Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

OPEL KARL
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Opel KARL 2015

  • Pagina 1 OPEL KARL Gebruikershandleiding...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ......2 Kort en bondig ....5 Sleutels, portieren en ruiten .
  • Pagina 3: Inleiding

    Inleiding Inleiding...
  • Pagina 4: Voertuigspecifieke Gegevens

    "Service en onder- een werkplaats in te roepen, raden krijgt u een beknopt overzicht. houd" en "Technische gegevens", wij uw Opel Service Partner aan. alsmede op het typeplaatje. De inhoudsopgave aan het Voor onderhoud en reparatie van begin van deze handleiding en...
  • Pagina 5 Het niet De displayteksten in uw auto zijn plezier. naleven van deze richtlijnen kan mogelijk niet in uw eigen taal tot verwondingen leiden. Adam Opel AG beschikbaar. Displaymeldingen en interieurla- bels zijn geschreven in vetge- Voorzichtig drukte letters.
  • Pagina 6: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Basisinformatie Auto ontgrendelen Basisinformatie Auto ontgrendelen ....5 Stoelverstelling ....6 Hoofdsteunverstelling .
  • Pagina 7: Stoelverstelling

    Kort en bondig Stoelverstelling Zithoogte Gevaar Langsverstelling Blijf met uw lichaam op een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het stuurwiel, zodat de airbag veilig kan opblazen. Rugleuninghoek Pompbeweging van de hendel Omhoog: stoel hoger Aan handgreep trekken, stoel Omlaag: Stoel omlaag verschuiven, handgreep loslaten.
  • Pagina 8: Hoofdsteunverstelling

    Kort en bondig Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordels Airbagsysteem Airbagsysteem 0 38 Spiegelverstelling Binnenspiegel Ontgrendelingsknop indrukken, Veiligheidsgordel afrollen en in hoogte instellen en vastklikken. gordelslot vastklikken. De veilig- heidsgordel mag niet gedraaid zitten en moet strak tegen het lichaam aanliggen. De rugleuningen mogen Om verblinding te verminderen, de niet te ver naar achteren hellen hendel aan de onderkant van de...
  • Pagina 9: Stuurwiel Instellen

    Kort en bondig Buitenspiegels Stuurwiel instellen Desbetreffende buitenspiegel selec- Hendel omlaagbewegen, stuurwiel teren en verstellen. instellen, hendel omhoogbewegen en vergrendelen. Convexe buitenspiegels Elektri- Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande sche spiegelverstelling 0 26 auto en ontgrendeld stuurslot verstellen. Airbagsysteem Airbagsysteem 0 38 Contactslotstanden Contactslot- standen 0 145...
  • Pagina 10: Overzicht Dashboard

    Kort en bondig Overzicht dashboard...
  • Pagina 11 Kort en bondig 1. Elektrisch bediende ruiten op 7. Bestuurdersinformatiecentrum 16. Keuzehendel, handgescha- pagina Elektrisch bediende op pagina Driver Information kelde versnellingsbak op ruiten 0 28 Center 0 75 pagina Handgeschakelde versnellingsbak 0 151 Centrale vergrendeling op 8. Stuurbedieningsknoppen op pagina Centrale vergrendeling pagina Stuurbedienings- 17.
  • Pagina 12: Rijverlichting

    Kort en bondig Stadsmodus op pagina Elektro- Lichtschakelaar draaien. Lichtsignaal: Hendel naar u toe nische stabiliteitsregeling trekken : Verlichting uit (ESC) 0 154 Grootlicht: Hendel van u af duwen : Zijmarkeringslichten Lane departure warning op Dimlicht: Hendel van u af duwen of : Dimlicht pagina Lane Departure naar u toe trekken...
  • Pagina 13: Claxon

    Kort en bondig Claxon Wis-/wasinstallatie Parkeerlichten Parkeerlichten 0 93 voorruit Alarmknipperlichten Ruitenwisser Druk op Bediend met 2 : Snel Alarmknipperlichten Alarmknip- 1 : Langzaam perlichten 0 91 : Intervalwissen O : Uit Hendel omlaag duwen in stand 1 om wissers één slag te laten maken wanneer de voorruitwisser uitge- schakeld is.
  • Pagina 14 Kort en bondig Achterruitwisser en achter- Ruitenwisser Wis-/wasinstallatie ruitsproeier voorruit 0 60 Wisserblad vervangen Wisser- blad vervangen 0 172 Sproeisysteem voorruit Hendel van u af duwen. Er wordt sproeiervloeistof op de achterruit gespoten en de ruiten- Druk de wipschakelaar in om de wisser maakt enkele slagen.
  • Pagina 15: Bedieningsorganen Voor

    Kort en bondig Bedieningsorganen voor Ruiten ontwasemen en Transmissie ontdooien klimaatregeling Handgeschakelde versnel- lingsbak Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels Druk op Stel de temperatuur in op de Achteruit: vanuit stilstand het koppe- hoogste stand. lingspedaal intrappen en de achter- indrukken om verwarming in te uitrijversnelling inschakelen.
  • Pagina 16: De Motor Starten

    Kort en bondig De motor starten De motor starten Stop/Start-systeem Voor het wegrijden controleren Bandenspanning en -staat Bandenspanning 0 186 Motoroliepeil en vloeistofniveaus Motorolie 0 168 Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en zijn gebruiks- klaar.
  • Pagina 17: Parkeerplaats

    Kort en bondig Om de motor te herstarten, moet u Waarschuwing Waarschuwing het koppelingspedaal opnieuw (Vervolg) (Vervolg) bedienen. oppervlak of opwaartse Trek de contactsleutel uit Stop/Start-systeem Stop/Start-- helling, zet in eerste een contactslot. Stuurwiel systeem-functie 0 146 versnelling of zet de keuze- verdraaien totdat het stuur- hendel in stand P voordat u slot voelbaar vergrendelt.
  • Pagina 18 Kort en bondig draaien alvorens de motor af te zetten om op die manier de turbocompressor te beschermen. Sleutels, sloten Sleutels 0 18 Auto een langere tijd stilzetten Auto stallen 0 166...
  • Pagina 19: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren Achterruitverwarming ..29 Sleutels en sloten Zonnekleppen ....29 en ruiten Sleutels Zonnedak .
  • Pagina 20: Handzender

    Sleutels, portieren en ruiten Handzender Storing Als de centrale vergrendeling niet met de handzender kan worden vergrendeld of ontgrendeld, kan dit het gevolg zijn van het volgende: Bereik overschreden, Batterijspanning te laag, Herhaald, opeenvolgend gebruik van de afstandsbediening buiten het bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden, Sleutel met uitklapbare sleutel- Overbelasting van de centrale...
  • Pagina 21: Sleutel Met Uitklapbare Sleutelbaard

    Sleutels, portieren en ruiten Batterij van de handzender Sleutel met uitklapbare sleutel- Handzender synchroniseren vervangen baard Na vervanging van de batterij het bestuurdersportier openen met de Zodra de reikwijdte afneemt, de sleutel in het slot. De handzender batterij meteen vervangen. wordt gesynchroniseerd wanneer het contact wordt aangezet.
  • Pagina 22: Centrale Vergrendeling

    Sleutels, portieren en ruiten Een voorwaarde is dat Personalise- Ontgrendelen Persoonlijke instellingen ring door de bestuurder moet geacti- Persoonlijke instellingen 0 83 veerd zijn in de persoonlijke U kunt de instelling opslaan voor de instellingen van het grafisch gebruikte sleutel. infodisplay.
  • Pagina 23: Storing In Afstandsbediening

    Sleutels, portieren en ruiten Centrale vergrendelingstoets Storing in afstandsbediening Vergrendelen Sluit alle portieren, open het Vergrendelt of ontgrendelt alle Ontgrendelen bestuurdersportier, druk op de portieren en de bagageruimte vanuit centrale vergrendelingsknop. De de passagiersruimte. auto wordt vergrendeld. Sluit het bestuurdersportier. Vergrendel het bestuurdersportier handmatig door de sleutel te verdraaien.
  • Pagina 24: Kindersloten

