Inleiding – Voorwoord 1.1 Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding hoort bij uw machine. Hij geeft u de noodzakelijke informatie om uw machine veilig te kunnen bedienen en om hem doelmatig in te zetten. Daarnaast bevat hij informatie over vereiste bedrijfs-, onderhouds- en instandhoudingsmaatregelen.
Pagina 9
Inleiding – Voorwoord Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door voornoemde of later gegeven informatie onverminderd van kracht. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine. DRP25D...
Inleiding – Machinetypeplaatje en motortypeplaatje 1.2 Machinetypeplaatje en motortypeplaatje Gelieve hier in te vullen: Machinetype (1): Made by Designation Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0001 Afb. 1: Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Gelieve hier in te vullen: EMISSION CONTROL INFORMATION...
Technische gegevens – Geluids- en trilgegevens 2.1.1 Geluidsgegevens Geluidsdrukniveau op de bedie- = 94 dB(A), vastgesteld volgens ISO 11201 en EN 500. ningsplaats WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (gehoorbescherming). Gegarandeerd geluidsniveau = 108 dB(A), vastgesteld volgens ISO 3744 en EN 500. 2.1.2 Trillingsindicatie Hand-arm trilwaarden Vectorsom van de gewogen effectieve versnelling van de drie...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1 Fundamentele voorwaarden 3.1.1 Algemeen Deze machine is gebouwd overeenkomstig de huidige stand en de geldende voorschriften en regels der techniek. Niettemin kunnen van deze machine gevaren voor personen en materiële waarden uitgaan, als: hij niet-doelmatig wordt gebruikt, hij door niet-opgeleid personeel bediend wordt, hij ondeskundig veranderd of omgebouwd wordt,...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot lichtere verwondingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. AANWIJZING! Materiële schade bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op mogelijke beschadiging van de machine of van constructie- delen.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden Veiligheidsbril Ter bescherming van de ogen tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Gezichtsbescherming Ter bescherming van het gezicht tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Veiligheidshelm Ter bescherming van het hoofd tegen vallende delen en ter bescherming tegen verwondingen. Gehoorbescherming Ter bescherming van het gehoor tegen te luide geluiden.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden Voorbeelden van niet-doelmatig gebruik zijn: Machine voor transportdoeleinden achter zich aan slepen Machine van het laadvlak van het transportvoertuig af gooien Extra gewicht bevestigen op de machine Het is verboden om tijdens het bedrijf op de machine te gaan staan.
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2 Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2.1 Exploitant De exploitant is de natuurlijke of juridische persoon, die de machine inzet of in wiens opdracht de machine gebruikt wordt. De exploitant moet garanderen dat de machine alleen doelmatig en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding wordt ingezet.
Pagina 21
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen zich met de bediening van de machine vertrouwd hebben gemaakt, fysiek en psychisch in staat zijn om met de machine te rijden en hem te bedienen. Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of verdo- vende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren.
Voor uw veiligheid – Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3 Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3.1 Restgevaren, restrisico´s Ondanks zorgvuldig werk en naleving van de normen en voor- schriften kan niet worden uitgesloten, dat zich in de omgang met de machine nog andere gevaren kunnen voordoen. Zowel de machine als alle andere systeemcomponenten komen overeen met de momenteel geldende veiligheidsrichtlijnen.
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4 Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.1 Inleidende opmerkingen De exploitant moet garanderen dat alle beroepsmatige gebruikers de inhoud van de betreffende veiligheidsinformatiebladen bij de afzonderlijke bedrijfsstoffen kennen en in acht nemen. Veiligheidsinformatiebladen leveren belangrijke informatie over de volgende kenmerken: Benaming van de stof Mogelijke gevaren...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.2 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met dieselbrandstof WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande diesel- brandstof! – Dieselbrandstof niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.3 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met olie WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande olie! – Olie niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.4 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met hydraulische olie WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door ontsnappende druk- vloeistof! – Vóór alle werkzaamheden aan het hydraulisch systeem het hydraulisch systeem drukloos maken. – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding, veiligheidsbril).
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. –...
