Inleiding – Voorwoord 1.1 Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding hoort bij uw machine. Deze geven u de noodzakelijke informatie om uw machine veilig te bedienen en doelmatig te kunnen inzetten. Bovendien vindt u hier informatie over de vereiste maatregelen voor bedrijf, onderhoud en instandhouding. Lees de gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding vóór inbe- drijfstelling van uw machine aandachtig door.
Pagina 9
Inleiding – Voorwoord Bovendien kunt u de catalogus van onderdelen opvragen met ver- melding van het serienummer van uw machine. Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door de hierboven en hieronder vermelde informatie onaangetast. Wij...
Inleiding – Typeplaatje van de machine en van de motor 1.2 Typeplaatje van de machine en van de motor Gelieve hier in te vullen: Machinetype (1): Made by Designation Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str.
Technische gegevens – Geluids- en trilgegevens 2.1 Geluids- en trilgegevens De in wat volgt vermelde opgaven betreffende geluid en trilling werden volgens de volgende richtlijnen vastgesteld onder voor het apparaat kenmerkende operationele omstandigheden en met toe- passing van geharmoniseerde normen: EG-machinerichtlijn in de versie 2006/42/EG Geluidsrichtlijn 2000/14/EG, geluidsbeschermingsrichtlijn 2003/10/EG...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1 Fundamentele voorwaarden 3.1.1 Algemeen Deze machine is gebouwd overeenkomstig de huidige stand en de geldende voorschriften en regels der techniek. Niettemin kunnen van deze machine gevaren voor personen en materiële waarden uitgaan, als: hij...
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot lichtere verwondingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. AANWIJZING! Materiële schade bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op mogelijke beschadiging van de machine of van constructie- delen.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden Veiligheidsbril Ter bescherming van de ogen tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Gezichtsbescherming Ter bescherming van het gezicht tegen rondvliegende delen en vloeistofspetters. Veiligheidshelm Ter bescherming van het hoofd tegen vallende delen en ter bescherming tegen verwondingen. Gehoorbescherming Ter bescherming van het gehoor tegen te luid lawaai.
Voor uw veiligheid – Fundamentele voorwaarden 3.1.5 Niet-doelmatig gebruik Bij niet-doelmatig gebruik kunnen gevaren uitgaan van de machine. Elk gevaar door niet-doelmatig gebruik is een situatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant resp. bestuurder/ bediener, en niet onder die van de fabrikant. Voorbeelden van niet-doelmatig gebruik zijn: Machine voor transportdoeleinden achter zich aan slepen Machine van het laadvlak van het transportvoertuig af gooien...
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2 Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen 3.2.1 Exploitant De exploitant is de natuurlijke of juridische persoon, die de machine inzet of in wiens opdracht de machine gebruikt wordt. De exploitant moet garanderen dat de machine alleen doelmatig en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding wordt ingezet.
Pagina 21
Voor uw veiligheid – Begripsdefinitie van de verantwoordelijke personen zich met de bediening van de machine vertrouwd hebben gemaakt, fysiek en psychisch in staat zijn om met de machine te rijden en hem te bedienen. Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of ver- dovende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren.
Voor uw veiligheid – Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3 Grondslagen voor het veilige bedrijf 3.3.1 Restgevaren, restrisico´s Ondanks zorgvuldig werk en naleving van de normen en voor- schriften kan niet worden uitgesloten, dat zich in de omgang met de machine nog andere gevaren kunnen voordoen. Zowel de machine als alle andere systeemcomponenten komen overeen met de momenteel geldende veiligheidsrichtlijnen.
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4 Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.1 Inleidende opmerkingen De exploitant moet garanderen dat alle beroepsmatige gebruikers de inhoud van de betreffende veiligheidsinformatiebladen bij de afzonderlijke bedrijfsstoffen kennen en in acht nemen. Veiligheidsinformatiebladen leveren belangrijke informatie over de volgende kenmerken: Benaming van de stof Mogelijke gevaren...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.2 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met benzine GEVAAR! Levensgevaar door exploderend gas-lucht- mengsel! – Benzine niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden.