    Sleutels, portieren en ruiten Kindersloten Om het kinderslot in te schakelen, Portieren zet u de hendel in de vergrende- lingsstand. Bagageruimte Een portier waarvan het kinderslot Achterklep is ingeschakeld, kan alleen van buitenaf worden geopend. Om het kinderslot uit te schakelen, schuift u de hendel in de ontgrendel- stand.
  • Pagina 25 Sleutels, portieren en ruiten Algemene tips voor de bedie- Aanwijzing ning van de achterklep Afhankelijk van het gewicht van eventueel gemonteerde accessoires blijft de achterklep mogelijk niet in Gevaar geopende stand staan. Rijd niet met een geopende of slecht afgesloten achterklep, bijv. wanneer u omvangrijke bagage vervoert, omdat er dan giftige, onzichtbare en reukloze uitlaat-...
  • Pagina 26: Autodiefstalbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Autodiefstalbevei- Status tijdens de eerste 30 Automatische portiervergren- seconden na het activeren van het deling liging alarmsysteem: Wanneer geen enkel portier wordt Led gaat branden: test, activeren geopend of de contactsleutel binnen Diefstalalarmsysteem wordt uitgesteld. 3 minuten nadat de portieren zijn ontgrendeld via de handzender niet Het bewaakt: Led knippert snel: portieren, achter-...
  • Pagina 27: Buitenspiegels

    Sleutels, portieren en ruiten De startbeveiliging activeert zichzelf Buitenspiegels Selecteer de gewenste buiten- automatisch nadat u de sleutel uit spiegel door de knop naar links (L) de contactschakelaar hebt gehaald. of rechts (R) te draaien. Beweeg Bolle spiegels daarna de knop om de spiegel te Knippert de controlelamp nadat verstellen.
  • Pagina 28: Verwarmde Spiegels

    Sleutels, portieren en ruiten Verwarmde spiegels Binnenspiegels Ruiten Handmatige dimfunctie Handbediende ruiten Om in te schakelen indrukken. De verwarming werkt bij een draai- Om verblinding te verminderen, de De portierruiten zijn met de ende motor en wordt na korte tijd hendel aan de onderkant van de handslingers te bedienen.
  • Pagina 29: Elektrisch Bedienbare Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Elektrisch bedienbare Elektrisch bediende ruiten kunnen duwt u deze omlaag in de tegen- worden bediend met het contact in overgestelde richting van de ruiten stand 2. beweging. Druk de schakelaar van de desbe- Beveiligingsfunctie Waarschuwing treffende ruit in om de ruit te openen Stuit de ruit tijdens het automatisch of trek aan de schakelaar om de ruit Wees voorzichtig bij het gebruik...
  • Pagina 30: Kinderbeveiliging Voor Achterportierruiten

    Sleutels, portieren en ruiten 4. Herhaal dit voor elke ruit. Achterruitverwarming Kinderbeveiliging voor achter- Zonnedak portierruiten Waarschuwing Wees voorzichtig bij het gebruik van het zonnedak. Er bestaat verwondingsgevaar, met name voor kinderen. Houd tijdens de bediening alle bewegende delen goed in de gaten.
  • Pagina 31 Sleutels, portieren en ruiten Sluiten Houd schakelaar 2 ingedrukt in elke willekeurige stand totdat het zonnedak helemaal is gesloten. Als u de schakelaar loslaat, stopt de beweging in elke willekeurige stand. Aanwijzing Als de bovenkant van het zonnedak nat is, het dak kantelen om het water te laten aflopen en daarna het zonnedak openen.
  • Pagina 32: Stoelen En Veiligheidssys

    Stoelen en veiligheidssystemen Stoelen en veilig- Hoofdsteunen Hoofdsteunen van voorstoelen heidssystemen Stand Waarschuwing Hoofdsteunen Hoofdsteunen ....31 Rij alleen met de hoofdsteun in de juiste stand.
  • Pagina 33: Voorstoelen

    Stoelen en veiligheidssystemen Hoofdsteunen van achterbank Demonteren Voorstoelen Stoelpositie Waarschuwing Rij alleen wanneer de stoel correct is afgesteld. Gevaar Zit met uw bovenlichaam niet Hoogteverstelling dichter dan 25 cm bij het stuur- Druk op beide vergrendelingen en wiel, opdat de airbag veilig kan Hoofdsteun omhoogtrekken of trek de hoofdsteun omhoog en ontplooien.
  • Pagina 34: Stoelverstelling

    Stoelen en veiligheidssystemen Met schouders zo ver mogelijk Stoelverstelling tegen de rugleuning zitten. Stel Langsverstelling de hoek van de rugleuning zo in dat u het stuurwiel gemakkelijk met licht gebogen armen kunt vastpakken. Bij het verdraaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen schouders en rugleuning.
  • Pagina 35: Verwarmde Voorstoelen

    Stoelen en veiligheidssystemen Rugleuninghoek Zithoogte Verwarmde voorstoelen Trek aan de hendel, stel de rugleu- Pompbeweging van de hendel Activeer de stoelverwarming door ning in en laat de hendel los. Laat Omhoog: stoel hoger te drukken voor de betreffende de rugleuning hoorbaar vastklikken. voorstoel.
  • Pagina 36: Veiligheidsgordels

    Stoelen en veiligheidssystemen De stoelverwarming werkt bij een Veiligheidsgordels Waarschuwing draaiende motor en tijdens een (Vervolg) Autostop. Inzittenden die geen gebruik Stop/Start-systeem Stop/Start-- maken van de veiligheidsgordel systeem 0 146. brengen bij eventuele aanrij- dingen medepassagiers en zichzelf in gevaar. Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor gebruik door slechts één persoon tegelijk.
  • Pagina 37: Driepuntsgordel

    Stoelen en veiligheidssystemen Driepuntsgordel Gordelverklikker Gordelver- Waarschuwing klikkers 0 69. Veiligheidsgordel omdoen Verkeerd gebruik (bijv. bij demon- Gordelwaarschuwing teren of inbouwen van gordels) De voorstoelen zijn met een gordel- kan de gordelspanners activeren verklikker uitgerust, aangegeven met risico op letsel. voor de bestuurdersstoel door controlelamp in de toerenteller...
  • Pagina 38 Stoelen en veiligheidssystemen Veiligheidsgordel afdoen Gebruik van de veiligheids- gordel tijdens de zwanger- schap Loszittende kleding belemmert het strak trekken van de gordel. Geen voorwerpen zoals handtassen of Om de gordel los te maken, de rode mobiele telefoons tussen de gordel knop van het gordelslot indrukken.
  • Pagina 39: Airbagsysteem

    Stoelen en veiligheidssystemen Airbagsysteem Elke airbag treedt slechts eenmaal in werking. Geactiveerde airbags Het airbagsysteem bestaat uit een onmiddellijk laten vervangen door aantal afzonderlijke systemen een werkplaats. Ook moeten afhankelijk van de omvang van de eventueel het stuurwiel, het instru- apparatuur.
  • Pagina 40 Stoelen en veiligheidssystemen lui, sous peine d'infliger des DA: Brug ALDRIG en bagudvendt mesmo, poderá ocorrer a PERDA BLESSURES GRAVES, voire autostol på et forsæde med AKTIV DE VIDA ou FERIMENTOS MORTELLES à l'ENFANT. AIRBAG, BARNET kan komme i GRAVES na CRIANÇA. LIVSFARE eller komme ALVOR- ES: NUNCA utilice un sistema de IT: Non usare mai un sistema di...
  • Pagina 41 Stoelen en veiligheidssystemen makta olan bir koltukta kullan- ELNO ZRA NO BLAZINO, saj pri ACTIV în fa a sa; acest lucru poate may n z. ÇOCUK ÖLEB L R veya tem obstaja nevarnost RESNIH ali duce la DECESUL sau A IR EK LDE YARALANAB L R. V T MAREA GRAV a SMRTNIH PO KODB za OTROKA.
  • Pagina 42: Frontaal Airbagsysteem

    Stoelen en veiligheidssystemen AKT VU DRO BAS SPILVENU, jo De opgeblazen airbags dempen de Airbag deactiveren Schakelaar pret j gad jum B RNS var g t schok, waardoor het risico van letsel Airbag deactiveren 0 43. SMAGAS TRAUMAS vai IET BOJ . aan het bovenlichaam en hoofd van de inzittenden op de voorstoelen Frontaal airbagsysteem...
  • Pagina 43: Zijdelings Airbagsysteem