Voor uw veiligheid – Machine verladen / Transport 3.5 Machine verladen / Transport Garanderen dat personen door omkantelen of wegglijden van de machine niet in gevaar worden gebracht. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten mogen niet worden gebruikt. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting.
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen 3.6 Machine in bedrijf nemen 3.6.1 Vóór de inbedrijfstelling Alleen machines inzetten waarbij de onderhoudswerkzaamheden regelmatig werden uitgevoerd. Maak u vertrouwd met de uitrusting, de indicatie- en bedieningsele- menten en met de werkwijze van de machine en het werkterrein. Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, werkschoenen, evt.
Voor uw veiligheid – Werkbedrijf 3.7 Werkbedrijf 3.7.1 Personen in de gevarenzone Vóór elk begin van het werk, ook na werkonderbreking, controleren of er zich personen of hindernissen in de gevarenzone bevinden. Indien nodig een waarschuwingsteken geven. Werk onmiddellijk staken als personen ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten.
Voor uw veiligheid – Tanken 3.8 Tanken Brandstofdampen niet inademen. Alleen tanken bij afgezette motor. Niet tanken in gesloten ruimtes. Geen open vuur, niet roken. In ultra-zwavelarme dieselbrandstof schuilt een groter gevaar van ontsteking door statische oplading dan in dieselbrandstof met een hoger zwavelgehalte.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9 Onderhoudswerkzaamheden 3.9.1 Inleidende opmerkingen Voorgeschreven onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden altijd tijdig uitvoeren om de veiligheid, de operationaliteit en een lange gebruiksduur van de machine te garanderen. Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en door de exploitant geautoriseerd personeel.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9.5 Maatregelen bij langere stillegging Als de machine gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld, dan moeten verschillende voorwaarden vervuld en zowel vóór als na de stillegging onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden. Het vastleggen van een maximale opslagduur is als deze maatre- gelen worden getroffen niet vereist.
Voor uw veiligheid – Reparatie 3.10 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige/ bevoegde persoon.
Voor uw veiligheid – Bebording 3.11 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. START 1-2 MINUTEN START OPERATION STOP STOP STOP 1-2 MINUTEN DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme...
Pagina 36
Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 9 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 10 Informatiebord - ophefpunt Afb. 11 Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 12 DRP25D...
Pagina 37
Voor uw veiligheid – Bebording Bedieningsbord - toerentalregelaar Afb. 13 Bedieningsbord - rijhendel Afb. 14 Onderhoudsbord DIESEL before taking into operation weekly vor Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h twice annual jährlich / 250 h...
Pagina 38
Voor uw veiligheid – Bebording Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 17 Waarschuwingsbord - startkabel Afb. 18 DRP25D...
Controles vóór inbedrijfstelling – Veiligheidsinstructies 5.1 Veiligheidsinstructies Als bij de volgende controles beschadigingen of andere gebreken worden vastgesteld, dan mag de machine niet meer worden ingezet voordat hij zoals voorgeschreven gerepareerd is. Machine niet in bedrijf nemen met defecte indicatie- en bedienings- elementen.
Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. Startkabel controleren op schuurplaatsen. DRP25D...
Controles vóór inbedrijfstelling – Motoroliepeil controleren 5.3 Motoroliepeil controleren AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie” gebruiken B-SYM-1068 op pagina 66. Afb. 21 Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Omgeving van de oliemeetstaaf reinigen. Oliemeetstaaf eruit trekken en afvegen met een vezelloze, schone doek.
Controles vóór inbedrijfstelling – Brandstofvoorraad controleren, tanken 5.4 Brandstofvoorraad controleren, tanken AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Voortdurend toezien op het tanken. – Verontreinigde brandstof kan tot uitval of B-SYM-1069 beschadiging van de motor leiden. Indien ver- Afb. 23 eist brandstof ingieten door een zeeffilter. –...
Bediening – Geleidedissel neerlaten en instellen 6.1 Geleidedissel neerlaten en instellen Palhefboom (2) uittrekken en geleidedissel naar beneden laten. Palhefboom niet weer vergrendelen. Geleidedissel moet vrij op en neer bewegen. Geleidedissel met hoogteverstelling (1) instellen op de beno- digde hoogte. B-692-0020 Afb.