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.3 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met brandstofstabilisator WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande brandstof- stabilisator! – Brandstofstabilisator niet op hete constructie- delen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden. WAARSCHUWING! Gezondheidsgevaar door contact met brand- stofstabilisator! –...
Voor uw veiligheid – Omgang met bedrijfsstoffen 3.4.4 Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met olie WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door ontbrande olie! – Olie niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding).
Voor uw veiligheid – Machine verladen / Transport 3.5 Machine verladen / Transport Garanderen dat personen door omkantelen of wegglijden van de machine niet in gevaar worden gebracht. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten mogen niet worden gebruikt. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting.
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen 3.6 Machine in bedrijf nemen 3.6.1 Vóór de inbedrijfstelling Alleen machines inzetten waarbij de onderhoudswerkzaamheden regelmatig werden uitgevoerd. Maak u vertrouwd met de uitrusting, de indicatie- en bedieningsele- menten en met de werkwijze van de machine en het werkterrein. Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, werkschoenen, evt.
Pagina 29
Voor uw veiligheid – Machine in bedrijf nemen Uitlaatgassen niet inademen, omdat deze giftige stoffen bevatten die schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of de dood tot gevolg kunnen hebben. Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp. grep- pels voor voldoende be- en ontluchting zorgen. DFP7AX...
Voor uw veiligheid – Werkbedrijf 3.7 Werkbedrijf 3.7.1 Personen in de gevarenzone Vóór elk begin van het werk, ook na werkonderbreking, controleren of er zich personen of hindernissen in de gevarenzone bevinden. Indien nodig een waarschuwingsteken geven. Werk onmiddellijk staken als personen ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten.
Voor uw veiligheid – Tanken 3.8 Tanken Brandstofdampen niet inademen. Alleen tanken bij afgezette motor. Niet tanken in gesloten ruimtes. Geen open vuur, niet roken. Ontstekings- en warmtebronnen uit de buurt houden. Maatregelen treffen tegen elektrostatische oplading. Geen brandstof morsen. Uitlopende brandstof opvangen, niet in de grond weg laten sijpelen.
Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden 3.9 Onderhoudswerkzaamheden 3.9.1 Inleidende opmerkingen Voorgeschreven onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden altijd tijdig uitvoeren om de veiligheid, de operationaliteit en een lange gebruiksduur van de machine te garanderen. Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en door de exploitant geautoriseerd personeel.
Voor uw veiligheid – Reparatie 3.10 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskun- dige/bevoegde persoon.
Voor uw veiligheid – Bebording 3.11 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. WARNING California Proposition 65 Warning This product contains chemicals that cause cancer + chemicals Made by that are reproductive toxicants Designation...
Pagina 35
Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 7 Waarschuwingsbord - California Proposition 65 WARNING California Proposition 65 Warning This product contains chemicals that cause cancer + chemicals that are reproductive toxicants B-DEC-0316 Afb. 8 Gebodsbord - gehoorbescherming dragen Afb.
Pagina 36
Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 11 Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 12 Informatiebord - vulopening benzine Gasoline/Benzin B-DEC-0216 Afb. 13 Informatiebord - vulopening water Water B-DEC-0218 Afb. 14 DFP7AX...
Pagina 37
Voor uw veiligheid – Bebording Kort bedieningsbord START OPERATION STOP B-DEC-0365 Afb. 15 Onderhoudsbord B-DEC-0321 Afb. 16 DFP7AX...
Pagina 38
Voor uw veiligheid – Bebording Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 17 DFP7AX...
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1.1 Afsluitkraan waterbesproeiing Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de besproei- ingshoeveelheid tot stand "MAX" Speciale uitrusting Afb. 20 4.1.2 Aanslagbout geleidebeugel Om de geleidebeugel los of vast te zetten bij het transport. Speciale uitrusting B-230-0195 Afb.
Display- en bedieningselementen – Machine 4.1.4 Vergrendeling transportwielen Om de transportwielen los of vast te zetten. Speciale uitrusting B-230-0196 Afb. 23 DFP7AX...
Display- en bedieningselementen – Motor 4.2 Motor 4.2.1 Overzicht B-HON-0075 Afb. 24 Motorstopschakelaar Toerentalregelaar Starterklephendel Omkeerstarter Brandstofkraan 4.2.2 Motorstopschakelaar Stand "OFF" Ontsteking uit Stand "ON" Ontsteking aan Afb. 25 DFP7AX...
Display- en bedieningselementen – Motor 4.2.6 Brandstofkraan Stand "Links" Brandstofkraan gesloten Stand "Rechts" Brandstofkraan open B-HON-0043 Afb. 29 DFP7AX...
Pagina 48
Display- en bedieningselementen – Motor DFP7AX...
Controles vóór inbedrijfstelling – Veiligheidsinstructies 5.1 Veiligheidsinstructies Als bij de volgende controles beschadigingen of andere gebreken worden vastgesteld, dan mag de machine niet meer worden ingezet voordat hij zoals voorgeschreven gerepareerd is. Machine niet in bedrijf nemen met defecte indicatie- en bedienings- elementen.
Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. Startkabel controleren op schuurplaatsen. DFP7AX...
Bediening – Motor starten 6.2 Motor starten Uitlaatgassen bevatten giftige stoffen, die kunnen leiden tot schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of tot de dood. WAARSCHUWING! Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen! – Uitlaatgassen niet inademen. – Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes resp.
Pagina 58
Bediening – Motor starten Veiligheidsuitrusting: Gehoorbescherming Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Werkschoenen De motor slaat bij te laag motoroliepeil niet aan. Garanderen dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden. Brandstofkraan helemaal openen. B-HON-0035 Afb. 37 Starterklep alleen sluiten bij koude motor. Bij...
Pagina 59
Bediening – Motor starten Motorstopschakelaar in stand "ON" zetten. B-834-0079 Afb. 40 Koord met startergreep zo ver uittrekken, tot er weerstand merkbaar is. Startergreep terugbrengen in uitgangspositie. B-GEN-0083 Afb. 41 VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontro- leerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden. –...
Pagina 60
Bediening – Motor starten Starterklep bij lopende motor geleidelijk openen. Motor stationair ca. 1 tot 2 minuten warm laten lopen. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor vóór het begin van het werk korte tijd warm laten lopen. Motor niet direct onder vollast laten draaien.
Bediening – Werkbedrijf 6.3 Werkbedrijf Machine alleen leiden aan de geleidebeugel. Machine zo leiden, dat handen niet tegen vaste voorwerpen aan slaan. Voeten weg van de trillende grondplaat. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontroleerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden. – Lopende machine altijd observeren. Componenten kunnen tijdens het bedrijf of vlak daarna zeer heet zijn.
Pagina 62
Bediening – Werkbedrijf Machine leiden aan de geleidebeugel. B-834-0104 Afb. 45 Bij korte werkonderbrekingen de toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Trillen is uit. B-HON-0061 Afb. 46 DFP7AX...
Bediening – Waterbesproeiing in-/uitschakelen 6.4 Waterbesproeiing in-/uitschakelen De waterbesproeiing met de draaiknop in- resp. uitschakelen: Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de hoeveel- heid voor de besproeiing tot stand "MAX" Afb. 47 DFP7AX...
Machine verladen / Transport – Machine verladen 7.1 Machine verladen Het aanslaan en optillen van lasten mag alleen worden uitgevoerd door een deskundige/bevoegde persoon. Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten niet gebruiken. Alleen hefwerktuigen en aanslagmiddelen met voldoende draag- kracht voor het te verladen gewicht gebruiken. Minimale draag- Ä...
Pagina 69
Machine verladen / Transport – Machine verladen Machine evt. aan de grepen of beugels (1) op een vlakke ondergrond trekken. B-230-0070 Afb. 52 DFP7AX...
Machine verladen / Transport – Machine vastsjorren op het transportvoertuig 7.2 Machine vastsjorren op het transportvoertuig Beschadigde of maar gedeeltelijk functionerende aanslagpunten niet gebruiken. Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden.
Machine verladen / Transport – Transportwielen 7.3 Transportwielen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 64. Met de aanslagbout (1) de geleidebeugel vergrendelen. B-230-0027 Afb. 55 Aanslagbout (2) ontgrendelen en transportwielen omlaag- klappen. B-230-0028 Afb. 56 Machine met de geleidebeugel omhoogduwen en de trans- portwielen onder de grondplaat klappen.
Machine verladen / Transport – Transportwielen 7.3.1 Transportwielen bij geleidebeugel midden Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Met de haak (1) de geleidebeugel vergrendelen. Aanslagbout (2) ontgrendelen en transportwielen omlaag- klappen. B-230-0032 Afb. 58 Machine met de geleidebeugel omhoogduwen en de trans- portwielen onder de grondplaat klappen.
Onderhoud – Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies 8.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies GEVAAR! Levensgevaar door niet-bedrijfsveilige machine! – Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. – Veiligheidsvoorschriften bij onderhoudswerk- Ä Hoofdstuk 3.9 zaamheden in acht nemen „Onderhoudswerkzaamheden”...
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.2 Bedrijfsstoffen 8.2.1 Motorolie 8.2.1.1 Oliekwaliteit De volgende motoroliespecificaties zijn toegelaten: Motorolies voor viertaktmotoren volgens API-classificatie SJ of hoger Mengingen van motorolies vermijden. 8.2.1.2 Olieviscositeit Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van motorolie met de tem- peratuur verandert is voor de keuze van de viscositeitsklasse (SAE-klasse) de omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik van de motor maatgevend.
Onderhoud – Bedrijfsstoffen 8.2.2.2 Brandstofstabilisator Als de machine maar bij gelegenheid wordt gebruikt (stilstandtijden langer dan 4 weken), brandstofstabilisator in de juiste mengver- houding direct na aankoop bij de verse brandstof mengen. Brandstofstabilisator heeft een beperkte houdbaarheid. Neem de opgaven van de fabrikant over de juiste mengverhouding en over de houdbaarheid in acht.
Onderhoud – Bedrijfsstoffentabel 8.3 Bedrijfsstoffentabel Module Bedrijfsstof Onderdeel- Vulhoeveel- nummer heid Zomer Winter Let op de vul- markering! Motorolie SAE 10W-30 0,6 l Ä Hoofdstuk 8.2.1 „Motorolie” Specificatie: (0.16 gal us) op pagina 75 SAE 30 Brandstof Benzine (loodvrij) 2,0 l Specificatie: Ä...
Onderhoud – Inrijvoorschrift 8.4 Inrijvoorschrift 8.4.1 Algemeen Bij inbedrijfstelling van nieuwe machines moeten de in dit hoofdstuk opgesomde inrijvoorschriften volgens de vermelde bedrijfsuren worden nageleefd. De genoemde onderhoudswerkzaamheden moeten telkens in aan- vulling tot de regelmatige intervallen voor onderhoudswerkzaam- heden worden uitgevoerd. 8.4.2 Na de eerste 25 bedrijfsuren Ä...
Onderhoud – Wekelijks 8.6 Wekelijks 8.6.1 Luchtfilter controleren, reinigen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. B-SYM-1074 – Het luchtfilter kan indien nodig maximaal zes Afb. 61 keer gereinigd worden. – Bij roethoudende neerslag op het luchtfilter is een reiniging niet zinvol.
Onderhoud – Wekelijks Luchtfilter controleren, reinigen Papieren en schuimstof inzetstuk scheiden. B-HON-0045 Afb. 63 VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Papieren inzetstuk met droge perslucht (max. 2 bar (29 psi)) door het pistool op en neer te bewegen zo lang van binnen B-HON-0046 naar buiten uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer...
Pagina 82
Onderhoud – Wekelijks Luchtfilter monteren Afdichting (5) erin zetten. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Filterelement juist erin zetten. Filterelement (4) juist erin zetten en vastschroeven met de vleugelmoer (3). Deksel (2) met vleugelmoer (1) vastschroeven. Filterelement (indien vernieuwd) milieuvriendelijk verwerken. B-HON-0033 Afb.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.2 Klepspeling controleren, regelen Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na 250 bedrijfsuren uitvoeren. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren. – Laat de motor voor de controle van de klepspe- ling afkoelen.