    Stoelen en veiligheidssystemen Zijdelings airbagsysteem Gordijnairbagsysteem Het hoofdairbagsysteem bestaat uit een airbag aan weerskanten in het dakframe. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de dakstijlen. Het gordijnairbagsysteem wordt geactiveerd bij een botsing aan de zijkant van een bepaalde hevigheid. Het contact moet ingeschakeld zijn.
  • Pagina 44: Airbag Deactiveren

    Stoelen en veiligheidssystemen = airbags voor de passagier Waarschuwing vooraan zijn geactiveerd. U mag geen kinderveiligheidssystemen Houd het gebied waarin de airbag aanbrengen. wordt opgeblazen vrij van obstakels. Gevaar De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt Risico van dodelijk letsel voor een om lichte kledingstukken, zonder kind dat een kinderveiligheidssys-...
  • Pagina 45: Kinderzitjes

    Stoelen en veiligheidssystemen Status blijft actief tot de volgende Kinderzitjes verandering. Wij bevelen de volgende kindervei- Controlelamp airbag-deactivering ligheidssystemen aan die specifiek Lampje Airbag-deactivering 0 70. voor montage in uw auto geschikt zijn: Groep 0, groep 0+ Maxi-Cosi Cabriofix met ISOFIX-base, voor kinderen tot 13 kg.
  • Pagina 46: Juiste Systeem Selecteren

    Stoelen en veiligheidssystemen wetgeving en richtlijnen voor het Gevaar verplichte gebruik van kinderveilig- heidssystemen. Bij gebruik van een tegen de Het kinderveiligheidssysteem dat u rijrichting in geplaatst kinderzitje gaat monteren, moet geschikt zijn op de rechter voorstoel moet het voor het autotype. airbagsysteem voor die stoel worden uitgeschakeld.
  • Pagina 47: Toegestane Mogelijkheden Voor De Bevestiging Van Een Kinderveiligheidssysteem

    Stoelen en veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Op passagiersstoel Op buitenste Op middelste Gewichts- of leeftijdsgroep zitplaatsen zitplaats geactiveerde gedeactiveerde achterin achterin airbag airbag Groep 0: tot 10 kg U 1) U 2) of ca. 10 maanden Groep 0+: tot 13 kg U 1) U 2)
  • Pagina 48 Stoelen en veiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem Op buitenste Op middelste Gewichts- of leeftijdsgroep Maatklasse Bevestiging Op passa- zitplaatsen zitplaats giersstoel achterin achterin ISO/L1 Groep 0: tot 10 kg ISO/L2 of ca. 10 maanden ISO/R1 ISO/R1 Groep 0+: tot 13 kg ISO/R2 of ca.
  • Pagina 49: Isofix-Kinderzitjes

    Stoelen en veiligheidssystemen Aanwijzing ISOFIX-maatklasse en zitgele- F - ISO/L1 : In de dwarsrichting met hoofd naar links gericht kinderveilig- genheid Beweeg de bestuurders- en/of heidssysteem (reiswieg) voor passagiersstoel naar voren en zet A - ISO/F3 : In rijrichting geplaatst kleinere kinderen in de gewichts- de rugleuning rechtop zodat het kinderveiligheidssysteem voor...
  • Pagina 50 Stoelen en veiligheidssystemen Als u een dubbele tui gebruikt in een verstelde stoelpositie en als de hoofdsteun verwijderd is, moet u de tui over de rugleuning leiden. ISOFIX-bevestigingsbeugels zijn Als u een enkele tui gebruikt in een aangeduid met het ISOFIX-logo op verstelde stoelpositie en als de de rugleuning.
  • Pagina 51: Top-Tether-Bevestigingsogen

    Stoelen en veiligheidssystemen Wanneer de verstelde zitplaats Als aanvulling op de ISOFIX-beves- achteraan die u gebruikt, voorzien is tiging zet u de Top-Tether-band vast van een instelbare hoofdsteun en u aan de Top-Tether-bevesti- gebruikt een dubbele tui, brengt u gingsogen. de hoofdsteun omhoog en leidt u de ISOFIX-kinderveiligheidssystemen tui onder de hoofdsteun rond de...
  • Pagina 52: Opbergruimte

    Opbergruimte Opbergruimte Opbergvakken Het bergvak wordt gebruikt voor kleine voorwerpen, enz. Waarschuwing Dashboardkastje Opbergvakken Opbergvakken ....51 Berg geen zware of scherpe Opbergvak bedienings- objecten in de opbergruimten op.
  • Pagina 53: Bekerhouders

    Opbergruimte Bekerhouders Bagage-/laadruimtes Bagageruimte Bagageruimte vergroten Voorzichtig Klap eerst de achterbankzitting naar beneden alvorens de rugleu- ning van de achterbank neer te klappen. 2. Trek aan het zittingkussen en Doet u dit niet, dan kan de achter- draai het zittingkussen omlaag. bank beschadigd raken.
  • Pagina 54 Opbergruimte Zet de rugleuning weer in de Als de veiligheidsgordel nog steeds oorspronkelijke stand door deze op geblokkeerd is, draai dan het zitting- te tillen en de veiligheidsgordel uit kussen omlaag en probeer het de gordelgeleiders te trekken. nogmaals. Druk de rugleuning stevig op zijn Als u de zitting van de achterbank plaats.
  • Pagina 55: Extra Opbergmogelijkheden

    Opbergruimte De bagageruimte bevat de voorstoel en de laadbeperking in Extra opbergmogelijk- alle uitrusting die tijdens de de hoogte beperkt door de heden productie door de fabrikant zijn dakhemel. geïnstalleerd (reservewiel, krik, Afdekplaat achterin/ enz.). Andere zaken, hetzij niet geïnstalleerd of alleen optioneel, opbergruimte zoals een verbandtrommel of brandblusser, zijn buiten...
  • Pagina 56: Bagagenet

    Opbergruimte Leg de plaat na gebruik achterste- Auto's met reservewiel Voorzichtig voren in de achterbank. Aanwijzing Het bagagenet is bedoeld voor Als deze niet goed zit, kan dit een kleine voorwerpen. Plaats geen ratelend geluid veroorzaken en kan zware voorwerpen in het deze door contact met de achter- bagagenet.
  • Pagina 57: Ehbo-Set

    Opbergruimte EHBO-set Beladingsinformatie belemmeren. Geen losse voorwerpen in het interieur Zware voorwerpen in de bagage- leggen. ruimte tegen de rugleuningen Niet met een geopende achter- leggen. Controleren of de klep rijden. rugleuningen naar behoren zijn vergrendeld. Bij stapelbare Waarschuwing voorwerpen de zwaarste voorwerpen onderop leggen.
  • Pagina 58 Opbergruimte Het leeggewicht omvat ook het gewicht van de bestuurder (68 kg), de bagage (7 kg) en alle vloeistoffen (brandstoftank voor 90% gevuld). Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht. Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de auto en verslechtert het rijgedrag door het hogere zwaartepunt.
  • Pagina 59: Instrumenten En Knoppen

    Instrumenten en knoppen Instrumenten en Verklikkerlampje airbag en Lampje voor de startbevei- gordelspanner ....69 liging ......73 knoppen Lampje Airbag-deactivering .
  • Pagina 60: Bediening

    Instrumenten en knoppen Bediening Stuurbedieningsknoppen Verwarmd stuurwiel Stuurwiel instellen U kunt het Infotainmentsysteem, de Druk op om verwarming te cruise control en een gekoppelde activeren. De activering wordt mobiele telefoon bedienen met de aangeduid door de LED in de toets. Hendel omlaagbewegen, stuurwiel knoppen op het stuurwiel.
  • Pagina 61: Claxon

    Instrumenten en knoppen Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Ruitenwisser De gedeelten van het stuurwiel voor plaatsing van de handen zijn sneller warm en worden warmer dan de indrukken. overige gedeelten. De verwarming werkt bij een draai- ende motor en tijdens een Autostop. 2 : Continu wissen, hoge snelheid.
  • Pagina 62: Wis-/Wasinstallatie Achterruit

    Instrumenten en knoppen Niet gebruiken wanneer de voorruit Wis-/wasinstallatie bevroren is. Uitschakelen in achterruit wasstraten. Ruitensproeier Hendel van u af duwen. Er wordt sproeiervloeistof op de achterruit gespoten en de ruitenwisser maakt een paar slagen. Druk de wipschakelaar in om de Niet gebruiken wanneer de voorruit achterruitwisser aan te zetten: bevroren is.
  • Pagina 63: Buitentemperatuur

