Multi-turn aandrijvingen SA(R) 07.1 - SA(R) 16.1
AUMATIC AC 01.1 Non-Intrusive
6.
Handbediening
10
Handbediening mag alleen bij stilstaande motor gekozen wor-
den. Omschakelen bij lopende motor kan beschadigingen aan de
aandrijving veroorzaken (afbeelding C)!
.
Omschakelhefboom in het midden van het handwiel tot ca. 90° opheffen, daarbij
het handwiel een beetje heen- en terug draaien, tot weerstand wordt waargeno-
men (afbeelding D).
Afbeelding C
Voor de bediening van de omschakelhefboom is handkracht vol-
doende. Het gebruik maken van een verlenging is niet noodzake-
lijk en ook niet toegestaan. Te veel krachtoverbrenging kan tot
beschadiging van het omschakelmechaniek leiden.
.
Omschakelhefboom loslaten (keert door veerdruk weer naar de uitgangspositie
terug). Indien de omschakelhefboom niet terugzwenkt, met de hand meebewe-
gen, zodat de omschakelhefboom in zijn uitgangspositie komt.
Afbeelding E
.
Handwiel in de gewenste richting draaien (afbeelding F).
Handbediening is alleen mogelijk, als de omschakelhefboom in
zijn uitgangspositie is!
.
Ontkoppelen van de Handbediening geschiedt automatisch bij het inschakelen
van de motor.
Bedieningsinstructies
Afbeelding D
Afbeelding F