136
Verzorging van de auto
12. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 minuten wor‐
den bereikt. Bandenspanning
3 161. Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.
Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning niet binnen
10 minuten bereikt, dan de ban‐
denreparatieset verwijderen. Auto
één wielomwenteling verrijden
(ca. 2 meter). De bandenrepara‐
tieset weer aansluiten en het vul‐
proces 10 minuten lang voortzet‐
ten. Wordt de voorgeschreven
bandenspanning dan nog niet be‐
reikt, dan is de band te ernstig be‐
schadigd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Overmatige bandenspanning ver‐
lagen met de knop boven de druk‐
meter.
Compressor niet langer dan
10 minuten achtereen laten wer‐
ken.
13. Maak de bandenreparatieset los.
Luchtslang van de compressor op
de vrije aansluiting van de fles af‐
dichtmiddel schroeven. Hierdoor
wordt voorkomen dat er afdicht‐
middel uit de fles stroomt. Ban‐
denreparatieset onder de voor‐
stoel opbergen.
14. Eventueel vrijgekomen afdicht‐
middel met een doek verwijderen.
15. Etiket met toelaatbare maximum‐
snelheid van de fles met afdicht‐
middel halen en in het zicht van de
bestuurder aanbrengen.
16. Onmiddellijk verder rijden zodat
het afdichtmiddel zich gelijkmatig
over de binnenkant van de band
kan verspreiden. Na ca. 10 km rij‐
den – uiterlijk na 10 minuten –
stoppen en de bandenspanning
met de compressor controleren.
Hiervoor de luchtslang van de
compressor rechtstreeks op
bandventiel en compressor
schroeven.
17. Bij een bandenspanning hoger
dan 3,1 bar (310 kPa/45 psi) de