Brandstof
Brandstof voor
benzinemotoren
Gebruik alleen loodvrije brandstof die
voldoet aan de Europese norm
EN 228 of gelijkwaardig.
De motor kan draaien op brandstof
met een ethanolgehalte van maxi‐
maal 10 % (bijv. E10).
Brandstof met het aanbevolen
octaangetal gebruiken. Bij een lager
octaangetal kunnen het motorvermo‐
gen en -koppel lager zijn en neemt het
brandstofverbruik iets toe.
Voorzichtig
Gebruik geen brandstof of brand‐
stofadditieven die metalen
bestanddelen bevatten, zoals
additieven op mangaanbasis. Dat
kan motorschade veroorzaken.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet
voldoet aan EN 228 of gelijkwaar‐
dig kan leiden tot afzettingen of
motorschade.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof met een
lager octaangetal dan het laagst
mogelijke octaangetal kan onge‐
controleerde verbranding en
motorschade veroorzaken.
Voor de motorspecifieke vereisten
met betrekking tot het octaangetal
verwijzen we u naar het overzicht
Rijden en bediening
motorgegevens 3 178. Eventuele
andere informatie op een label op de
tankklep heeft altijd prioriteit.
Brandstofadditief
Brandstof moet reinigende additieven
bevatten die voorkomen dat de motor
en het brandstofsysteem aankoeken.
Met schone verstuivers en inlaatklep‐
pen werkt de emissieregeling goed.
In sommige landen bevatten brand‐
stoffen niet voldoende additieven om
de verstuivers en de inlaatkleppen
schoon te houden. In deze landen is
voor sommige motoren een brand‐
stofadditief nodig om dit gebrek aan
reinigend vermogen te compenseren.
Gebruik alleen voor de auto goedge‐
keurd brandstofadditief.
Toevoegen van brandstofadditief in
een volle brandstoftank moet om de
15.000 km of na één jaar gebeuren,
wat het eerst gebeurt. Neem contact
op met uw werkplaats voor meer
informatie.
127