Pagina 1
Form No. 3366-504 Rev B TITAN ZX4820 en ZX5420 zitmaaier met nuldraaicirkel Modelnr.: 74920—Serienr.: 311000001 en hoger Modelnr.: 74924—Serienr.: 311000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com.
Modelnr.: informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro U dient hierbij altijd het modelnummer en Serienr.: het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
Het Veiligheidssysteem ........24 op de garantie, tractie en veiligheid van de machine. Vooruit en achteruitrijden........25 Niet-originele Toro onderdelen gebruiken kan De machine stoppen........... 26 ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. De maaihoogte instellen ........26 Ongeoorloofde wijzigingen aanbrengen aan de Antiscalpeerrollen afstellen.........
Veiligheid Problemen, oorzaak en remedie ........59 Schema's ..............61 Instructies voor veilige bediening van zitmaaiers Deze machine voldoet ten minste aan de Europese normen, van kracht op het moment van productie. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan echter letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent...
◊ onvoldoende grip van de wielen, • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen ◊ te snel rijden, kunnen verzamelen. ◊ onjuist gebruik van de rem, • Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. ◊...
– voordat u de maaimachine gaat controleren, De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die schoonmaken of andere werkzaamheden gaat specifiek zijn toegesneden op Toro producten, of andere uitvoeren; veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de – als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer...
Model 74920 • Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz. uit het maaigebied, of markeer deze. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. Geluidsniveau • Let op greppels, kuilen, stenen, gaten en verhogingen Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met in het maaigebied die de werkhoek veranderen, een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.
Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 2,7 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 1,5 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836. Trillingen op het gehele lichaam Gemeten trillingsniveau = 0,71 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 0,35 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836 (rij- en stamaaiers).
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 115-9625 1. Parkeerrem: vrijgesteld 2. Parkeerrem: ingeschakeld 99-8936 1. Snelheid van de machine 4.
Pagina 11
107-3069 1. Waarschuwing – Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. 2. Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als 115-9644 de machine omkantelt, moet u de rolbeugel in de 1. Druk het pedaal in en breng de maaihoogtehendel omhoog omhoog geklapte en vergrendelde stand houden en de veiligheidsgordel dragen.
Pagina 12
1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor Toro-maaimachine is. dat de grasgeleider is gemonteerd. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes –...
Pagina 13
120-5466 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 5. Kans dat de wielen grip verliezen en de bestuurder de macht over de machine verliest, hellingen – Op een helling kunnen de wielen grip verliezen en kan de bestuurder de macht over de machine verliezen, schakel de aftakas uit en rij langzaam de helling af.
Pagina 14
115-9630 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of 4. Controleer de hydraulische olie om de 25 bedrijfsuren onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Controleer de motorolie om de 8 bedrijfsuren 5. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de zwenkwielen 3. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de 6.
Bedieningsorganen Urenteller De urenteller registreert het aantal uren dat de messen in Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen bedrijf zijn geweest. De urenteller werkt als de aftakas voordat u de motor start en de machine gebruikt is ingeschakeld. Gebruik deze tijden om regelmatig (Figuur 6).
Neem contact op met de machine verliest. uw Erkende Toro-dealer of distributeur, of ga naar Wielen die over randen heen komen, kunnen tot www.Toro.com voor een lijst met alle goedgekeurde en gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen accessoires.
G015033 Figuur 8 1. Veilige zone – hier kunt u de machine gebruiken G015034 2. Gebruik een loopmaaier en/of een handtrimmer in de buurt Figuur 9 van steile hellingen en water. 3. Water Belangrijk: Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel omhoog is geklapt. De omkantelbeveiliging 3.
Belangrijk: 'Oxygenated' benzine (met zuurstof GEVAAR verrijkte benzine) en 'reformulated' benzine In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst (benzine met een nieuwe samenstelling) bestaan ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie uit een mengsel van benzine en alcohol of ether. van benzine kan brandwonden bij u of anderen en Overmatig gebruik van dergelijke mengsels kan materiële schade veroorzaken.
G010077 Figuur 11 1. Venster van brandstofmeter Brandstoftank vullen Zet de motor af en zet de rijhendels in de parkeerstand. G010475 Belangrijk: Giet de brandstoftank niet te vol. Vul Figuur 12 de tank tot aan de onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
Parkeerrem vrijzetten G010079 Figuur 14 Het gas bedienen De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam (Figuur 15). G008959 Figuur 16 Gebruik altijd de snelle stand als u het maaidek inschakelt met de aftakasschakelaar. 1. Aan 2. Uit De contactschakelaar bedienen 1.
De motor starten en stoppen Opmerking: Er kunnen meerdere startpogingen nodig zijn als u de motor voor de eerste keer start nadat er helemaal geen brandstof in het Motor starten brandstofsysteem heeft gezeten. 1. Ga zitten op de stoel (Figuur 18) en maak de veiligheidsgordel vast.