Bediening – Motor starten 6.2 Motor starten Uitlaatgassen bevatten giftige stoffen, die kunnen leiden tot schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of tot de dood. WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! – Uitlaatgassen niet inademen. – Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp.
Pagina 52
Bediening – Motor starten Contactsleutel in stand "I" draaien. ð De waarschuwingszoemer weerklinkt. B-ELE-0070 Afb. 30 De startschakelaar heeft een blokkering voor startherhaling. Om opnieuw te starten de contactsleutel eerst in stand "0" draaien. AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Hoogstens 30 seconden ononderbroken B-ELE-0072 of maximaal driemaal 10 seconden...
Bediening – Werkbedrijf 6.3 Werkbedrijf Met de machine alleen rijden met neergelaten en ingestelde gelei- Ä Hoofdstuk 6.1 „Geleidedissel neerlaten en instellen” dedissel op pagina 50. Machine alleen aan de geleidedissel besturen. Machine zo leiden, dat handen niet tegen vaste voorwerpen stoten. Voeten weg van de trillende grondplaat.
Pagina 54
Bediening – Werkbedrijf VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door gekneld raken van lichaamsdelen! – Bij achteruit rijden de machine zijdelings aan de greep leiden. Greep uitsturen naar achter. ð De machine trilt achteruit met een snelheid die overeen- B-695-0006 komt met de uitsturing. Afb.
Bediening – Machine beveiligd neerzetten 6.4 Machine beveiligd neerzetten Machine neerzetten op een vlakke en stevige ondergrond. Toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Het trillen wordt afgezet. B-695-0060 Afb. 38 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor niet uit het vollastbedrijf plotseling afzetten, maar nog ca.
Pagina 56
Bediening – Machine beveiligd neerzetten DRP25D...
Machine verladen / Transport – Machine laden / lossen 7.1 Machine laden / lossen Het aanslaan en optillen van lasten mag alleen worden uitgevoerd door een deskundige/bevoegde persoon. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten niet gebruiken. Alleen hefwerktuigen en aanslagmiddelen met voldoende draag- kracht voor het te laden gewicht gebruiken.
Pagina 59
Machine verladen / Transport – Machine laden / lossen Hefwerktuig inhangen in de voorziene hefogen. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de beoogde plaats. B-695-0025 Afb. 42 DRP25D...
Machine verladen / Transport – Machine vastsjorren op het transportvoertuig 7.2 Machine vastsjorren op het transportvoertuig Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten niet gebruiken. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden.
Machine verladen / Transport – Transportwielen 7.3 Transportwielen Speciale uitrusting Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 55. Geleidedissel verticaal zetten en de palhefboom veilig ver- grendelen. B-692-0029 Afb. 44 Borgspie eraf nemen en transportwielen uit de houder aan de geleidedissel trekken.
Pagina 62
Machine verladen / Transport – Transportwielen Transportwiel in de houder steken. B-692-0032 Afb. 47 Transportwiel beveiligen met borgclip. Tweede transportwiel monteren aan de andere kant en beveiligen met borgclip. B-692-0033 Afb. 48 Geleidedissel naar beneden laten en palhefboom (1) veilig vergrendelen.
Onderhoud – Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies 8.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies GEVAAR! Levensgevaar door niet-bedrijfsveilige machine! – Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. – Veiligheidsvoorschriften bij onderhoudswerk- Ä Hoofdstuk 3.9 zaamheden in acht nemen „Onderhoudswerkzaamheden”...
