ONDERHOUDSPROCEDURES
OPMERKING
Plaats de gebruikte
pakkingring nooit terug. Vervang
deze steeds door een nieuwe.
Plaats de aftapplug en draai deze
aan volgens de aanbevolen specifi-
caties.
AANDRAAIMOMENT
Afvoerplug
Vervang de oliefilter. Zie OLIEFIL-
TER in dit hoofdstuk.
Vul de motor bij met de aanbevolen
motorolie.
Zie SPECIFICATIES voor de olieca-
paciteit van de motor.
Oliefilter
Toegang tot de oliefilter
Open de laadbak.
Verwijder indien nodig de passa-
giersstoelen en het onderhoudsdek-
sel.
Verwijderen van de oliefilter
Reinig de omgeving van de oliefil-
ter.
Verwijder het oliefilterdeksel.
Verwijder de oliefilter.
TYPISCH
1. Oliefilterschroef (3 X)
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
120
30 Nm ± 2 Nm
Installatie oliefilter
Controleer de filterinlaat- en uitlaat
op verontreinigingen en reinig deze
zones.
1. Uitlaat naar het motorolie-toevoersys-
teem
2. Inlaat van oliepomp naar oliefilter
Plaats een NIEUWE O-ring op het
oliefilterdeksel.
Plaats het nieuwe filter op het filter-
deksel.
Smeer de O-ring en de filterpakking
met motorolie.
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
Plaats het deksel over de motor.
OPMERKING
Let erop dat de O-
ring tijdens het plaatsen van het
filter en het deksel niet beklemd
raakt.
Draai de schroeven van het oliefil-
terdeksel vast volgens de aanbevo-
len specificaties.