Aftakasschakelaar uitschakelen G009174 Figuur 22 Het Veiligheidssysteem WAARSCHUWING Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
De rijhendels gebruiken achteren). Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. Beweeg nu de andere rijhendels. 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels in de neutraalstand. Start de motor. Laat de motor lopen en zet de parkeerrem vrij, schakel de aftakasschakelaar in en kom iets overeind uit de bestuurdersstoel.
De machine stoppen Om de machine te stoppen, moet u de rijhendels in de neutraalstand zetten in de vergrendelde stand, de aftakas uitschakelen, en het contactsleuteltje op Uit draaien om de motor af te zetten. Als u de machine onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in werking stellen;...
G010236 Figuur 27 1. Voetpedaal 4. Vergrendelstand laagste maaihoogtestand (uitsluitend gebruiken G010219 voor verwijderen maaidek) Figuur 26 2. Maaihoogtepen 5. Vergrendelstand Transportstand transportstand 3. Maaihoogtestanden Maaihoogte instellen De vergrendelstanden gebruiken De maaihoogte kan worden ingesteld van 38 tot Het maaidek kan worden vergrendeld in de hoogste 114 mm in stappen van 6 mm door de maaihoogtepen maaihoogtestand, de transportstand of in de laagste in verschillende openingen te plaatsen.
Antiscalpeerrollen afstellen Rijhendels afstellen Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling De hoogte instellen de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen. De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de volgens de wensen van de bestuurder.
De prestaties van de zijuitworp kunnen worden verbeterd door de mulchmessen te vervangen door standaard maaimessen, die verkrijgbaar zijn bij een erkende Toro dealer. Om ervoor te zorgen dat de mulchprestaties optimaal blijven, moet u altijd de mulchmessen die zijn geleverd met deze machine, monteren als u weer wilt gaan mulchen.
Pagina 30
ervan (Figuur 34). Verwijder het rechterschot van G012841 het maaidek. G012805 Figuur 32 1. Borgmoer (5/16 inch) 3. Linkerplaat 2. Slotbout (5/16 x 3/4 inch) Figuur 34 7. Verwijder het linkerschot van het maaidek zoals getoond in Figuur 32. 1. Borgmoer (5/16 inch) 3.
De prestaties van de zijuitworp kunnen worden verbeterd door de mulchmessen te vervangen door standaard maaimessen, die verkrijgbaar zijn bij een erkende Toro dealer. Om ervoor te zorgen dat de mulchprestaties optimaal blijven, moet u altijd de mulchmessen die zijn geleverd...
Pagina 32
G010712 G010704 Figuur 38 Figuur 37 1. Borgmoer (5/16 inch) 3. Gelaste stangen, rechterschot 1. Slotbout (5/16 x 3/4 inch) 5. Bout met zeskantige 2. Rechterschot 4. Slotbout kop, voorste opening in maaidek (terugplaatsen nadat schot is verwijderd) 13. Plaats het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal 2.
Opmerking: Werken met standaard maaimessen gebruikte maaihoogte worden gekozen. Als u gras van verbetert de prestaties van de uitworp. Deze messen meer dan 15 cm lang gaat maaien, kunt u het best zijn verkrijgbaar bij een erkende ToroShort;-dealer. in twee keer maaien om een goed maairesultaat te verkrijgen.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel TORO-mes.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Hydraulisch filter vervangen en hydraulische vloeistof verversen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Veiligheidssysteem controleren. • Controleer het motoroliepeil. • Luchtinlaatrooster reinigen. Bij elk gebruik of dagelijks •...
Pagina 36
Figuur 40 Op onderkant van zitgedeelte van stoel 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of 4. Controleer de hydraulische olie om de 25 bedrijfsuren onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Controleer de motorolie om de 8 bedrijfsuren 5. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de zwenkwielen 3.
Procedures Smering voorafgaande aan De lagers smeren onderhoud Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Alle smeerpunten smeren. De stoel omhoog zetten Type vet: nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis Zorg ervoor dat de rijhendels in de neutrale vergrendelstand staan. Kantel de stoel naar voren. 1.
Onderhoud motor WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
Pagina 39
SAE V iscosity Grades SAE 40 SAE 30 SAE 10W30/ SAE 10W30 SAE 5W °F °C STARTING TEMPERATURE RANGE ANTICIPATED BEFORE NEXT OIL CHANGE G010686 Figuur 43 Opmerking: Het gebruik van multigrade-olie (5W-20, 10W-30 of 10W-40) zal leiden tot een hoger olieverbruik. Controleer vaker het oliepeil als u multigrade-olie gebruikt.