Onderhoud – Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden 8.2 Voorbereidende / Afsluitende werkzaamheden Bij bepaalde onderhoudswerkzaamheden zijn voorbereidende en afsluitende werkzaamheden noodzakelijk. Hiertoe behoren bijv. het openen en sluiten van onderhouds- kleppen en onderhoudsdeuren en het beveiligen van bepaalde componenten. Na afsluiting van de werkzaamheden alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren weer sluiten, en alle componenten in de opera- tionele toestand brengen.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3 Bedrijfsstoffen 8.3.1 Motorolie 8.3.1.1 Oliekwaliteit De volgende motoroliespecificaties zijn toegelaten: API CF/CH-4 of hoogwaardiger ACEA B3/E4 of hoogwaardiger Mengingen van motorolies vermijden. 8.3.1.2 Olieviscositeit Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van motorolie met de tem- peratuur verandert is voor de keuze van de viscositeitsklasse (SAE-klasse) de omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik van de motor maatgevend.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.3.2.2 Winterbrandstof Gebruik in de winter alleen winterdieselbrandstof, zodat er geen verstoppingen door paraffineafscheidingen ontstaan. Bij zeer lage temperaturen moet ook bij winterdieselbrandstof met storende afscheidingen rekening worden gehouden. Voor arktisch klimaat zijn dieselbrandstoffen tot -44 °C (-47 °F) beschikbaar.
Pagina 68
Onderhoud – Bedrijfsstoffen De viscositeitsindex moet minstens 150 bedragen (opgaven van de producent in acht nemen). DRP25D...
Onderhoud – Inrijvoorschrift 8.5 Inrijvoorschrift 8.5.1 Algemeen Bij de ingebruikname van nieuwe machines resp. bij gereviseerde motoren moeten de volgende onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. 8.5.2 Na 25 bedrijfsuren Ä Hoofdstuk 8.9.1 „Motorolie verversen Motorolie verversen en oliefilter reinigen” op pagina 77. Ä...
Onderhoud – Wekelijks 8.7 Wekelijks 8.7.1 Luchtfilter controleren, reinigen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. B-SYM-1074 – Het luchtfilter kan indien nodig maximaal zes Afb. 52 keer gereinigd worden. – Bij roethoudende neerslag op het luchtfilter is een reiniging niet zinvol.
Pagina 73
Onderhoud – Wekelijks VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Draag een persoonlijke beschermende uitrusting (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Luchtfilter met droge perslucht (max. 5 bar (73 psi)) door het pistool op en neer te bewegen zolang van binnen naar buiten B-GEN-0042 uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer optreedt.
Onderhoud – Wekelijks 8.7.2 Waterafscheider controleren, reinigen De onderhoudsintervallen van de waterafscheider zijn afhankelijk van het watergehalte in de brand- stof en kunnen daarom niet globaal worden vast- gelegd. B-SYM-1075 Daarom na ingebruikname van de motor eerst Afb. 56 dagelijks controleren of er sporen van water en vuil herkenbaar zijn.
Onderhoud – Halfjaarlijks 8.8 Halfjaarlijks 8.8.1 Accu onderhouden Ook onderhoudsvrije accu’s moeten verzorgd worden. Onderhoudsvrij betekent slechts dat een controle van het vloeistofpeil niet nodig is. Elke accu heeft een zelfontlading, die bij gebrek B-SYM-1077 aan controle beschadiging van de accu door diepe Afb.
Pagina 76
Onderhoud – Halfjaarlijks Deksel van de accubak monteren. B-692-0038 Afb. 61 DRP25D...
Onderhoud – Jaarlijks 8.9 Jaarlijks 8.9.1 Motorolie verversen en oliefilter reinigen Motorolie ten laatste na 250 bedrijfsuren ver- versen. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Olieverversing alleen uitvoeren bij bedrijfs- warme motor. – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.3.1 „Motorolie” gebruiken op pagina 66.
Pagina 78
Onderhoud – Jaarlijks Oliefilter reinigen Schroef (1) ca. vijf omdraaiingen losdraaien en oliefilter (2) uit het huis trekken. Afb. 63 VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Draag een persoonlijke beschermende uitrusting (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Oliefilter met perslucht van binnen naar buiten uitblazen. Afdichtingsring (2) controleren op beschadiging, evt.
Onderhoud – Jaarlijks Luchtfilter (1) voorzichtig in het filterhuis zetten en vast- draaien met de wartelmoer (2). AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Op goede bevestiging van luchtfilter- deksel en afdichting letten. Deksel (3) sluiten. Afb. 71 8.9.4 Brandstoffilter vernieuwen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! –...