    Instrumenten en knoppen Buitentemperatuur Klok Elektrische aansluitingen De buitentemperatuur verschijnt op De tijd en de datum worden getoond In de middenconsole zit een 12 het infotainmentdisplay. in het infotainmentdisplay. V-aansluiting. Het maximaal opgenomen Driver Information Center Driver Personaliseren Personaliseren vermogen mag niet meer bedragen Information Center (DIC) 0 75 0 122 dan 120 watt.
  • Pagina 64: Waarschuwingslampjes, Meters En Verklikkerlichtjes

    Instrumenten en knoppen Aangesloten elektrische accessoires Waarschuwings- Kilometerteller moeten wat betreft de elektromag- lampjes, meters en netische compatibiliteit voldoen aan de DIN-norm VDE 40 839. verklikkerlichtjes Geen accessoires aansluiten die stroom leveren, zoals laadtoestellen Snelheidsmeter of accu's. Aansluiting niet beschadigen door het gebruik van ongeschikte stekkers.
  • Pagina 65: Toerenteller

    Instrumenten en knoppen Toerenteller Voorzichtig Als de naald in het rode gebied komt, betekent dit dat het maximaal toegestane toerental wordt overschreden. Gevaar voor de motor. Brandstofmeter Bij een te laag brandstofpeil brandt controlelamp . Meteen tanken wanneer deze knippert. Geeft het motortoerental aan.
  • Pagina 66 Instrumenten en knoppen Afhankelijk van de apparatuur kan de plaats van de Controlelampen variëren. Bij het inschakelen van het contact lichten de meeste controlelampen korte tijd op bij wijze van functietest. Betekenis kleuren controlelampen: Rood: Gevaar, belangrijke herin- nering Geel: Waarschuwing, aanwijzing, storing Groen: Inschakelbevestiging Blauw: Inschakelbevestiging...
  • Pagina 67 Instrumenten en knoppen Controlelampen op de instrumentengroep...
  • Pagina 68: Controlelampen In Het Midden

    Instrumenten en knoppen Controlelampen in het midden : Waarschuwingslampje van het : Mistlampen voor 0 74 Antilock Brake System (ABS) : Lampje mistachterlicht 0 74 (antiblokkeersysteem van de : Achterlichten 0 74 remmen) 0 71 : Lampje cruise control 0 74 : Schakelen 0 71 : Motorkap open 0 74 : Variabele stuurbekrachtiging...
  • Pagina 69: Service-Display

    Instrumenten en knoppen Middelste gedeelte: Normale bedrijfstemperatuur Rechtergedeelte: Koelvloeistoftem- peratuur te hoog Voorzichtig Stop en zet de motor af wanneer de koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Kans op motorschade. Controleer het koelvloeistofpeil meteen. U selecteert het menu en de functie Druk op MENU om het menu met de toetsen op de richtingaanwij- Voertuiginstellingen te openen.
  • Pagina 70: Richtingaanwijzer

    Instrumenten en knoppen Olie weldra vervangen of een Knippert Zekeringen Zekeringen 0 180 waarschuwingscode op het bestuur- Na het wegrijden wanneer de veilig- dersinformatiecentrum. Laat de Richtingaanwijzers Richtingaan- heidsgordel wordt losgemaakt. motorolie en het oliefilter binnen een wijzerlampjes 0 92 week of 500 km door een Veiligheidsgordel omdoen Veiligheidsgordelwaar-...
  • Pagina 71: Lampje Airbag-Deactivering

    Instrumenten en knoppen Brandt na het inschakelen van de Waarschuwing Gevaar ontsteking en dooft vlak na het starten van de motor. Oorzaak van de storing onmiddel- Levensgevaar voor kinderen in Brandt bij een draaiende motor lijk door een werkplaats laten een kinderveiligheidssysteem verhelpen.
  • Pagina 72: Waarschuwingslampje Rem- En Koppelingssysteem

    Instrumenten en knoppen Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje Lampje variabele stuurbe- rem- en koppelings- antiblokkeersysteem krachtiging systeem (ABS) brandt geel. brandt rood. brandt geel. Storing in het elektrisch stuurbe- krachtigingssysteem (EPS). Het rem- en koppelingsvloeistofpeil Brandt na het inschakelen van de Hierdoor kan de auto zwaarder of ontsteking enkele seconden.
  • Pagina 73: Lampje Ultrasoonpar

    Instrumenten en knoppen Lampje ultrasoonpar- Verder rijden is mogelijk. De rijstabi- Waarschuwingslampje liteit kan echter afhankelijk van de keerhulp koelvloeistoftemperatuur staat van het wegdek verslechteren. brandt geel. brandt rood. Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten Storing in het systeem Dit controlelampje geeft aan verhelpen.
  • Pagina 74: Lampje Motoroliedruk

    Instrumenten en knoppen Knippert Als het oliedruklampje gaat branden Oliepeil controleren alvorens de tijdens het rijden, gaat u naar de hulp van een werkplaats in te Storing in het systeem of wiel kant, stopt u de motor en controleert roepen Motorolie 0 168 zonder gemonteerde druksensor u het oliepeil.
  • Pagina 75: Lampje Motorvermogen

    Instrumenten en knoppen Storing in het startbeveiligingssys- Het mistachterlicht is ingeschakeld Lampje portier open teem. De motor kan niet worden Mistachterlicht 0 92 brandt rood. gestart. Controlelampje voor de Een portier of de achterklep Lampje Motorvermogen staat open. achterlichten verminderd brandt groen.
  • Pagina 76: Informatieschermen Bestuurdersinformatiecentrum

    Instrumenten en knoppen Informatieschermen Sommige functies op het display verschillen tussen onderweg of in stilstand. Sommige functies zijn Bestuurdersinformatie- alleen onderweg beschikbaar. centrum (DIC) Menu s en functies selecteren U selecteert de menu's en functies met de toetsen op de richtingaanwij- zerhendel.
  • Pagina 77: Gemiddelde Snelheid

    Instrumenten en knoppen Druk op INSTELLEN om een functie Gemiddelde snelheid te kiezen of om een melding te bevestigen. Menu Rit Voor het bedienen van de boord- computer verdraait u het stelwiel in de richtingaanwijzerhendel. Deze modus geeft de gemiddelde snelheid aan.
  • Pagina 78: Rijafstand Voor Resterende Brandstof

    Instrumenten en knoppen Rijafstand voor resterende De actieradius voor de resterende brandstof kan verschillen per brandstof bestuurder, weg en de rijsnelheid, omdat het wordt berekend op basis van de wisselende brandstofzui- nigheid. Gemiddeld verbruik <Alleen Denemarken> Deze weergave geeft het gemiddeld brandstofverbruik aan.
  • Pagina 79 Instrumenten en knoppen Rijtijd kunnen afwijken van de werkelijke Actueel brandstofverbruik waarden als gevolg van de rijom- standigheden, het rijpatroon of de voertuigsnelheid. Dagteller Deze modus geeft de totale rijtijd aan. De rijtijd wordt vanaf de laatste rijtijdterugstelling steeds bijgewerkt, ook wanneer er niet met de auto De dagteller geeft de afgelegde wordt gereden.
  • Pagina 80 Instrumenten en knoppen Voertuigmenu Wanneer het nummer 98 wordt Instellen van eenheid weergegeven, betekent het dat 98% U kunt het volgende selecteren: van de huidige olielevensduur motorolielevensduur resteert. instellen van eenheid Wanneer de resterende olielevens- duur laag is, wordt de boordinfor- banden inleren matie weergegeven in het Driver draagvermogen banden...
  • Pagina 81: Boordberichten

    Instrumenten en knoppen Banden inleren Draagvermogen banden Boordberichten Berichten worden voornamelijk weergegeven op het Driver Informa- tion Center; in sommige gevallen samen met een waarschuwings- zoemer. Druk op SET/CLR, MENU of draai aan het stelwiel om een bericht te bevestigen. Op dit scherm kunt u nieuwe Druk enkele seconden op SET/CLR banden en wielen met de...
  • Pagina 82 Instrumenten en knoppen 11 Remmen versleten 30 Controleer achteruitrijlicht 60 Ruit passagierszijde openen en aanhanger sluiten 12 Auto overbeladen 31 Controleer richtingaanwijzer 61 Achterruit links openen en sluiten 13 Compressor oververhit aanhanger links 62 Achterruit rechts openen en 15 Controleer derde remlicht 32 Controleer richtingaanwijzer sluiten 16 Controleer remlichten...
  • Pagina 83: Waarschuwingszoemers