Motoroliefilter vervangen zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat (Figuur 45). Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter vervangen. (vaker in stoffige, vuile omstandigheden) Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1.
het (de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer indien nodig nieuwe bougies. Type: NGK BPR4ES of een equivalent type) Elektrodenafstand: 0,76 mm Bougie verwijderen G008794 Figuur 49 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstoffilter vervangen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. G008963 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en Figuur 52 wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Onderhoud elektrisch WAARSCHUWING systeem Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen Onderhoud van de accu accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Onderhoudsinterval: Maandelijks •...
Accu monteren 1. Plaats de accu in de bak met de accupolen van de brandstoftank af (Figuur 53). 2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van de accu. 3. Bevestig vervolgens de minkabel aan de minpool (-) van de accu. 4.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu- ren—Bandenspanning controleren. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het ventiel (Figuur 56). De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Filters uit het hydraulische systeem Onderhoud hydraulisch verwijderen systeem 1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de Type olie: 20W-50 motorolie. motor afkoelen. Verwijder het sleuteltje en stel de Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof parkeerrem in werking.
in de expansietank. Ga verder met het gedeelte Hydraulisch systeem ontluchten. Belangrijk: Als u de procedure Hydraulisch systeem ontluchten niet uitvoert nadat de filters zijn vervangen en de olie is ververst, kan dit leiden tot onherstelbare schade aan het transaxlesysteem. Hydraulisch systeem ontluchten 1.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
G014973 Figuur 61 1. Snijrand 3. Slijtage/sleufvorming Figuur 63 2. Gebogen deel 4. Scheur 1. Mes, in meetstand 2. Egaal oppervlak Controle op kromme messen 3. Gemeten afstand tussen mes en oppervlak (A) Opmerking: De machine moet op een egaal oppervlak 4.
Draag goede oogbescherming als u een mes slijpt. u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van 1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de uiteinden van het mes te slijpen (Figuur 67).
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. 3. Draai het maaimes voorzichtig in dwarsrichting horizontaal. Figuur 68 4. Meet de afstand tussen de buitenste snijranden 1. Mes 2. Mesbalans en de vlakke ondergrond (Figuur 69). Als beide afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden bijgesteld;...
borgmoeren om het maaidek horizontaal te stellen vast (Figuur 72). Figuur 70 1. Messen in lengterichting 3. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot het platte oppervlak hier. 2. Buitenste snijranden G010342 Maaidek horizontaal stellen Figuur 72 1. Hiervoor moet u de antiscalpeerrollen in de bovenste 1.
Wees voorzichtig als u de riem verwijdert. wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 10. Gebruik een veerverwijderaar (Toro onderdeelnummer 92-5771) en plaats de 3. Zet het maaidek op een maaihoogte van 76 mm.
2. Verwijder de bevestigingselementen van de voorste 6. Bevestig de voorste steun op het maaidek aan de maaidekdrager aan beide zijden van het maaidek voorste maaidekdragers en zet dit vast met een ring (Figuur 75). en een R-pen (Figuur 75). 3.
Pagina 55
G006036 G006049 Figuur 77 1. Stang en veer gedeeltelijk 3. Stang, korte uiteinde, Figuur 76 geplaatst geplaatst achter maaibeugel 1. Grasgeleider 4. Veer 2. Lange uiteinde van de veer 4. Kort uiteinde, bevestigd 2. Maaidekbeugels 5. Veer over de stang geplaatst in de inkeping in met maaibeugel.
Reiniging Onderkant van maaimachine wassen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Maaikast reinigen. Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant van de machine telkens wassen om te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor wordt gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter verstrooid. 1.
Stalling WAARSCHUWING Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting Reinigen en opslaan kan voorwerpen uitwerpen of contact met het maaimes veroorzaken, waardoor u en 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking anderen letsel kunnen oplopen. Contact met het en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit. maaimes of uitgeworpen voorwerpen kan ernstig Verwijder het sleuteltje.
Pagina 58
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als het met verse brandstof wordt gemengd en altijd wordt gebruikt. B. Laat de motor vijf minuten lopen om de stabilizer/conditioner door het brandstofsysteem te verspreiden. C. Zet de motor af, wacht totdat deze is afgekoeld en laat de benzine uit de tank lopen.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakasschakelaar is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakasschakelaar uit. 2. Parkeerrem niet in werking gesteld. 2. De parkeerrem in werking stellen. 3. Aandrijfhendels bevinden zich niet in 3. Controleer of de aandrijfhendels zich de vergrendelde neutraalstand.
Pagina 60
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De maaimachine trekt naar links of naar 1. De sporing moet worden afgesteld 1. Stel de sporing af rechts (met beide hendels volledig vooruit) 2. De banden van de aandrijfwielen 2. Breng de aandrijfbanden op de juiste hebben niet de juiste spanning.
Pagina 61
Schema's G014723 Elektrisch schema (Rev. B)
Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen:...