3. Draai alle bevestigingselementen goed vast.
4. Draai de messen om te verzekeren dat de afstand tussen
de messen en de keerschotten minstens 3 mm bedraagt.
5. Zorg ervoor dat alle openingen in het maaidek zijn
afgedicht met moeren en bouten. Gebruik hiervoor de
aanwezige bevestigingselementen.
Gevaar
Het maaidek kan rommel uitwerpen uit
niet-afgedichte openingen, waardoor u en anderen
letsel kunnen oplopen.
Gebruik de maaimachine nooit zonder dat alle
openingen in de machine zijn afgedicht met
bouten en moeren.
Monteer de bouten en moeren in de
montage-openingen als het keerschot om het
maaisel fijn te maken is verwijderd.
Uitstoters monteren en verwijderen
De uitstoters moeten als volgt worden verwijderd en
gemonteerd. De uitstoters worden uitsluitend gebruikt om
maaisel fijn te maken. De volgende procedures hebben
betrekking op de montage van de uitstoters. Om de
spatplaten te verwijderen, moet u de procedures in
omgekeerde volgorde uitvoeren.
Belangrijk
De uitstoters worden uitsluitend gebruikt
om maaisel fijn te maken. De uitstoters moeten worden
verwijderd als de machine in de zijafvoer-modus staat.
1. Zet de uitstoterplaat op zijn plaats (Fig. 15).
1
3
2
Figuur 15
1. Uitstoterplaat
2. Uitstoter
2. Zet de uitstoterplaat vast met een bout (5/16 x 1 inch),
platte ring en borgmoer.
4
2
3. Rechter-/middenverbind-
ingsstuk
4. Middellijn
22
3. Plaats de uitstoters (Fig. 15) en zet deze vast met 3
bouten (5/16 x 1 inch), afstandstukken, platte ringen
en borgmoeren (Fig. 16).
2
3
4
Figuur 16
1. Uitstoter
2. Bout, 5/16 x 1 inch
3. Afstandsstuk
4. Draai alle bevestigingselementen goed vast.
5. Draai de messen om te verzekeren dat de afstand
tussen de messen en de uitstoters minstens 3 mm
bedraagt.
Opmerking: Als een uitstoter een mes in de weg zit, moet
u de uitstoter een stuk verder op het maaidek plaatsen.
6. Keer het maaidek om en monteer de drijfriemkappen.
7. Monteer het maaidek op de tractie-eenheid.
Waarschuwing
Een krom of beschadigd mes kan breken en u of
omstanders ernstig letsel toebrengen.
Vervang altijd een krom of beschadigd mes
door een nieuw mes.
Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de
snijranden of het oppervlak van het mes.
8. Zorg ervoor dat alle openingen in het maaidek zijn
afgedicht met moeren en bouten. Gebruik hiervoor de
aanwezige bevestigingselementen.
1
5
m–4033
4. Platte ring
5. Borgmoer, 5/16 inch