    Instrumenten en knoppen 258 Parkeerhulp Uit Wanneer de parkeerhulp een 2. Laad de accu op door een tijdje obstakel detecteert. te rijden of door een oplaadap- Waarschuwingszoemers paraat te gebruiken. Na het inschakelen van de achteruitversnelling en het Het waarschuwingsbericht of de Er klinkt slechts één geluidssignaal uittrekken van de achterdrager.
  • Pagina 84: Persoonlijke Instellingen

    Instrumenten en knoppen Persoonlijke instel- Om een ander Instelmenu te kiezen, Language (taal) draait u aan de knop MENU. Selecteer het menu Talen. lingen Om het Instelmenu te selecteren, Blader door de lijst en selecteer drukt u op MENU. U kunt de auto aan uw persoonlijke de gewenste taal.
  • Pagina 85 Pincode vergeten: Neem contact Valetmodus ingeschakeld. Deze functie op met uw Opel Service Partner vertraagt het vergrendelen van als de valet-modus geactiveerd om de pincode naar de de portieren tot vijf seconden is, dan zijn alle voertuigdisplays standaardwaarde terug te zetten.
  • Pagina 86: Onstar-Systeem Onstar -Systeem

    Instrumenten en knoppen OnStar-systeem OnStar-noodhulpdiensten en ondersteuning bij pech onderweg ® OnStar -systeem Wi-Fi-hotspot OnStar is een persoonlijke connecti- OnStar-smartphonetoepassing viteits- en mobiliteitshulp met geïntegreerde Wi-Fi-hotspot. OnStar Externe OnStar-services, bijv. is 24 uur per dag, 7 dagen per week locatie van de auto, inschakelen bereikbaar.
  • Pagina 87: Onstar-Services

    Instrumenten en knoppen Toets SOS De adviseur neemt dan contact op 2. Zoek op uw mobiele apparaat met noodhulpdiensten of hulpverle- naar een Wi-Fi-netwerk. Druk op om urgent contact met ners en dirigeert ze naar uw auto. 3. Selecteer de hotspot (SSID) een speciaal opgeleide adviseur in Bij een ongeval waarbij airbags of van uw auto wanneer deze...
  • Pagina 88 Instrumenten en knoppen De volgende functies zijn De volgende functies zijn Externe startblokkering beschikbaar: beschikbaar: Door het verzenden van externe Portiervergrendeling of -ontgren- Portiervergrendeling of -ontgren- signalen kan OnStar de startblokke- deling. deling. ring van de auto na het uitschakelen van de motor inschakelen.
  • Pagina 89: Onstar-Instellingen

    Instrumenten en knoppen Het rapport bevat de status van de OnStar-instellingen Aanwijzing belangrijkste boordsystemen van de Breng in ieder geval als de auto PIN-code OnStar auto, zoals de motor, de trans- wordt afgevoerd, verkocht of missie, de airbags, het antiblokkeer- Voor volledige toegang tot alle anderszins wordt overgedragen systeem en andere belangrijke...
  • Pagina 90 Instrumenten en knoppen Aanwijzing In noodgevallen kan OnStar altijd de locatie van de auto achterhalen. Neem de geheimhoudingsverklaring in uw account ter harte. Software-updates OnStar kan zonder nadere kennis- geving of toestemming extern software-updates uitvoeren. Deze updates breiden de veiligheid en beveiliging of de bediening van de auto uit of houden deze op peil.
  • Pagina 91: Verlichting

    Verlichting Verlichting Rijverlichting Achterlichten De achterlichten branden samen Lichtschakelaar met het dimlicht en de zijmarke- Rijverlichting ringslichten. Lichtschakelaar Lichtschakelaar ....90 Grootlicht Grootlicht ..... . 90 Koplampverstelling .
  • Pagina 92: Koplampverstelling

    Verlichting Koplampverstelling Koplampen bij rijden in Alarmknipperlichten het buitenland Handmatige koplampver- stelling De koplampafstelling is van tevoren ingesteld en zou niet meer nodig moeten zijn. Bij het rijden in landen met verkeer dat de andere rijbaan aanhoudt, hoeft u de koplampen niet af te stellen.
  • Pagina 93: Richtingaanwijzers

    Verlichting Richtingaanwijzers Voor langer richting aanwijzen de Mistachterlicht hendel tot tegen het weerstandspunt duwen en vasthouden. Schakel de richtingaanwijzer handmatig uit door de hendel in de oorspronkelijke stand te zetten. Mistlampen voor Hendel omhoog: Rechter richting- Worden bediend met aanwijzer Lichtschakelaar in stand : Het Hendel omlaag: Linker richtingaan-...
  • Pagina 94: Bochtverlichting

    Verlichting Bochtverlichting Parkeerlichten Achteruitrijlichten Het achteruitrijlicht gaat branden Afslagverlichting wanneer het contact aanstaat en de auto in de achteruitversnelling staat. Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampeng- lazen kan bij koud en vochtig weer, bij hevige regen of na een wasbeurt korte tijd beslaan.
  • Pagina 95: Interieurverlichting Regelbare Instrumentenver

    Verlichting Interieurverlichting Bij modellen met een lichtsensor Voorste interieurverlichting kan de helderheid alleen worden versteld als de rijverlichting aan is Regelbare instrumenten- en de lichtsensor nachtzicht verlichting registreert. Binnenverlichting De interieurverlichting vooraan wordt bij het in- en uitstappen vanzelf ingeschakeld en dooft met enige vertraging.
  • Pagina 96: Extra Verlichting

    Verlichting Leeslampjes Extra verlichting U kunt de instellingen opslaan voor de gebruikte sleutel Geheugenin- stellingen 0 20 Middenconsoleverlichting De volgende verlichting gaat ook Bij het inschakelen van het dimlicht branden wanneer u het bestuurder- gaat het leeslicht in de interieurver- sportier opent: lichting branden.
  • Pagina 97: Ontlaadbeveiliging Accu

    Verlichting Inschakelen Het in-, uitschakelen en de duur van deze functie kunnen gewijzigd worden in het menu Instellingen op het Infodisplay. Persoonlijke instel- lingen Persoonlijke instellingen 0 83 U kunt de instellingen opslaan voor de gebruikte sleutel Geheugenin- stellingen 0 20 Ontlaadbeveiliging accu Uitschakeling van de verlichting...
  • Pagina 98: Infotainmentsysteem

    Infotainmentsysteem Infotainment- Inleiding Sluit een draagbare muziekspeler aan op de AUX-ingang voor externe systeem spelers en geniet van de rijke klank- Infotainment weergave van het Infotainment- systeem. Inleiding Inleiding De digitale soundprocessor biedt Infotainment ....97 een aantal standaard equalizerin- Algemeen Inleiding .
  • Pagina 99: Antidiefstalfunctie

    Infotainmentsysteem Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien van een elektronisch beveiligings- systeem dat het systeem tegen diefstal beveiligt. De beveiliging houdt in dat het Infotainmentsysteem alleen in uw auto werkt en daarom voor een eventuele dief waardeloos is.
  • Pagina 100: Overzicht

    Infotainmentsysteem Overzicht Bedieningspaneel R300 BT...
  • Pagina 101 Infotainmentsysteem Display voor status en infor- 6. PHONE (Telefoon) matie over Afspelen/Ontvangst/ Ga naar de telefoonapplicatie- Indien uitgeschakeld, Menu's. modus. indrukken om aan te zetten. (zoeken) 7. TERUG Indien ingeschakeld, ingedrukt houden om uit te In Radio- of DAB-modus: Annuleer de ingevoerde inhoud zetten.
  • Pagina 102 Infotainmentsysteem Als u de toets ingedrukt houdt, slaat u de huidige radiozender op in de Favor- ietenpagina. In Menumodus: Druk erop om de functie bij - te selecteren. 10. FAV (favorieten) Selecteer de pagina met opgeslagen favoriete zenders.
  • Pagina 103 Infotainmentsysteem Bedieningspaneel R300...
  • Pagina 104 Infotainmentsysteem Druk erop om het huidige (zoeken) functiemenu weer te geven, Indien uitgeschakeld, Als u de toets kort indrukt, instelbare functies en instel- indrukken om aan te zetten. wordt automatisch een zender waarden te selecteren of met goede ontvangst gezocht. wijzigingen te bevestigen.
  • Pagina 105 Infotainmentsysteem Bedieningsknop op stuurwiel : tussen de handenvrijmodus Druk op SRC om de audio- en de modus voor privé bron te veranderen. optie bellen. 3. + - (volume) R300 BT Houd wanneer iPhone Druk hierop om het volume verbonden is ingedrukt om te verhogen of te verlagen.
  • Pagina 106: Bediening

