2
6
9
1
m–4118
Figuur 55
1. Gaffelpen in gleuf
2. Moer
3. Moer – Linkse draad
4. Stelbout
5. Pompstang
Neutraalstand van
hydraulische pomp afstellen
Opmerking: Stel eerst de neutraalstand van de hendel af.
Deze moet correct zijn voordat de volgende afstelling kan
plaatsvinden.
Gevaar
Een mechanische of hydraulische krik kan een
machine niet altijd dragen. Als de machine dan
valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op een kriksteun.
Gebruik nooit een hydraulische krik.
Waarschuwing
Laat de motor lopen zodat u de schakelhendels kunt
afstellen. Contact met bewegende onderdelen of hete
oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de draaiende
onderdelen, de geluiddemper en andere hete
oppervlakken.
8
4
3
9
1
2
7
8
6. Dubbele moeren
7. Contramoer
8. Gaffel
9. Kogelverbinding
Tijdens deze afstelling moeten de aandrijfwielen draaien.
1. Krik het frame omhoog en plaats de machine op
blokken zodat de wielen vrij kunnen ronddraaien.
2. Koppel de elektrische connector los van de
veiligheidsschakelaar van de stoel. Monteer tijdelijk
een verbindingsdraad op de polen van de stekker van
de kabelboom.
3. Schuif de stoel naar voren, maak de steunstang los en
kantel de stoel helemaal naar voren.
Neutraalstand linkse hydraulische pomp
afstellen
1. Start de motor, draai de gashendel half open en zet de
parkeerrem vrij. Zie Starten en stoppen van de motor,
blz. 24.
Opmerking: De schakelhendel moet in de neutraalstand
staan als er afstellingswerkzaamheden worden uitgevoerd.
2. U stelt de lengte van de pompstang af door de knop in
de juiste richting te draaien, totdat de het wiel stil staat
of iets achteruit kruipt (Fig. 56).
3. Beweeg de schakelhendel naar voren en naar achteren
en zet deze vervolgens in de neutraalstand. Het wiel
moet ophouden met draaien of iets achteruit kruipen.
4. Zet de gashendel op Snel. Het wiel moet stil blijven
staan of iets achteruit kruipen. Indien nodig opnieuw
afstellen.
Figuur 56
1. Sporingsknop
2. Pompstang
43
1
3
2
m–6283
3. Stelbout