58
Opbergen
Demonteren
Lengteregeling band omhoogkante‐
len en de band loshaken.
Gevarendriehoek
De gevarendriehoek kan worden op‐
geborgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen.
Verbanddoos
De verbanddoos kan worden opge‐
borgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade wordt geadvi‐
seerd de voor uw auto goedgekeurde
dakdrager te gebruiken.
Let op
De voorste bevestigingspunten voor
de dakdrager boven op de cabine
zijn uitsluitend bedoeld voor het
monteren van een dakimperiaal en
mogen niet worden gebruikt om dak‐
dragers aan te bevestigen.
Gebruiksaanwijzing van de dakdra‐
ger in acht nemen en dakdrager ver‐
wijderen wanneer het niet wordt ge‐
bruikt.
Verdere informatie 3 58.
Beladingsinformatie
■ Zware voorwerpen zo ver mogelijk
vooraan en gelijkmatig verdeeld in
de laadruimte plaatsen. Bij stapel‐
bare voorwerpen de zwaarste voor‐
werpen onderaan leggen.
■ Voorwerpen met spanbanden aan
de sjorogen vastzetten.
■ Losse voorwerpen in de laadruimte
vastzetten om glijden tegen te
gaan.
■ Geen voorwerpen op de afdekking
laadruimte of op het instrumenten‐
paneel leggen.
■ De bagage mag de bediening van
pedalen, handrem, schakelhendel
en de bewegingsvrijheid van de be‐
stuurder niet belemmeren. Geen
losse voorwerpen in het interieur
leggen.
■ Niet met een geopende achterklep
rijden. Bovendien is de kenteken‐
plaat alleen goed zichtbaar en ver‐
licht met gesloten deuren.
■ Het nuttig draagvermogen is het
verschil tussen het maximaal