    Infotainmentsysteem R300 de audiotoetsen op de stuurwiel- Wanneer aan wordt bediening gedraaid en ze in deze stand worden gehouden. Systeem in-/uitschakelen Automatisch zoeken van zendfrequenties in Radio- modus. Druk op SRC om de audio- bron te veranderen. 3. + - (volume) Druk hierop om het volume te verhogen of te verlagen.
  • Pagina 107: Volumeregeling

    Infotainmentsysteem De stroom automatisch aanzetten. Volumeregeling Wanneer de externe bron is aangesloten in de uitgescha- kelde modus, wordt het systeem ingeschakeld en de externe bron afgespeeld. Als deze verbinding verbroken wordt, wordt het systeem automatisch uitgeschakeld. Wanneer u een oproep ontvangt of zelf begint te bellen, wordt het systeem ingeschakeld en wordt Houd...
  • Pagina 108: Regeling Geluidsdemping

    Infotainmentsysteem eerder al was geselecteerd (als Druk op MENU om de nieuwe instel- dit lager is dan het maximale ling op te slaan en terug te keren beginvolume). naar het scherm van Geluidsinstel- lingen. Regeling geluidsdemping Geluidsinstellingsmenu Druk op om geluidsdemping aan Bas : Stelt het niveau van de te zetten.
  • Pagina 109 Infotainmentsysteem Functies selecteren Afspelen van invoer van USB/ Handenvrij telefoneren met iPod/Bluetooth-muziek of externe Bluetooth AM-FM radio of DAB klank (AUX) Druk op TELEFOON om naar de Druk op RADIO om de AM-, FM- of Druk op MEDIA om de audiospeler- Bluetooth-telefoon met handsfree- DAB-functie te selecteren.
  • Pagina 110: Am/Fm-Radio

    Infotainmentsysteem Radio Wanneer u de Radiomodus/ Het dynamische label geeft infor- frequentie verandert door op matie over het lied/de artiest, RADIO te drukken, toont het indien beschikbaar via de AM/FM-radio systeem eerst het beeld van de zender. radio-intro. Naar radio- of DAB-zenders Wanneer er DAB-signaalinfor- luisteren Het afspeelscherm bevat de...
  • Pagina 111 Infotainmentsysteem Wanneer er geen informatie over De DAB-service koppelen Als u ingedrukt houdt, de groep beschikbaar is maar verandert de zender voortdurend Druk in de DAB-modus op MENU > het zenderlabel gekend is, wordt totdat u de toets loslaat. Na het draai aan MENU om een DAB-kop- het groepslabel vervangen door loslaten zoekt het systeem naar de...
  • Pagina 112 Infotainmentsysteem Handmatig op een radiozender Draai aan MENU om de gewenste Als een nieuwe radio- of afstemmen lijst te selecteren en druk daarna op DAB-zender wordt opgeslagen MENU om de betreffende radio- onder een eerder opgeslagen -, Draai aan MENU om handmatig de zender te ontvangen.
  • Pagina 113 Infotainmentsysteem Frequentiebereikmenu's Zenderlijst bijwerken : Zoekt Speciaal Radio-info automatisch zenders die kunnen Waarschuwing Verkeer worden ontvangen en slaat ze Alarm. op in de Zenderlijst. DAB naar DAB-koppeling : Zet Handmatig afstemmen : Draai de DAB-koppelingsfunctie aan of kort aan de knop om naar de uit (activeer of deactiveer de vorige/volgende frequentie Automatische groepskoppelings-...
  • Pagina 114: Radiodatasysteem (Rds)

    Infotainmentsysteem Radiodatasysteem (RDS) Wanneer RDS aan staat, De basiswerking zoals zenders zoeken/erop afstemmen en verschijnt de naam van het Het radiodatasysteem (RDS) is een programma van de huidige voorkeuze-instellingen opslaan/ door FM-zenders meegezonden selecteren is dezelfde voor AM, FM zender in plaats van de service die het vinden van radiozen- of DAB.
  • Pagina 115: Blokkeren Van Verkeersberichten

    Infotainmentsysteem Volume voor verkeersberichten Druk op MENU > draai aan MENU Het is mogelijk om de pop-up om TP te selecteren > druk op van verkeersinformatie met SRC (TA) MENU om de TP-functie aan of uit op de audio-afstandsbediening Wanneer verkeersinformatie wordt te zetten.
  • Pagina 116: Audiospelers

    Infotainmentsysteem Audiospelers Aansluiten van USB-opslagap- Bestanden in sommige USB-op- paratuur van het i-Stick-type slagapparaten worden soms niet geeft mogelijk storingen door herkend door compatibiliteitspro- Extra apparatuur trillingen van de auto, daarom blemen; aansluitingen met een kan de werking ervan niet geheugenlezer of een USB-hub USB-speler worden gegarandeerd.
  • Pagina 117 Infotainmentsysteem paraat beschadigd raken of in bovenste-niveau volume van het Aanwijzingen bij het gebruik van sommige gevallen niet normaal apparaat. Muziekbestanden op USB-muziekbestanden werken. sommige USB-opslagapparaten Beschadigde muziekbestanden zullen mogelijk ook niet normaal kunnen tijdens afspelen worden afspelen wanneer een toepas- Voorzichtig onderbroken of worden mogelijk sing wordt geladen door binnen...
  • Pagina 118 Infotainmentsysteem Dit product kan MP3-bestanden Afspeelvolgorde voor muziekbe- Aansluiten van het USB-opslagap- afspelen die VBR gebruiken. standen paraat Wanneer een MP3-bestand van het VBR-type wordt afgespeeld, kan de resterende afspeeltijd afwijken van de werkelijk reste- rende afspeeltijd. Sluit het USB-opslagapparaat waarop muziekbestanden zijn opgeslagen aan op de USB-aan- sluiting.
  • Pagina 119 Infotainmentsysteem Als er geen apparaat is aange- Afspelen van USB-muziekbe- sloten, verschijnt "Geen media standen beëindigen beschikbaar " met een Druk op RADIO of MEDIA om VERWIJDER- en KOPPEL-optie andere functies te selecteren. op het scherm. Het afgespeelde bestand selec- De weergegeven informatie teren omvat de bestandsnaam,...
  • Pagina 120 Infotainmentsysteem Wanneer u de toets loslaat, begint steund door indexering De standaardinstelling is Alleen het bestand aan normale snelheid Gebruik bestand bekijken om opladen. te spelen. door te inhoud te bladeren ". Wanneer de optie Alleen Wanneer een enkel apparaat opladen is geselecteerd in het Het USB-menu gebruiken met meer dan 6.000 nummers is...
  • Pagina 121 Infotainmentsysteem Alle mappen scannen ; Selecteer iPod-speler Sluit de iPod alleen op dit product de optie Alle mappen scannen voor aan met aansluitkabels die door De iPod-speler aansluiten het MTP-apparaat. iPod-producten worden onder- steund. Andere verbindingskabels Het duurt langer om het zijn niet bruikbaar.
  • Pagina 122 Infotainmentsysteem Zodra het product gereed is met Afspelen van de iPod stoppen Wanneer de iPod verwijderd is, gaat het inlezen van de informatie op het systeem automatisch terug naar Om het afspelen te stoppen drukt u de iPod, zal het automatisch de eerder gebruikte functie of de op RADIO of MEDIA om andere afspelen.
  • Pagina 123: Personaliseren