Onderhoud – Jaarlijks 8.9.6 Klepspeling controleren, regelen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren. – Laat de motor voor de controle van de klepspe- ling afkoelen. Voorbereidende werkzaamheden Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen...
Pagina 85
Onderhoud – Jaarlijks Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,20 mm (0.008 in) Uitstroomklep (EX) 0,20 mm (0.008 in) Motor in draairichting draaien, tot de uitstroomklep (EX) hele- maal is geopend. Klepspeling aan de aanzuigklep (IN) met voelermaat (1) con- troleren, evt. regelen. Motor in draairichting verder draaien, tot de aanzuigklep helemaal is geopend.
Onderhoud – Jaarlijks Afdekking (1) en luchtfilterdeksel (2) monteren. Na kort proefdraaien dichtheid van het klepdeksel contro- leren. Afb. 82 8.9.7 Startkabel vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Motor laten afkoelen. Bevestigingsschroeven (1) eruit draaien en omkeerstarter (2) demonteren.
Pagina 87
Onderhoud – Jaarlijks Nieuwe startkabel inrijgen en aan beide uiteinden met geschikte knopen vastmaken. A = 15 mm (0.6 in) Afb. 85 Spoel in de richting van de pijl ca. 4 omdraaiingen voor- spannen. Daarbij de startkabel door de uitsparing in de spoel leggen. Afb.
Onderhoud – Jaarlijks 8.9.8 Hydraulische oliepeil controleren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Geleidedissel verticaal zetten en de palhefboom veilig ver- grendelen. B-692-0029 Afb. 89 Omgeving van de controleschroef reinigen en de controle- schroef eruit draaien.
Pagina 89
Onderhoud – Jaarlijks Oliepeil controleren. ð Het oliepeil moet tot aan de onderste rand van de con- trole-opening reiken. B-695-0014 Afb. 92 Hydraulische olie bijvullen en hydraulisch systeem ontluchten AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie gebruiken.
Pagina 90
Onderhoud – Jaarlijks Doeken onder de ontluchtingsschroef leggen om uitlopende olie op te vangen. Ontluchtingsschroef losdraaien. Wachten tot er geen lucht meer ontsnapt en ontluchtings- schroef vastdraaien. B-692-0049 Afb. 95 Doeken onder de vulopening leggen om uitlopende olie op te vangen.
Onderhoud – Om de 2 jaar / om de 500 bedrijfsuren 8.10 Om de 2 jaar / om de 500 bedrijfsuren 8.10.1 Hydraulische olie verversen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 55. Geleidedissel verticaal zetten en de palhefboom veilig ver- grendelen.
Pagina 92
Onderhoud – Om de 2 jaar / om de 500 bedrijfsuren Ontluchtingsschroef eruit draaien en uitlopende olie opvangen. Ontluchtingsschroef erin draaien. B-692-0072 Afb. 101 Omgeving van de controleschroef reinigen en de controle- schroef eruit draaien. B-695-0013 Afb. 102 Doeken onder de vulopening leggen om uitlopende olie op te vangen.
Pagina 93
Onderhoud – Om de 2 jaar / om de 500 bedrijfsuren Hydraulische olie bijvullen, tot hij uit de controleopening treedt. Vul- en controleschroef weer vastdraaien. B-695-0017 Afb. 105 Palhefboom (1) uittrekken en geleidedissel naar beneden laten. Olie milieuvriendelijk verwerken. B-692-0037 Afb.
Onderhoud – Indien nodig 8.11 Indien nodig 8.11.1 Koelribben en koelluchtopeningen reinigen De vervuiling van de koelribben en koelluchtope- ningen is sterk afhankelijk van de inzetvoor- waarden van de machine, evt. dagelijks reinigen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.4 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten”...
Onderhoud – Indien nodig 8.11.4 Huis van de opwekas, oliepeil controleren AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstoffen- gebruiken tabel” op pagina 69. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine neerzetten op een vlakke ondergrond. Machine beveiligd neerzetten Ä...
