44
Stoelen, veiligheidssystemen
Airbag deactiveren
Het passagiersairbagsysteem vóór
moet voor een kinderveiligheidssys‐
teem op de passagiersstoel worden
gedeactiveerd volgens de instructies
in de tabellen 3 48.
De andere airbagsystemen, de
gordelspanners en alle airbagsyste‐
men voor de bestuurder blijven actief.
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de
passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de
schakelaarstand te kiezen:
*
: airbag van voorpassagier is
OFF
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Het
controlelampje *OFF
brandt ononderbroken
: airbag van voorpassagier is
V
ON
actief
9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabellen 3 48.
Anders is er kans op dodelijk letsel
voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als controlelampje d ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact
ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Indien beide controlelampjes tegelij‐
kertijd branden, is er sprake van een
storing in het systeem. De systeem‐
status wordt niet aangeduid; er mag
niemand op de stoel van de voorpas‐
sagier vervoerd worden. Roep onmid‐
dellijk de hulp van een werkplaats in.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.