ONDERHOUDSPROCEDURES
1. CVT-luchtfilter
Controle en reiniging
CVT-luchtfilter
1.
Controleer de filter en vervang
deze als hij beschadigd is.
2.
Reinig de filter met een zach-
te zeep en water en spoel na
met water.
3.
Schud zachtjes om het overtol-
lige water te verwijderen en
laat de filter drogen op kamer-
temperatuur.
4.
Reinig de binnenkant van de
CVT-luchtfilter met een stofzui-
ger.
Installatie CVT-luchtfilter
Plaats het CVT-luchtfilter opnieuw
en doe de laadbak omlaag.
OPMERKING: Als u de CVT-lucht-
filter schoon houdt, wordt de
luchtstroom zo groot mogelijk en
gaan de CVT-onderdelen langer
mee.
Motorolie
Controle motoroliepeil
OPMERKING
peil kan ernstige schade aan de
motor aanrichten.
OPMERKING: Controleer het olie-
peil wanneer de motor koud is.
Om het oliepeil te controleren
plaatst u het voertuig op een vlak
118
Een te hoog olie-
oppervlak met koude motor. Ga als
volgt te werk:
1.
Open de laadbak.
2.
Schroef de peilstok los, verwij-
der hem en wrijf hem schoon.
TYPISCH
1. Motoroliepeilstok
3.
Plaats de peilstok terug en
schroef hem helemaal vast.
4.
Verwijder de peilstok en lees
het oliepeil af. Dat moet dicht
bij het bovenste merkteken
liggen.
TYPISCH
1. MIN
2. MAX
3. Gebruiksbereik
Verwijder de peilstok om olie toe
te voegen. Steek een trechter in
de buis.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil
opnieuw.
Herhaal de procedure hierboven tot
het oliepeil het bovenste merkte-
ken op de peilstok heeft bereikt.
OPMERKING: Nooit te veel
bijvullen. Wis gemorste olie weg.
Bevestig de peilstok correct.