Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Gastoevoer Van De Ozonfilt ® Ozma 1-6 O; De Gasinstallatie Van De Ozonfilt ® Ozma 1-6 O - ProMinent OZONFILT OZMa 1 - 6 A/O Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatieonderdelen en hun taken
4.2.3 De gastoevoer van de OZONFILT
4.2.4 De gasinstallatie van de OZONFILT
22
De drukwisseldroging is ontworpen voor een minimaal perslucht-
en energieverbruik. De voor de droging benodigde hoeveelheid
regeneratielucht wordt door de besturing automatisch aangepast
aan de condities binnen het persluchtsysteem en de actuele gas‐
hoeveelheid. Dit onderscheidt de droging van de Ozonfilt OZMa
van de gebruikelijke drukwisseldrogers, waarbij de regeneratie‐
lucht, onafhankelijk van de externe condities, gedurende de gehele
cyclustijd wordt verbruikt. Anderzijds is de hoeveelheid droog‐
middel in de reservoirs (26) zo gedimensioneerd, dat droging al bij
een geringe installatievoordruk (zie hoofdstuk 14.1 "Technische
gegevens") zorgt voor dauwpunten van ca. -60 °C. Hierdoor kan
de voor het comprimeren benodigde energie drastisch worden ver‐
minderd.
De druksensor (1-43) meet de bedrijfsdruk van de droging. Het
voor de ozonproductie benodigde gasdebiet kan via het regelven‐
tiel (1-4) worden ingesteld. Bij installaties met automatische gasre‐
geling wordt het debiet via de besturing en het regelventiel (1-58)
ingesteld. Dit wordt door de gasflowmeter (1-11) geregistreerd en
op het touchpanel weergegeven. De gasdruk voor de ozonpro‐
ductie wordt door de druksensor (1-6) bewaakt en door het over‐
drukventiel (1-8) begrensd. De werkelijke gasdruk in de ozongene‐
rator is afhankelijk van de druk van het proceswater bij het
doseerpunt, de tegendruk van de pneumatische inrichtingen (1-3,
1-5, 3-33) tussen ozoninlaat en doseerpunt en van het gasdebiet.
Dit wordt gemeten door de gasflowmeter (1-11).
Nadat het gas de gasflowmeter (1-11), resp. de bypasssmoring
(5-36) is gepasseerd, komt het in de ozongenerator (1-2).
®
OZMa 1-6 O
De installatie OZONFILT
of aangerijkte zuurstof. De zuurstoftoevoerinstallatie moet droge,
zuivere en gecomprimeerde zuurstof toevoeren aan de OZON‐
FILT
®
OZMa 1-6 O. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden:
Een zogenaamde PSA-eenheid (pressure swing adsorption =
n
drukwisseladsorptie), die gebruik maakt van lucht uit een com‐
pressor en de zuurstof concentreert via een speciale molecu‐
laire zeef.
De moleculaire zeef scheidt stikstof en water van de zuurstof
en zorgt dat droge, gecomprimeerde en geconcentreerde zuur‐
stof achterblijft (typisch 90 - 95 vol-%).
Zuurstof in flessen
n
Verdamping van vloeibare zuurstof
n
®
OZMa 1-6 O
De ozonproductie-installatie OZONFILT
inlaat van de drukregelaar (1-27) worden gevoed met droge, zui‐
vere en gecomprimeerde zuurstof. Een uitgebreide beschrijving
van de technische eisen is opgenomen in hoofdstuk 14. "Techni‐
sche gegevens". De drukregelaar heeft de taak de druk van de
geleverde gasvormige zuurstof te regelen. Lees hiervoor aub het
hoofdstuk 8 "Montage- en installatie".
Bij werkende OZONFILT
(5-55) geopend en stroomt het gas in de gasinstallatie van de
OZONFILT
®
OZMa 1-6 O. De voor de ozonproductie benodigde
gashoeveelheid kan via het regelventiel (1-4) worden ingesteld of
bij de besturing, als een regelventiel (1-58) aanwezig is.
®
OZMa 1-6 O produceert ozon uit zuivere
OZMa 1-6 O moet via de
®
®
OZMa 1-6 O is het magneetventiel

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave