Lokale hoofdreiniging
Tijdens een lokale hoofdreiniging voert de robot een voorspoeling, een reiniging en een naspoeling uit.
De duur van de voor- en naspoeling wordt ingesteld in de E-Link. De voorspoeling, reiniging en naspoeling
zijn gelijk aan die van de clusterreiniging. Alle onderdelen die in contact staan met de melk, van de
tepelbekers tot de driewegkleppen op de robot-unit, worden gespoeld en gereinigd met:
Koud water.
•
•
Heet water en alkaline.
Warm water en ontsmettingsmiddel.
•
Wanneer de watertoevoer is ingericht volgens Amerikaanse normen en de Amerikaanse reiniging is
ingesteld, wordt een lokale hoofdreiniging gestart:
In plaats van een lokale spoeling.
•
Nadat melk is afgescheiden.
•
3.1.2
Voeder-unit
3.1.2.1
Voercontainer van derden (optioneel)
Voersoorten en rantsoenen
De veehouder en zijn voeradviseur moeten zorgen voor een uitgebalanceerd voerrantsoen voor de koeien.
Wanneer er qua voer slechte keuzes worden gemaakt, bestaat het risico op verminderd robotbezoek en
algemene ondervoeding van de koeien.
Houd de kudde en het robotbezoekgedrag altijd goed in de gaten. Neem in geval van
problemen of wanneer u het voerrantsoen wilt verbeteren contact op met uw
voerdeskundige of met Lely Farm Management Support.
Ontmenging van voer en variatie in deeltjesgrootte
Verschillende afmetingen van voerdeeltjes kunnen leiden tot scheiding of ontmenging. Grotere, lichte
deeltjes hebben de neiging bovenop te blijven liggen, terwijl kleinere zware deeltjes zich lager in de silo
zullen bevinden.
Om te controleren op ontmenging in de silo, wordt frequente kalibratie van de
Commodity feeder aanbevolen
Kalibratie van voerdetectiesensor
Als de robot-unit is voorzien van een voerdetectiesensor (FPS), moet de veehouder de FPS kalibreren na:
Het vervangen van de (reguliere) voercontainer door de voercontainer van derden.
•
Beschrijving en bediening
in n o vato rs in ag ric u ltu re
3-3