TYPISCH - RECHTERKANT VAN DE MO-
TOR
1. Ontgrendelingshendels
OPMERKING
Zet altijd de motor
uit wanneer u de laadbak kantelt.
WAARSCHUWING
-
Zorg er steeds voor dat er
niemand achter de laadbak
staat wanneer u aan de hen-
del trekt om de laadbak te
kantelen.
-
Het laadgewicht kan de wer-
king van het kantelen van de
laadbak beïnvloeden (kante-
len of naar omlaag laten).
Wees erg voorzichtig wanneer u
de achterklep en de laadbak be-
dient. Tijdens het transport kan de
lading verschoven zijn.
Om de laadbak terug omlaag te
brengen, duwt u de laadbak naar
beneden toe op zijn plaats.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
WAARSCHUWING
-
Zorg ervoor dat uzelf en an-
dere personen weg van de
laadbak en de plaats waar
deze op het voertuigframe
neerkomt staan wanneer u
de laadbak omlaag brengt.
-
Zorg ervoor dat u de laadbak
en de achterklep correct
vastmaakt voor u rijdt.
-
Zorg ervoor dat er geen ob-
jecten tussen de gekantelde
laadbak en het voertuigfra-
me zitten, zodat de laadbak
goed kan worden vastge-
maakt nadat deze omlaag
gebracht is.
TYPISCH - VOORKANT GEKANTELDE
LAADBAK VRIJ VAN OBJECTEN
Een lading vervoeren
Trek nooit een lading door deze aan
de kooi of andere accessoires te
bevestigen, hierdoor kan het voer-
tuig kantelen. Gebruik enkel de
trekhaak of de lier (indien geïnstal-
leerd) om lasten te trekken.
Wanneer u lasten trekt met een
ketting of een kabel, zorg er dan
voor dat deze opgespannen is voor
u start en behoud deze spanning
tijdens het trekken.
Als u lasten trekt met een ketting
of een kabel, zorgt u ervoor dat u
progressief remt. De inertie van de
lading kan een botsing veroorzaken.
51