Multi-turn aandrijvingen SA(R) 07.1 - SA(R) 16.1
AUMATIC AC 01.1 Non-Intrusive
Afbeelding P6:
Regelbedrijf
Naloop (interne dode zone)
max. regelafwijking
(externe dode zone)
Leeglooptijd
Geheel sluiten/ geheel openen
(tolerantie gewenste waarde E1)
58
Positionering van de aandrijving
OPEN 100 %
Gewenste
waarde
Motor wordt ingeschakeld
DICHT 0 %
De interne dode zone bepaalt het uitschakelpunt van de aandrijving (afbeelding P6).
De waarde kan door de geïntegreerde adaptieve positioneringsregelaar automa-
tisch worden bepaald, zodat de aandrijving mogelijk bij de gewenste waarde blijft
staan.
De externe dode zone bepaalt het inschakelpunt van de aandrijving.
Is de huidige waarde (ingangssignaal E2) of een verandering van de gewenste
waarde groter dan die door de externe dode zone bepaalde max. regelafwijking,
schakelt de motor in (zie afbeelding P6). De waarde kan door de geïntegreerde
adaptieve positioneringsregelaar automatisch worden bepaald.
Het adaptieve gedrag van de positioneringsregelaar kan worden
gedeactiveerd (Parameter
In dit geavl moeten de naloop en de max. regelafwijking
handmatig met de dan in de ondergroep
weergegeven parameters worden ingesteld. Standaardinstelling:
ADAPTIVE BEHAVIOUR = ON
De leeglooptijd verhindert binnen de vooringestelde tijdspanne het uitvoeren van
een verplaatsing naar een nieuwe gewenste positie. De leeglooptijd (parameter
"
", bladzijde 37) kan tussen 0 en 60 seconden worden ingesteld.
DEAD TIME
De besturing dient er voor te zorgen dat het maximaal toelaatba-
re aantal motorstarts van de aandrijving niet wordt overschreden.
Door de leeglooptijd op een voldoende grote waarde in te stellen
kan dit worden bereikt.
Als de gewenste waarden 0/4 mA resp. 20 mA voor het verplaatsen tot de eind-
posities niet worden bereikt, kan een tolerantie voor de gewenste waarde binnen
het bereik van de eindposities worden ingesteld (parameter "
FULL CLOSE ADJUST
toleranties verplaatst de aandrijving verder tot de eindpositie volledig bereikt is.
Daarmee is gegarandeerd dat de aandrijving geheel zal openen resp. sluiten.
De tolerantiebereiken zijn in combinatie met PROFIBUS-DP niet noodzakelijk en
om die reden ook niet werkzaam. In dit geval verplaatst de aandrijving geheel
DICHT, zodra de gewenste waarde 0 % bevat en geheel OPEN zodra de ge-
wenste waarde 100,0 % bevat.
Naloop
Gewenste
waarde (E1)
Werkelijke waarde (E2)
interne
dode zone
ADAPTIVE BEHAVIOUR
(ingeschakeld).
", bladzijde 38). Bij het onder- resp. overschrijden van de
Bedieningsinstructies
interne
dode zone
Gewenste
waarde bereikt
Motor wordt uitgeschakeld
Max. regelafwijking
zichtbare
dode zone
t
, bladzijde 48).
(bladzijde 37)
POSITIONER
FULL OPEN ADJUST/