Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ProMinent OZONFILT OZMa 1 - 6 A/O Gebruikershandleiding pagina 86

Inhoudsopgave

Advertenties

Storingen verhelpen
Fout-
Foutmelding
nr.*
1
Gasdebiet te laag
1
Gasdebiet te hoog
2
Ozondruk te laag
2
Ozondruk te hoog
3
Installatievoordruk
te laag
3
Installatievoordruk
te hoog
4
Koelwatertempera‐
tuur te laag
4
Koelwatertempera‐
tuur te hoog
5
Primaire stroom te
laag
5
Primaire stroom te
hoog
6, 32
Primaire spanning
te laag, resp. pri‐
maire spanning
dynamisch te laag
86
Uitschakeling
Oorzaak
door ...
Gasdebiet‐
Het procesgasdebiet
sensor
door de ozongene‐
rator is te laag.
Gasdebiet‐
Het procesgasdebiet
sensor
door de ozongene‐
rator is te hoog
Druksensor
De bedrijfsdruk van de
bedrijfsdruk
ozongenerator is te
ozongenerator
laag.
Druksensor
De bedrijfsdruk van de
bedrijfsdruk
ozongenerator is te
ozongenerator
hoog.
Druksensor
De bedrijfsdruk bij de
bedrijfsdruk
installatie-inlaat is te
gasbereiding
laag.
Druksensor
De bedrijfsdruk bij de
bedrijfsdruk
installatie-inlaat is te
gasbereiding
hoog.
Temperatuur‐
Koelwatertemperatuur
sensor koelwa‐
onder 5 °C
teruitlaat
Temperatuur‐
Koelwatertemperatuur
sensor koelwa‐
boven 45 °C
teruitlaat
Meting van pri‐
De stroom door de pri‐
maire stroom bij
maire wikkeling van
het vermogens‐
de HS-trafo is te laag.
deel
Meting van pri‐
De stroom door de pri‐
maire stroom bij
maire wikkeling van
het vermogens‐
de HS-trafo is te hoog.
deel
Meting van pri‐
De spanningsval over
maire spanning
de primaire wikkeling
bij het vermo‐
van de HS-trafo is te
gensdeel
laag.
Verhelpen
De installatievoordruk controleren
en indien nodig verhogen. Con‐
troleren op een te hoge tegendruk
in de ozongenerator, indien nodig
de druk in het proceswater ver‐
lagen. De magneetventielen in
het gascircuit op correcte werking
controleren. Het gasdebiet corri‐
geren via het naaldventiel (6).
De installatievoordruk controleren
en indien nodig verlagen. Contro‐
leren op een te lage tegendruk in
de ozongenerator, indien nodig
de druk in het proceswater ver‐
lagen. Het gasdebiet corrigeren
via het naaldventiel (6).
De druk in het proceswater ver‐
hogen of een drukhoudventiel
installeren bij de ozonuitlaat.
Het gassysteem op blokkades
controleren.
De druk van het proceswater zo
instellen, dat de maximale druk bij
de uitlaat van de ozongenerator
niet hoger is dan 2,0 bar.
De installatievoordruk via de
drukregelaar (27) verhogen. De
filtereenheid in het persluchtsys‐
teem reinigen, indien nodig de fil‐
terpatronen vervangen.
De installatievoordruk via de
drukregelaar (27) verlagen.
De temperatuur van het water bij
de koelwaterinlaat verhogen.
De temperatuur van het water bij
de koelwaterinlaat verlagen of het
debiet verhogen.
De netvoedingspanning van het
vermogensdeel controleren. De
verbinding tussen de HS-trafo en
het vermogensdeel controleren.
Het vermogensdeel, de HS-trafo
en de ozongenerator controleren.
De verbindingen tussen de uit‐
gang van het vermogensdeel en
de primaire zijde van de HS-trafo
op onderbrekingen controleren.
De druk in het proceswater ver‐
hogen. Een eventueel defect in
de ozongenerator of in de HS-
trafo verhelpen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave