Inhoudsopgave
Advertenties
De richtlijnen voor het gebruik van ozon voor waterbehandeling
n
(ZH 1/474, resp. GUV 18.13), schrijven voor dat ozonpro‐
ductie-installaties moeten worden ondergebracht in gesloten
ruimten, waarbij onbevoegd personeel geen toegang heeft.
De ruimten waarin zich ozonproductie-installaties bevinden,
n
mogen geen vaste werkplekken bevatten. Wordt niet aan deze
voorwaarde voldaan, moet door technische maatregelen
worden gewaarborgd dat de ozonconcentratie niet boven de
maximaal toegestane hoogste waarde van 0,2 mg/ m
De opstellocatie moet door een ozon-waarschuwingsapparaat
n
worden bewaakt, die de installatie bij een ozonlekkage uitscha‐
kelt. Het gaswaarschuwingsapparaat moet visueel en akoes‐
tisch waarschuwen. De ozonmeetvoeler moet daar worden
aangebracht, waar bij een incident de hoogste ozonconcen‐
tratie kan worden verwacht.
Ozon-waarschuwingsapparaten moeten worden voorzien in
n
alle ruimten waar ozonleidingen met losneembare verbin‐
dingen lopen. Ruimten waarin uitsluitend pijpleidingen met niet
scheidbare armaturen lopen, hoeven niet te worden uitgerust
met een ozon-waarschuwingsapparaat, als een vakman een
lekdichtheidscontrole heeft uitgevoerd.
De ruimte moet vrij zijn van stof of agressieve dampen en che‐
n
micaliën.
De ruimtetemperatuur en luchtvochtigheid mogen de toege‐
n
stane waarden - zie hoofdstuk 14 "Technische gegevens" niet
overschrijden. Kan dit niet worden gewaarborgd, moet de
ruimte worden voorzien van een klimaatbeheersing.
De OZONFILT
®
OZMa moet worden beschermd tegen direct
n
zonlicht.
De ruimte moet technisch zodanig worden belucht en geventi‐
n
leerd, dat zuurstof of ozon de ruimtelucht niet kunnen verrijken.
De ventilatie moet een volledige verversing van de ruimtelucht
drie keer per uur waarborgen, indien nodig vaker. Mocht het
niet mogelijk zijn de zuurstofverrijking van de ruimtelucht door
ventilatie-inrichtingen betrouwbaar te verhinderen, moet een
zuurstofwaarschuwingsapparaat worden aangebracht.
Ozonapparaat OZMa 1-6 O: Wanden en vloeren van de ruimte
n
mogen geen brandbare materialen bevatten.
Links en rechts van de installatieschakelkast is een minimale
n
afstand van 30 cm voor de koelventilator en voor onderhouds‐
doeleinden noodzakelijk.
De ruimte moet geschikt zijn voor het bedrijf van de betref‐
n
fende OZONFILT
®
OZMa, en voldoende netspanningsaanslui‐
tingen hebben - zie hoofdstuk 14 "Technische gegevens".
De ruimte moet voldoende koelwatertoevoer bieden.
n
De vloer moet vlak en horizontaal zijn en een vaste ondergrond
n
hebben.
De OZONFILT
®
OZMa moet tegen omvallen worden beveiligd,
n
bijv. door de schakelkast op de wand of op de vloer te beves‐
tigen. Mocht het laatste niet mogelijk zijn, moet de schakelkast
van de OZONFILT
®
OZMa op een andere wijze worden vast‐
gezet.
Ook de eisen van het toebehoren controleren, dat samen met
n
de OZMa-installatie in dezelfde ruimte wordt gebruikt, bijv.
luchtscheidingsinstallaties. Gebruik de documentatie van het
toebehoren.
Montage en installeren
komt.
3
35
Advertenties
Inhoudsopgave