Pagina 86
Onderhoud – Jaarlijks Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,15 mm (0.006 in) Uitstroomklep (EX) 0,20 mm (0.008 in) Klepspeling met een voelermaat tussen klephefboom (2) en klepsteel (1) aan beide kleppen controleren, evt. instellen. Afb. 74 Klepspeling regelen Zeskantmoer (1) aan de klephefboom vasthouden en de con- tramoer (2) losdraaien.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.3 Slikfilter reinigen GEVAAR! Levensgevaar door exploderend gas-lucht- mengsel! – Benzine niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen.
Onderhoud – Jaarlijks O-ring (2) controleren op beschadiging, evt. vernieuwen. Filter (1) monteren. Letten op de uitrichting (A) van het filter aan het huis. Filterbeker (3) met O-ring weer monteren. B-HON-0039 Afb. 79 A Aanzicht van beneden: uitrichting van het filter bij de inbouw Brandstofkraan openen en dichtheid van de filterbeker con- troleren.
Pagina 89
Onderhoud – Jaarlijks Bevestigingsschroeven (2) losdraaien en V-riembescherming (1) demonteren. B-230-0072 Afb. 81 Bevestigingsschroeven (1) aan beide kanten iets losdraaien. Motordrager naar voor trekken, V-riem eraf nemen en ver- nieuwen. B-230-0029 Afb. 82 Nieuwe V-riem erop leggen en motordrager naar achter trekken.
Pagina 90
Onderhoud – Jaarlijks V-riembescherming (1) monteren met bevestigingsschroeven (2). V-riemspanning na 25 bedrijfsuren opnieuw controleren, evt. naspannen. B-230-0072 Afb. 85 8.8.4.1 Frequentie van de grondplaat controleren Voeten en handen weg van de trillende grondplaat. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door ongecontroleerde machinebeweging! – Lopende machine altijd vasthouden.
Onderhoud – Jaarlijks 8.8.5 Startkabel vernieuwen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor laten afkoelen. Omkeerstarter demonteren. B-834-0040 Afb. 86 Startkabel met startergreep helemaal uittrekken. B-HON-0071 Afb. 87 Indien de startkabel gescheurd of de spoel teruggedraaid is: Spoel (3) voor de kabelmontage 5 omdraaiingen tegen de klok in draaien en de kabelopeningen (2) aan spoel en behuizing (1) uitrichten.
Onderhoud – Jaarlijks Spoel beveiligen tegen opwikkelen. Daarvoor spoel (3) en behuizing (1) met een geschikt middel (bijv. kabelbinder) (2) vastmaken. Knoop van de startkabel aan beide uiteinden losmaken en oude startkabel verwijderen. Nieuwe startkabel (4) inrijgen en aan beide uiteinden met geschikte knopen vastmaken.
Onderhoud – Indien nodig 8.9 Indien nodig 8.9.1 Koelribben en koelluchtopeningen reinigen De vervuiling van de koelribben en koellucht- openingen is sterk afhankelijk van de inzetvoor- waarden van de machine, evt. dagelijks reinigen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten”...
Onderhoud – Indien nodig AANWIJZING! Componenten kunnen worden bescha- digd! Geen asarme motorolies gebruiken voor het huis van de opwekas. Afsluitschroef (1) eruit draaien en oliepeil controleren. ð Het oliepeil moet tot aan de onderste rand van de ope- ning staan, evt. olie bijvullen. Afsluitschroef (1) weer erin draaien.
Onderhoud – Indien nodig 8.9.4 Waterbesproeiing reinigen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Deksel (2) eraf nemen. Draaiknop (1) volledig openen en water laten weglopen. Alternatief kan de watertank om hem leeg te maken ook eraf worden genomen. Watertank doorspoelen met een krachtige waterstraal, tot verontreinigingen zijn weggelopen.
Onderhoud – Indien nodig Omgeving van de bougie reinigen. Bougie met bougiesleutel eruit schroeven. B-HON-0048 Afb. 103 Toestand van de bougie controleren, evt. reinigen. Bij sterke verbrandingsresten of afgebrande elektroden de bougie vernieuwen Ä Hoofdstuk 8.8.1 „Bougie vervangen” op pagina 84. Elektrode-afstand van de bougie controleren met een voeler- maat, evt.
