Verlichting
Rijverlichting ................................ 93
ting ............................................ 96
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
: verlichting uit
7
8 : zijmarkeringslichten
9 : dimlicht of grootlicht
Controlelampje 8 3 75.
Achterlichten
De achterlichten branden tegelijk met
de koplampen en zijmarkeringslich-
ten.
Verlichting
Grootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Om het dimlicht in te schakelen, duwt
u nogmaals tegen de hendel of u trekt
eraan.
Lichtsignaal
Lichtsignaal activeren door de hendel
naar u toe te trekken.
93