Richtlijn of
Code
norm
Ex
db
h
II
B
Geharmoniseerd
e Europese EN
en IECEx-
T4, T3*
normen
Gb
IP68
X
*Bij gebruik van een frequentieomvormer.
2.5.2 Ex-certificering en classificatie
Explosieveilige pompen zijn goedgekeurd door FM
Approvals in overeenstemming met de essentiële
gezondheids- en veiligheidseisen met betrekking tot
het ontwerp en de bouw van apparatuur bedoeld voor
gebruik in mogelijk explosiegevaarlijke atmosferen,
zoals vermeld in bijlage II bij de Richtlijn 2014/34/EU
(ATEX) van de Raad.
2.5.3 Explosiegevaarlijke omgeving
Gebruik explosieveilige pompen in omgevingen met
mogelijk explosiegevaar.
De pomp mag niet worden gebruikt voor
het verpompen van explosieve,
ontvlambare of brandbare vloeistoffen.
De classificatie ter plekke van de
opstelling moet voldoen aan de lokale
voorschriften.
476
Beschrijving
= Ex-markering.
= Vlambestendige behuizing conform EN/IEC 60079-1.
= Niet-elektrische apparatuur voor explosieve atmosferen.
= Geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke atmosferen (niet in mijnen).
Classificatie van gassen, zie EN/IEC 60079-0, bijlage A. Gasgroep B omvat
=
gasgroep A.
T3 * = maximale oppervlaktetemperatuur van de motor is 200 °C
overeenkomstig EN/IEC 60079-0.
=
T4 = maximale oppervlaktetemperatuur van de motor is 135°C conform
EN/IEC 60079-0.
= Uitrusting voor explosief gas met "hoog" beschermingsniveau.
= Beschermingsklasse volgens EN/IEC 60529.
De letter X in het certificaatnummer geeft aan dat de apparatuur
onderworpen is aan speciale voorwaarden voor veilig gebruik. De
=
voorwaarden staan beschreven in het certificaat en de installatie- en
bedieningsinstructies.
Speciale voorwaarden voor veilig
gebruik van explosieveilige pompen:
1. Zorg ervoor dat de vocht- en
thermische schakelaars zijn
aangesloten in twee afzonderlijke
circuits en aparte alarmuitgangen
(motorstop) hebben in geval van hoge
luchtvochtigheid of hoge temperatuur
in de motor.
2. Bouten die als vervanger worden
gebruikt dienen klasse A4-80 of A2-80
te zijn, overeenkomstig EN/ISO
3506-1.
3. Neem contact op met de fabrikant als
dimensionale informatie over
vlambestendige koppelingen nodig is.
4. Tijdens bedrijf moet de koelmantel,
indien aangebracht, met koelvloeistof
zijn gevuld.
5. Het niveau van de verpompte vloeistof
moet worden geregeld met
niveauschakelaars die zijn aangesloten
op het regelcircuit van de motor.
6. Drooglopen is niet toegestaan.
7. Zorg ervoor dat de kabel mechanisch
is beveiligd, aan het schakelbord is
bevestigd en dat de kabelverbindingen
er niet uit kunnen glijden.