Pagina 101
Onderhoud – Indien nodig Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor laten afkoelen. Brandstofkraan sluiten. B-HON-0036 Afb. 105 Filterbeker (2) en O-ring (1) demonteren. B-HON-0076 Afb. 106 Brandstofkraan openen en uitlopende brandstof opvangen. Brandstofkraan sluiten.
Pagina 102
Onderhoud – Indien nodig O-ring (1) controleren op beschadiging, evt. vernieuwen. Filterbeker (2) met O-ring weer monteren. B-HON-0076 Afb. 108 Zeskantmoeren (2) en zeskantschroef (1) eruit draaien en brandstoftank eraf nemen. B-834-0038 Afb. 109 Slangklem (1) losmaken en brandstofslang eraf trekken. Brandstofzeef (3) met afdichting (2) eruit schroeven.
Onderhoud – Indien nodig 8.9.8 Maatregelen bij kans op vorst Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Deksel van de watertank openen. Water B-230-0199 Afb. 112 Afsluitkraan openen en water volledig aflaten. Deksel weer sluiten.
Pagina 104
Onderhoud – Indien nodig Ä Hoofdstuk 6.5 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor minstens 30 minuten laten afkoelen. Machine grondig reinigen. Ä Hoofdstuk Bij kans op vorst adequate maatregelen treffen 8.9.8 „Maatregelen bij kans op vorst” op pagina 103. Ä...
Pagina 105
Onderhoud – Indien nodig Cilinder beschermen Gereedschap: Bougiesleutel 21 mm Omgeving van de bougie reinigen. Bougie met bougiesleutel eruit schroeven. Meerdere druppels motorolie in de bougieopening gieten. B-HON-0048 Afb. 116 Met de omkeerstarter de motor enkele malen doordraaien om de olie in de cilinder te verdelen. Bougie weer erin schroeven.
Pagina 106
Onderhoud – Indien nodig Indien de brandstof vóór het stilleggen werd afgelaten, brandstoftank vullen. Machine grondig reinigen. Motor na het starten 15 tot 30 minuten met stationair toe- rental laten lopen. DFP7AX...
Hulp bij storingen – Inleidende opmerkingen 9.1 Inleidende opmerkingen Storingen ontstaan vaak te wijten aan het feit, dat de machine niet op de juiste manier bediend of onderhouden werd. Daarom bij elke storing sectie in de handleiding met betrekking tot bediening en onderhoud nog een keer goed doorlezen Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te...
Hulp bij storingen – Motorstoringen 9.2 Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Motor slaat niet aan Brandstoftank leeg Controleren, evt. bijvullen Brandstofkraan gesloten Brandstofkraan openen Brandstofinstallatie verstopt Brandstofzeef reinigen Brandstofzeef in de carburateur contro- leren Laten controleren door gekwalificeerd vakpersoneel Motorstopschakelaar in stand "OFF" Motorstopschakelaar in stand "ON"...
Pagina 110
Hulp bij storingen – Motorstoringen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Brandstoftank leeg Controleren, evt. bijvullen Slechte brandstofkwaliteit Brandstofkwaliteit controleren, evt. brand- stof vervangen Motoroliepeil te laag Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen Motor loopt met Centrifugaalkoppeling defect Laten controleren door gekwalificeerd hoog toerental, vakpersoneel maar geen trillen V-riem gescheurd...
Hulp bij storingen – Uitkomst bij verzopen motor 9.3 Uitkomst bij verzopen motor GEVAAR! Levensgevaar door exploderend gas-lucht- mengsel! – Benzine niet op hete constructiedelen terecht laten komen. – Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden.
Pagina 112
Hulp bij storingen – Uitkomst bij verzopen motor Starterklep openen. B-HON-0038 Afb. 120 VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Met de omkeerstarter de motor meerdere malen doordraaien om de overtollige brandstof te verwijderen uit de verbran- B-GEN-0083 dingsruimte.
Verwerking – Machine definitief stilleggen 10.1 Machine definitief stilleggen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke com- ponenten van de machine zoals voorgeschreven worden verwerkt. Nationale voorschriften in acht nemen! De volgende werkzaamheden uitvoeren en de machine door een van overheidswege erkend recyclebedrijf laten demonteren.