Fout-
Foutmelding
nr.*
6, 32
Primaire spanning
te hoog, resp. pri‐
maire spanning
dynamisch te hoog
7
Netspanning te laag Meting van net‐
7
Netspanning te
hoog
8
Dauwpunt te hoog
9
Zuurstofgehalte te
laag
11
Systeemtempera‐
tuur te hoog
12
Koelwaterdebiet te
laag
13
Ozonalarm!!
Uitschakeling
Oorzaak
door ...
Meting van de
De spanningsval over
primaire span‐
de primaire wikkeling
ning
van de HS-trafo is te
hoog.
Netspanning te laag
spanning bij het
vermogensdeel
Meting van net‐
Netspanning te hoog
spanning bij het
vermogensdeel
Dauwpunts‐
Bedrijfsgas te vochtig
ensor (optie)
of te warm
Zuurstofsensor
Zuurstofgehalte te
(optie)
laag
Temperatuur‐
De temperatuur in de
sensoren in de
schakelkast of hoog‐
schakelkast
spanningstrafo is te
hoog.
Koelwaterflow‐
Koelwaterdebiet onder
meter
de minimale waarde
Ozon-waar‐
Ozongaslek
schuwingsap‐
paraat
Storingen verhelpen
Verhelpen
De druk van het proceswater is te
hoog. De druk zo instellen, dat de
maximale druk bij de uitlaat van
de ozongenerator niet hoger is
dan 2,0 bar.
De zekeringautomaat (1-53) is
aangesproken - de zekeringauto‐
maat resetten, indien nodig de
netspanning verhogen.
De waarde van de netspanning
verlagen door geschikte maatre‐
gelen.
Temperatuur bedrijfsgas en
omgeving controleren.
Alleen OZMa A: Droogsysteem
door serviceafdeling laten contro‐
leren.
Werking van zuurstofgenerator
controleren.
De correcte werking van de scha‐
kelkastventilator controleren. De
ventilatorfilters reinigen. De
omgevingstemperatuur verlagen,
bijv. door het inbouwen van een
airconditioner. Een lagere ozon‐
productie instellen.
Alleen met airconditioner: De
werking van de airconditioner
controleren.
De koelwatervoordruk controleren
en indien nodig verhogen. De lei‐
dingen van het koelsysteem
buiten en in de kast op afzet‐
tingen onderzoeken, die ze
zouden kunnen verstoppen en ze
indien nodig verwijderen. Het
koelwaterdebiet via het haaks
ventiel (9) verhogen, het mag‐
neetventiel bij de koelwaterinlaat
op correcte werking controleren.
Een drukregelaar met filter voor
de koelwaterinlaat buiten de
schakelkast installeren.
Voor het betreden van de ruimte
de veiligheidsaanwijzingen
opvolgen. De installatie mag nooit
opnieuw starten, voordat de oor‐
zaak van het ozonalarm is
gevonden en verholpen. Het
ozongaslek zoeken en afdichten.
87