    Infotainmentsysteem Personaliseren Druk op - om het tijdsformaat 12 UUR of 24 UUR te selecteren. Het menu Instellingen gebruiken Draai aan MENU om het uur te voor personalisering veranderen, druk daarna op MENU om naar de Minutenin- Instellingenmenu's en -functies stelling te gaan.
  • Pagina 124 Infotainmentsysteem Draai aan MENU om de maand Aan-RDS : Zet de functie Midden-Hoog : Midden-Hoog te veranderen, druk daarna op synchroniseren met RDS aan past het audiovolume ongeveer MENU om naar de Daginstelling of uit. aan op het bereik tussen het te gaan.
  • Pagina 125: Telefoon Bluetooth

    Infotainmentsysteem ® selecteren > druk op MENU om Telefoon mobiele Bluetooth -telefoons naar het detailmenu van de optie kan bellen via het multimedia- te gaan. systeem. Bluetooth (Bluetooth-aan- Zet alle functies terug op de Voordat u de Bluetooth-eenheid sluiting) standaardinstellingen. aansluit Over Bluetooth Software-informatie...
  • Pagina 126 Infotainmentsysteem Als u geen automatische verbin- Het volume en de kwaliteit van koppelen of verbinden en er ding wilt met uw Bluetooth-appa- de handenvrije oproep kunnen andere Bluetooth-apparaten raat, moet u de Bluetooth-functie afhankelijk van de mobiele binnen bereik zijn. op het Bluetooth-apparaat uit telefoon verschillen.
  • Pagina 127: Bluetooth Koppelen

    Infotainmentsysteem ondersteund door dit apparaat streamen wordt mogelijk niet Druk op TELEFOON om naar de " weer op het display (bijv. het ondersteund door sommige Telefoonapplicatiemodus te gaan. apparaat kan de draaiknop mobiele telefoons. Om Koppelen te selecteren drukt u MENU niet bedienen).
  • Pagina 128 Infotainmentsysteem Zie de gebruikershandleiding van Deze eenheid kan tot 5 Ontkoppelen selecteren : uw Bluetooth-apparaat voor meer Bluetooth-apparaten koppelen. Ontkoppel het aangesloten informatie over apparaten zoeken Bluetooth-apparaat uit het menu De Bluetooth-apparaten en koppelen vanuit Bluetooth. Telefoonlijst. toevoegen/aansluiten/loskoppelen/ Na enige tijd wordt het Bluetooth-- Verwijderen selecteren : verwijderen apparaat automatisch geregistreerd.
  • Pagina 129 Infotainmentsysteem Druk meermaals op MEDIA om de Video Remote Control Profile komen, wordt "Actie niet door modus Bluetooth-muziek te selec- (AVRCP) voor de eerste verbin- apparaten ondersteund " teren. ding wordt verbonden. getoond door het systeem. Het muziekbestand in het Als het Bluetooth-apparaat wordt Profielondersteuningsversie: Bluetooth-apparaat zal automa-...
  • Pagina 130: Een Noodoproep Doen

    Infotainmentsysteem Antwoord als het dienstdoende Bediening Waarschuwing personeel u vragen stelt over het noodgeval. Denk eraan dat u met uw mobiele telefoon kunt bellen en ontvangen Waarschuwing indien u zich in een gebied bevindt met een voldoende sterk Beëindig het gesprek pas als de signaal.
  • Pagina 131 Infotainmentsysteem Om een oproep te weigeren, houd u Als er twee oproepen actief zijn Tijdens een oproep ingedrukt op de audiobe- (oproep in wacht-modus) wordt er Tijdens een actieve oproep toont het diening op het stuur of druk u op - geen waarschuwing getoond dat er scherm Actieve oproep informatie om Negeren te selecteren.
  • Pagina 132 Infotainmentsysteem Als de microfoon gedempt is, veran- Toetsenbord: ga naar het scherm selecteren > druk op MENU > draai dert het opschrift in Geluid aan van het toetsenbord. aan MENU om Gemiste oproepen, zetten. Druk nogmaals op de toets Ontvangen oproepen of Gemaakte Een gesprek beëindigen om het geluid van de microfoon aan oproepen te selecteren en druk...
  • Pagina 133 Infotainmentsysteem Telefoonboek downloaden Controleer uw telefoon en Als u aan MENU blijft draaien accepteer indien nodig het wanneer het einde van het toets- Als het Bluetooth-apparaat een downloadverzoek. enblok is bereikt, wordt er naar synchronisatiefunctie van het de andere kant van het toetsen- telefoonboek ondersteunt, kunt u Als er een gekoppelde telefoon blok gesprongen.
  • Pagina 134 Infotainmentsysteem Scherm Bluetooth-apparaten Als het nummer niet in het telefoonboek is opgenomen, Druk op TELEFOON om naar het wordt het telefoonnummer menu Telefoon te gaan > draai aan getoond. MENU om Bluetooth-apparaten te selecteren > druk op MENU om De waarschuwing van Tekstbe- naar het Telefoonlijstmenu te gaan.
  • Pagina 135: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen Temperatuur De temperatuur instellen door aan Verwarmings- en ventila- de knop te draaien. Klimaatregelsystemen tiesysteem Rood: Warm Verwarmings- en ventilatie- Blauw: Koud systeem ..... 134 Airconditioning .
  • Pagina 136: Ontwasemen En Ontdooien

    Klimaatregeling Aanwijzing Airconditioning : Naar de voorruit en de ruiten Als de instellingen voor ontwa- van de voorportieren, waarbij een semen en ontdooien zijn geselec- geringe hoeveelheid lucht naar de teerd, is er geen Autostop mogelijk. zijdelingse luchtroosters wordt geleid. Als de instellingen voor ontwa- semen en ontdooien zijn geselec- Luchtdebiet...
  • Pagina 137 Klimaatregeling (droogt) de lucht wanneer de buiten- Draaiknop voor temperatuur in Waarschuwing temperatuur iets boven het vries- laagste stand zetten. (Vervolg) punt ligt. Er kan zich dan condens Luchtdebiet op hoogste stand vormen en onder de auto op de vochtigheid toe waardoor de zetten.
  • Pagina 138: Elektronisch Klimaatregelsysteem

    Klimaatregeling Bedieningsorganen voor: wordt ingedrukt terwijl de : Naar de voetenruimte, waarbij een geringe hoeveelheid lucht naar motor in een Autostop is, zal de temperatuur de voorruit, de ruiten van de motor automatisch herstarten. luchtverdeling voorportieren en de zijdelingse Aanwijzing luchtroosters wordt geleid.
  • Pagina 139 Klimaatregeling AUTO-controlelampje brandt, werkt Temperatuur selecteren Waarschuwing het systeem volledig automatisch. De temperatuur kan naar wens Als de instelling van luchtlever- worden ingesteld. Als de minimum- Schakel regelmatig over op modus, ventilatietoerental, recircu- temperatuur Lo is ingesteld, levert buitenlucht. In de luchtrecircula- latie of airco werd aangepast, dooft de klimaatregeling maximale tiemodus wordt er minder verse...
  • Pagina 140: Handmatige Instellingen

    Klimaatregeling Luchtdebiet Luchtverdeling Verwarming achterruit R inschakelen. Vorige modus opnieuw inscha- kelen: Druk om de automati- sche modus opnieuw in te schakelen: druk op AUTO Aanwijzing wordt ingedrukt terwijl de motor loopt, wordt een Autostop verhinderd totdat er opnieuw op wordt gedrukt.
  • Pagina 141: Maximaal Koelen

    Klimaatregeling Druk op A/C om de koeling in te : Naar de voorruit en voeten- Waarschuwing schakelen. De activering wordt ruimte, waarbij een geringe hoeveel- aangeduid door de LED in de toets. heid lucht naar de ruiten van de In de luchtrecirculatiemodus wordt Koeling werkt alleen bij een draai- voorportieren en de zijdelingse er minder verse lucht aange-...
  • Pagina 142: Luchtroosters

    Klimaatregeling Luchtroosters luchtrooster naar buiten. De ventila- Luchtverdeelschakelaar tieopening heeft luchtlekkages in de indrukken. gesloten positie. Verstelbare luchtroosters Draaiknop voor temperatuur in laagste stand zetten. Bij ingeschakelde koeling moet er Waarschuwing Luchtdebiet op hoogste stand minimaal één luchtrooster geopend Bevestig geen voorwerpen aan zetten.
  • Pagina 143: Onderhoud

