1
Veiligheid
Dit hoofdstuk bevat de veiligheidsinstructies die moeten worden gevolgd bij installatie, gebruik of
onderhoud van de machine. Het bevat tevens uitleg over de veiligheidsstickers op de machine.
1.1
Veiligheidsinstructies
U bent ZELF verantwoordelijk voor een VEILIG gebruik en onderhoud van uw machine. U moet ervoor
zorgen dat u en anderen die de apparatuur bedienen, onderhouden of in de omgeving van de machine
werken op de hoogte zijn van alle VEILIGHEIDsinformatie in deze handleiding.
U ZELF speelt de belangrijkste rol inzake veiligheid. Goede veiligheidsprocedures beschermen u en de
mensen om u heen. Zorg dat deze procedures deel uitmaken van uw veiligheidsprogramma. Zorg ervoor
dat IEDEREEN die de machine gebruikt, onderhoudt of in de omgeving van de machine werkt, deze
veiligheidsmaatregelen in acht neemt. Negeer de goede veiligheidsprocedures niet, om ernstige
verwondingen of overlijden te voorkomen.
•
Eigenaars moeten de gebruikers trainen voordat de machine in gebruik wordt genomen. Deze training
moet ten minste één keer per jaar worden herhaald.
De gebruiker moet alle veiligheids- en gebruikersinstructies in de handleiding lezen, begrijpen en
•
opvolgen.
Iemand die de veiligheids- en gebruikersinstructies niet heeft gelezen en begrepen, mag de machine
•
niet bedienen.
Breng geen wijzigingen aan de apparatuur aan. Ongeautoriseerde wijzigingen kunnen de werking en/of
•
veiligheid aantasten en invloed hebben op de levensduur van de apparatuur en de gezondheid van
personen.
Gebruik alleen goedgekeurde reserveonderdelen en zorg ervoor dat deze uitsluitend door bevoegde
•
monteurs worden geïnstalleerd.
Binnen het bedieningsgebied en het werkgebied bestaan risico's die voor
ongeautoriseerde personen een ernstig gevaar vormen voor fataal letsel.
Ongeautoriseerde personen, die niet voldoen aan de hier beschreven vereisten, zijn
zich niet bewust van de gevaren in het werkgebied. Voor ongeautoriseerde personen
bestaat daardoor gevaar voor ernstig tot dodelijk letsel.
•
Houd alle ongeautoriseerde personen te allen tijde buiten het bedieningsgebied en
het werkgebied.
Bij twijfel, moeten ongeautoriseerde personen worden benaderd en gevraagd het
•
bedieningsgebied en het werkgebied te verlaten.
Stop alle werkzaamheden zo lang zich ongeautoriseerde personen ophouden binnen
•
het bedieningsgebied en het werkgebied.
Veiligheid
in n o vato rs in ag ric u ltu re
1-1