Hydraulisch systeem ontluchten
Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan
noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de
vloeistof wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn
verricht aan het systeem.
1. Krik de achterkant van de machine omhoog totdat de
wielen vrij van de grond komen en plaats de machine
op kriksteunen.
2. Start de motor en laat deze stationair lopen. Schakel de
tractie aan een kant in en draai het wiel met de hand
rond.
3. Als het wiel uit zichzelf begint te draaien, moet u dit
ingeschakeld houden totdat het wiel soepel draait
(minimaal 2 minuten)
4. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof als
dit daalt, en giet indien nodig vloeistof bij om het
correcte peil te handhaven.
5. Herhaal deze procedure bij het andere wiel.
Hydraulische leidingen controleren
Om de 100 bedrijfsuren moet u de hydraulische leidingen
en slangen controleren op lekkages, losgeraakte aan-
sluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage en bescha-
digingen als gevolg van weersinvloeden en de inwerking
van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit
voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Opmerking: Houd de omgeving van het hydraulische
systeem vrij van aangekoekt gras en rommel.
Waarschuwing
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan door de huid heen dringen en letsel
veroorzaken.
Hydraulische vloeistof die per ongeluk in de
huid is geïnjecteerd, moet binnen enkele uren
operatief worden verwijderd door een arts die
bekend is met dit type verwondingen. Anders
kan gangreen ontstaan.
Houd lichaam en handen uit de buurt van
kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder
hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
U kunt lekken in het hydraulische systeem
opsporen met behulp van karton of papier.
Hef alle druk in het hydraulische systeem op
veilige wijze op, voordat u werkzaamheden
gaat verrichten aan het hydraulische systeem.
Controleer of alle hydraulische slangen en
leidingen in goede staat verkeren en alle
hydraulische aansluitingen en verbindings-
stukken stevig vastzitten voordat u druk zet op
het hydraulische systeem.
Neutraalstand van hendel
afstellen
Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk
in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij
worden afgesteld. De hendels, de veer en de stang moeten
afzonderlijk worden afgesteld.
Opmerking: De schakelhendels moeten op de juiste wijze
worden gemonteerd. Zie Schakelhendels monteren,
blz. 17.
1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
kantel de bestuurdersstoel naar voren.
2. Begin met de linker- of de rechterschakelhendel.
3. Zet de hendel in de neutraalstand zonder deze te
vergrendelen (Fig. 54).
4. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op
de arm onder de taatsas) contact maakt met het
uiteinde van de gleuf (en net druk op de veer begint uit
te oefenen) (Fig. 55).
5. Controleer of de hendel de juiste positie heeft ten
opzichte van de inkeping in het bedieningspaneel
(Fig. 54). De hendel moet in het midden staan zodat
deze naar buiten kan draaien en worden vergrendeld in
de neutraalstand.
3
Figuur 54
1. Neutraalstand,
vergrendeld
6. Als de schakelhendel moet worden afgesteld, draait u
de moer en de contramoer tegen de gaffel (Fig. 55).
7. Oefen een lichte achterwaartse druk uit op de schakel-
hendel, draai de kop van de stelbout in de juiste richting
totdat de hendel in de vergrendelde neutraalstand is
gecentreerd (Fig. 54).
Opmerking: Als u achterwaartse druk blijft uitoefenen op
de hendel, zal de pen op het einde van de gleuf blijven en
zal de stelbout de hendel in de juiste positie kunnen brengen.
8. Draai de moer en de contramoer vast (Fig. 55).
9. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de
machine.
42
2
1
m–6282
2. Schakelhendel
3. Neutraalstand