Pagina 97
Onderhoud – Indien nodig Motorolie verversen en oliefilter reinigen. Brandstoffilter vervangen. Afgekoelde motor beschermen tegen stof en vocht. 8.11.5.2 Accu onderhouden bij langere stilstandtijden van de machine. WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door exploderend gas- mengsel! – Bij het naladen van de accu de afsluitstoppen verwijderen.
Pagina 98
Onderhoud – Indien nodig Kabels, slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid. Gebruiksduur van hydraulische slangen controleren en deze indien nodig vernieuwen. Motor starten en gedurende 15 tot 30 minuten met stationair toerental laten lopen. Oliepeilen controleren. Machine grondig reinigen. DRP25D...
Hulp bij storingen – Inleidende opmerkingen 9.1 Inleidende opmerkingen Storingen ontstaan vaak te wijten aan het feit, dat de machine niet op de juiste manier bediend of onderhouden werd. Daarom bij elke storing sectie in de handleiding met betrekking tot bediening en onderhoud nog een keer goed doorlezen Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te...
Hulp bij storingen – Motor starten met omkeerstarter 9.2 Motor starten met omkeerstarter Motor alleen bij defecte, lege of ontbrekende accu starten met de omkeerstarter. Uitlaatgassen bevatten giftige stoffen, die kunnen leiden tot schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of tot de dood. WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! –...
Pagina 102
Hulp bij storingen – Motor starten met omkeerstarter Greep in nulstand zetten. B-695-0004 Afb. 114 Koord met startergreep zo ver uittrekken, tot er weerstand merkbaar is. Startergreep terugbrengen in uitgangspositie. B-GEN-0083 Afb. 115 VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontro- leerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden.
Hulp bij storingen – Motor starten met accukabels 9.3 Motor starten met accukabels AANWIJZING! Bij verkeerde aansluiting ontstaat ernstige schade aan de elektrische installatie! – Machine alleen overbruggen met een 12V hulpaccu. Deksel van de accubak demonteren. Eerst de pluspool van de externe accu met de eerste accu- kabel verbinden met de pluspool van de startaccu.
Hulp bij storingen – Bezetting van de zekeringen 9.4 Bezetting van de zekeringen WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door brandende machine! – Geen zekering met een hoger ampèregetal dan aangegeven erin zetten resp. geen zeke- ring overbruggen. Pos. Stroom- Benaming sterkte 25 A Hoofdzekering Afb.
Hulp bij storingen – Motorstoringen 9.5 Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Uitkomst Motor start niet of Brandstoftank leeg Brandstofvoorraad controleren, evt. bij- slecht vullen Brandstoffilter verstopt Brandstoffilter controleren, evt. ver- nieuwen Brandstofleidingen ondicht Brandstofleidingen controleren Klepspeling verkeerd Klepspeling controleren, evt. regelen Cilinder- of zuigerringslijtage Door gekwalificeerd personeel laten con- troleren...
Pagina 106
Hulp bij storingen – Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Uitkomst Lucht in het brandstofsysteem Brandstofsysteem controleren op luchtin- laat. Ontluchtingsklep controleren. Mechanisch defect Door gekwalificeerd personeel laten con- troleren Motor verliest aan Brandstoftank leeg Brandstofvoorraad controleren, evt. bij- vermogen en toe- vullen rental Brandstofinstallatie verstopt...
Hulp bij storingen – Storingen werkbedrijf 9.6 Storingen werkbedrijf Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Machine trilt vooruit Lucht in het hydraulisch systeem van de Druk uit de geleidedissel aflaten met sterk verlaagde geleidedissel snelheid Oliepeil in de opwekasbehuizing te laag Oliestand in de opwekasbehuizing con- troleren Druk uit de geleidedissel aflaten Veiligheidsuitrusting:...
Pagina 108
Hulp bij storingen – Storingen werkbedrijf DRP25D...
Verwerking – Machine definitief stilleggen 10.1 Machine definitief stilleggen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke com- ponenten van de machine zoals voorgeschreven worden verwerkt. Nationale voorschriften in acht nemen! De volgende werkzaamheden uitvoeren en de machine door een van overheidswege erkend recyclebedrijf laten demonteren.