7.3.2 Ozonlekkages uit filters en reactietraject
VOORZICHTIG!
De inbouw van een terugslagventiel direct bij het
doseerpunt is absoluut noodzakelijk voor een cor‐
rect bedrijf van de ozonproductie-installatie. De
drukval over het ventiel bij nominaal debiet moet
gering zijn (< 0,1 bar) en het ventiel mag uitslui‐
tend bestaan uit ozonbestendige materialen.
Omdat dit ventiel zowel met de gasvormige als met
de vloeibare fase contact heeft, is een dubbele
ventielzitting nodig. Aanbevolen materialen voor dit
ventiel zijn keramiek (Al
Bedrijf zonder terugslagventiel kan tot schade aan
de ozonproductie-installatie leiden. Het ventiel
moet zo worden gemonteerd, dat vanaf de zijde
van het onbehandeld water geen vreemde stoffen
in het ventiel kunnen binnendringen, ook moet het
regelmatig worden onderhouden. Het terugslag‐
ventiel is op aanvraag verkrijgbaar.
Voor het tot stand brengen van de gasaansluiting op het doseer‐
punt is een RVS-buis nodig. RVS-buizen en haakse schroefkoppe‐
lingen zijn op aanvraag verkrijgbaar. Als alternatief kan ook een
PTFE-slang worden gebruikt.
VOORZICHTIG!
–
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de leiding‐
lengten en het aantal losneembare verbin‐
dingen tot een minimum worden beperkt. Vol‐
gens de in Duitsland geldende
veiligheidsrichtlijnen is in elke ruimte waar een
losneembare gasleidingverbinding aanwezig is,
een gaswaarschuwingsapparaat nodig.
–
Het volledige leidingwerk moet na het leggen
worden onderworpen aan een lekdichtheids‐
controle door een persoon met de betreffende
ervaring.
Om te zorgen dat ozon volledig effectief is, kan afhankelijk van de
toepassing een reactievat noodzakelijk zijn, om een voldoende
lange reactietijd van de ozon met het onbehandeld water te waar‐
borgen. In het reactievat oxideren de stoffen in het water en wordt
het water gedesinfecteerd. In sommige gevallen moeten bovendien
opgelost restozon, gedestabiliseerde colloïden, geklonterde en
omhulde micro-organismen, evenals uitgevlokte organische reac‐
tieproducten voor het tappunt volledig uit het water worden verwij‐
derd. Dit kan met meerlaagsfilters, actieve koolfilters of mengbe‐
dfilters worden bereikt. Reactievaten en/of filters moeten met een
krachtig systeem voor de afvoer van restozon uit de installatie zijn
voorzien. Dit systeem moet bovendien ozonbestendig zijn en
bovendien regelmatig op een correcte werking worden gecontro‐
leerd.
VOORZICHTIG!
Het gereinigde, ozonvrije gasmengsel moet
worden afgevoerd naar de buitenlucht, zodat de
zuurstof in de opstelruimte niet wordt verrijkt.
Montage en installeren
O
, ZrO
), RVS en PTFE.
2
3
2
37