Afb. 68 Oliefilter in het huis zetten en erin drukken tot aan de aan- slag. Vóór het vastdraaien van de schroef controleren of de span- veren (1) met beide uiteinden tegen het motoroliefilter aan liggen.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.2 Huis van de opwekas, olie verversen AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstoffen- gebruiken tabel” op pagina 69. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine op een horizontale, vlakke en stabiele ondergrond rijden.
Onderhoud – Jaarlijks Luchtfilter (1) voorzichtig in het filterhuis zetten en vast- draaien met de wartelmoer (2). AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Op goede bevestiging van luchtfilter- deksel en afdichting letten. Deksel (3) sluiten. Afb. 75 8.8.4 Brandstoffilter vernieuwen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! –...
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.5 V-riem vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Gereedschap: Arrêteerhefboom V-riemschijf Wij raden de inzet van een arrêteerhefboom aan om de V-riemschijf eraf en eraan te schroeven. De arrêteerhefboom verhindert het verdraaien van de V-riemschijf tijdens de werkzaamheden. De schroeven en moeren zijn niet meegeleverd.
Pagina 82
Onderhoud – Jaarlijks Twee schroeven M8 overeenkomstig de benodigde gataf- stand erin zetten en met twee moeren M8 vastdraaien. B-695-0163 Afb. 79 Arrêteerhefboom in de V-riemschijf zetten. B-695-0161 Afb. 80 V-riemschijf (1) eraf schroeven. V-riem (3) vernieuwen. Evt. eraf genomen afstandsschijf (2) weer monteren. V-riemschijf aanzetten en schroeven erin draaien.
Pagina 83
Onderhoud – Jaarlijks Beschermplaat vastschroeven, aandraaimoment: 15 Nm (11 ft·lbf). B-695-0160 Afb. 83 V-riembescherming (1) vastschroeven. B-692-0151 Afb. 84 8.8.5.1 Frequentie van de grondplaat controleren Voeten en handen weg van de trillende grondplaat. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontroleerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden. –...
Onderhoud – Jaarlijks Bij verkeerde frequentie: Motortoerental controleren. V-riem controleren. Evt. contact opnemen met onze klantendienst. 8.8.6 Klepspeling controleren, regelen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren. –...
Pagina 85
Onderhoud – Jaarlijks Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,20 mm (0.008 in) Uitstroomklep (EX) 0,20 mm (0.008 in) Motor in draairichting draaien, tot de uitstroomklep (EX) hele- maal is geopend. Klepspeling aan de aanzuigklep (IN) met voelermaat (1) con- troleren, evt. regelen. Motor in draairichting verder draaien, tot de aanzuigklep helemaal is geopend.
Onderhoud – Jaarlijks Afdekking (1) en luchtfilterdeksel (2) monteren. Na kort proefdraaien dichtheid van het klepdeksel contro- leren. Afb. 90 8.8.7 Startkabel vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Motor laten afkoelen. Bevestigingsschroeven (1) eruit draaien en omkeerstarter (2) demonteren.
Pagina 87
Onderhoud – Jaarlijks Nieuwe startkabel inrijgen en aan beide uiteinden met geschikte knopen vastmaken. A = 15 mm (0.6 in) Afb. 93 Spoel in de richting van de pijl ca. 4 omdraaiingen voor- spannen. Daarbij de startkabel door de uitsparing in de spoel leggen. Afb.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.8 Hydraulische oliepeil controleren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Dissel verticaal zetten en palhefboom veilig vergrendelen. B-695-0129 Afb. 97 Omgeving van de controleschroef reinigen en controle- schroef eruit draaien.
Pagina 89
Onderhoud – Jaarlijks Oliepeil controleren. ð Het oliepeil moet tot aan de onderste rand van de con- trole-opening reiken. B-695-0014 Afb. 100 Hydraulische olie bijvullen en hydraulisch systeem ontluchten AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie gebruiken Ä...
Pagina 90
Onderhoud – Jaarlijks Doeken onder de ontluchtingsschroef leggen om uitlopende olie op te vangen. Ontluchtingsschroef losdraaien. Wachten tot er geen lucht meer ontsnapt en ontluchtings- schroef vastdraaien. B-695-0164 Afb. 103 Doeken onder de vulopening leggen om uitlopende olie op te vangen.
Onderhoud – Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren 8.9 Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren 8.9.1 Hydraulische olie verversen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Dissel verticaal zetten en palhefboom veilig vergrendelen. B-695-0129 Afb.
Pagina 92
Onderhoud – Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren Ontluchtingsschroef eruit draaien en uitlopende olie opvangen. Ontluchtingsschroef erin draaien. B-695-0165 Afb. 109 Omgeving van de controleschroef reinigen en controle- schroef eruit draaien. B-695-0013 Afb. 110 Doeken onder de vulopening leggen om uitlopende olie op te vangen.
Pagina 93
Onderhoud – Om de 2 jaar / 500 bedrijfsuren Hydraulische olie bijvullen, tot hij uit de controleopening treedt. Vulschroef en controleschroef weer vastdraaien. B-695-0017 Afb. 113 Palhefboom uittrekken en dissel neerlaten. Olie milieuvriendelijk verwerken. B-695-0128 Afb. 114 DRP20DX...
Onderhoud – Indien nodig 8.10 Indien nodig 8.10.1 Koelribben en koelluchtopeningen reinigen De vervuiling van de koelribben en koellucht- openingen is sterk afhankelijk van de inzetvoor- waarden van de machine, evt. dagelijks reinigen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten”...
Onderhoud – Indien nodig 8.10.4 Huis van de opwekas, oliepeil controleren AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstoffen- gebruiken tabel” op pagina 69. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine op een horizontale, vlakke en stabiele ondergrond rijden.
Pagina 97
Onderhoud – Indien nodig Brandstoftank vullen met diesel, om condenswatervorming in de tank te vermijden. Motorolie verversen en oliefilter reinigen. Brandstoffilter vervangen. Afgekoelde motor beschermen tegen stof en vocht. 8.10.5.2 Maatregelen vóór de herinbedrijfstelling Brandstoffilter vernieuwen. Luchtfilter vernieuwen. Motorolie verversen en oliefilter reinigen. Kabels, slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid.
Hulp bij storingen – Inleidende opmerkingen 9.1 Inleidende opmerkingen Storingen ontstaan vaak te wijten aan het feit, dat de machine niet op de juiste manier bediend of onderhouden werd. Daarom bij elke storing sectie in de handleiding met betrekking tot bediening en onderhoud nog een keer goed doorlezen Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te...
Hulp bij storingen – Storingen werkbedrijf 9.2 Storingen werkbedrijf Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Machine trilt vooruit Lucht in het hydraulisch systeem van de Druk uit de dissel aflaten met sterk verlaagde dissel snelheid Oliepeil in de opwekasbehuizing te laag Oliepeil in de opwekasbehuizing contro- leren Druk uit de dissel aflaten Veiligheidsuitrusting:...
Hulp bij storingen – Motorstoringen 9.4 Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor start niet of Afzetinrichting in STOP-stand Afzetinrichting door licht trekken in slecht bedrijfsstand brengen Geen brandstof aan de injectiepomp Brandstofvoorraad controleren, evt. bijvullen Brandstofleidingen controleren Brandstoffilter controleren, evt. ver- nieuwen Inspuitmondstuk werkt niet goed Door gekwalificeerd vakpersoneel laten...
Pagina 104
Hulp bij storingen – Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor verliest aan Brandstoftank leeg Brandstofvoorraad controleren, evt. vermogen en toe- bijvullen rental Tankbeluchting verstopt Zorgen voor voldoende beluchting van de tank Lucht in het brandstofsysteem Brandstofsysteem controleren op luchtin- laat Ontluchtingsklep controleren Motor verliest aan Luchtfilter vervuild...
Verwerking – Machine definitief stilleggen 10.1 Machine definitief stilleggen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke com- ponenten van de machine zoals voorgeschreven worden verwerkt. Nationale voorschriften in acht nemen! De volgende werkzaamheden uitvoeren en de machine door een van overheidswege erkend recyclebedrijf laten demonteren.