    Klimaatregeling Onderhoud Interieurluchtfilter keld. Bij te lage buitentemperaturen kan de koeling niet worden Filtering lucht passagierscom- ingeschakeld. Luchtinlaat partiment Onderhoud Het microfilter verwijdert vaste deeltjes zoals pollen, stof of roet uit Voor een optimale koelfunctie moet de lucht in het interieur. Het filter het klimaatregelsysteem jaarlijks moet worden vervangen tijdens het worden gecontroleerd.
  • Pagina 144: Rijden En Bedienen

    Rijden en bedienen Rijden en bedienen Hellingrem (HSA) ... . . 153 Informatie over het rijden Rijregelsystemen Traction Control-sys- Informatie over het rijden teem (TCS) ....153 Controle over de auto Controle over de auto .
  • Pagina 145: Stuurinrichting

    Rijden en bedienen Gebruik alleen vloermatten die goed Starten en bediening Voorzichtig passen en met de houders aan (Vervolg) bestuurderszijde vastzitten. Nieuwe auto inrijden Wanneer het systeem afkoelt, Stuurinrichting Rem tijdens de eerste ritten niet te dient de stuurbekrachtiging weer krachtig.
  • Pagina 146: Contactstanden

    Rijden en bedienen Contactstanden Motor starten Om de motor opnieuw te starten of deze af te zetten, sleutel in het Contactslotstanden contactslot eerst terugdraaien naar stand 0. Tijdens een Autostop kan de motor gestart worden door het koppelings- pedaal in te trappen. De auto starten bij lage tempe- raturen U kunt de auto starten zonder bijko-...
  • Pagina 147: Ingeschakelde Accessoirevoe

    Rijden en bedienen De keuzehendel moet in stand P Afsluiting brandstoftoevoer bij Stop/start-systeem staan. overtoeren Het stop-startsysteem helpt brand- Automatische startmotorre- De brandstoftoevoer wordt automa- stof besparen. Wanneer de omstan- tisch afgesloten bij het uitrollen, geling digheden het toelaten, schakelt het d.w.z.
  • Pagina 148: Deactivering

    Rijden en bedienen Deactivering De motor wordt afgezet terwijl het De motorkap is volledig contact ingeschakeld blijft. gesloten. Het bestuurdersportier is gesloten of de veiligheidsgordel van de bestuurder is vastge- maakt. De accu is voldoende opgeladen en in goede staat. De motor is warmgelopen.
  • Pagina 149: Herstarten Van De Motor Door Het Stop/Start-Systeem

    Rijden en bedienen Een Autostop wordt mogelijk minder stroombesparingsmodus gezet. De Als een van de volgende omstandig- beschikbaar, wanneer de ventilatorsnelheid van het aircosys- heden zich voordoet tijdens een omgevingstemperatuur het vriespunt teem wordt verlaagd om stroom te Autostop, dan zal de motor automa- nadert.
  • Pagina 150: Parkeerplaats

    Rijden en bedienen Als een elektrisch accessoire, bijv. Waarschuwing Waarschuwing een draagbare cd-speler op de (Vervolg) (Vervolg) elektrische aansluiting is aange- sloten, merkt u mogelijk een korte Als de auto vlak of op een Trek de contactsleutel uit spanningsdaling tijdens het oplopende helling staat, dan het contactslot.
  • Pagina 151: Motoruitlaat

    Rijden en bedienen Motoruitlaat Voorzichtig Voorzichtig Laat de motor na het draaien op Bij andere brandstofkwaliteiten Gevaar hoge toerentallen of onder zware dan zoals vermeld op de pagina's Uitlaatgassen van de motor last korte tijd onder lichte last of Brandstof (voor benzinemotoren), bevatten het giftige koolmono- ongeveer 30 seconden op nullast Motorgegevens zou(den) de...
  • Pagina 152: Handgeschakelde Versnel- Lingsbak Handgeschakelde Versnel

    Rijden en bedienen Handgeschakelde Laat de koppeling niet onnodig Remsysteem slippen. versnellingsbak Het remsysteem bestaat uit twee Bij bediening het koppelingspedaal onafhankelijke remcircuits. helemaal intrappen. Uw voet niet op Bij een defect remcircuit kan de auto het pedaal laten rusten. nog wel worden afgeremd met het andere remcircuit.
  • Pagina 153: Adaptief Remlicht

    Rijden en bedienen Antiblokkeersysteem van Adaptief remlicht Parkeerrem de remmen (ABS) Bij volledig remmen knipperen alle drie de remlichten gedurende de Het antiblokkeerremsysteem (ABS) ABS-regeling. voorkomt dat de wielen blokkeren. Storing Zodra een wiel dreigt te blokkeren, regelt het ABS de remdruk af op het Waarschuwing desbetreffende wiel.
  • Pagina 154: Remassistent

    Rijden en bedienen Wanneer u de voetrem loslaat nadat Rijregelsystemen Waarschuwing u op een helling bent gestopt, blijft (Vervolg) de rem nog gedurende 2 seconden Traction Control-sys- ingeschakeld. Om minder kracht te hoeven teem (TCS) uitoefenen bij het aantrekken van Bij het optrekken van de auto de handrem, tegelijkertijd het werken de remmen automatisch...
  • Pagina 155: Elektronische Stabiliteitsregeling (Esc)

    Rijden en bedienen Het is mogelijk de TC uit te wegdek of de grip van de banden. Waarschuwing schakelen wanneer de aandrijf- Het voorkomt ook dat de aange- wielen moeten kunnen doorslaan: dreven wielen doorslaan. Laat u door deze speciale veilig- Druk kort op Zodra de auto dreigt uit te breken heidsfunctie niet verleiden tot een...
  • Pagina 156: Stadsmodus

    Rijden en bedienen Deactivering Storing Activering Bij een storing in het systeem licht het controlelampje ononder- broken op en verschijnt er een bericht of een waarschuwingscode op het Driver Information Center. Het systeem is buiten werking. Oorzaak van de storing onmiddellijk door een werkplaats laten verhelpen.
  • Pagina 157: Obstakeldetectiesystemen Parkeerhulp

    Rijden en bedienen Elke keer bij het starten van de In geval van een systeemstoring Obstakeldetectiesys- motor wordt de stadsmodus gedeac- brandt en ziet u een melding op temen tiveerd. het Driver Information Center. Overbelasting Boordinformatie Voertuigberichten Parkeerhulp (Parkeerhulp Bij een zware belasting van het 0 80 achteraan) stuurhuis in de stadsmodus, bijv.
  • Pagina 158: Activering

    Rijden en bedienen De parkeerhulp achter vereenvou- Waarschuwing Voorzichtig digt het inparkeren door de afstand tussen de auto en eventuele obsta- Reflecterende oppervlakken van Het systeem werkt eventueel kels achter te meten. Deze infor- voorwerpen of kleding en externe minder goed wanneer de meert en waarschuwt de bestuurder geluidsbronnen kunnen er in sensoren zijn bedekt, bijv.
  • Pagina 159: Bestuurdersondersteunings- Systemen Bestuurdersondersteunings

    Rijden en bedienen Bestuurdersonder- Om veiligheidsredenen kan de Inschakelen cruise control pas worden ingescha- steuningssystemen keld nadat het rempedaal eenmaal werd bediend. Waarschuwing Activeren in de eerste versnelling is niet mogelijk. Bestuurdersondersteuningssys- temen zijn ontwikkeld om de bestuurder te ondersteunen en Druk op ;...
  • Pagina 160: Snelheid Verhogen

    Rijden en bedienen Snelheid verhogen Deactivering Uitschakelen Houd, terwijl de cruisecontrol actief Druk op ; controlelamp in de Druk op ; controlelamp in de is, het stelwiel op RES/+ of draai het instrumentengroep brandt wit. De instrumentengroep dooft. De meermaals kort naar RES/+: de cruise control is gedeactiveerd.
  • Pagina 161 Rijden en bedienen Activering U kunt ook tot de gewenste snelheid Gaspedaal loslaten en de functie accelereren en het stelwiel kort naar snelheidsbegrenzing wordt na het SET/- draaien: de huidige snelheid bereiken van een lagere snelheid wordt opgeslagen als maximale dan de snelheidslimiet opnieuw snelheid.
  • Pagina 162: Lane Departure Warning (Ldw)

    Rijden en bedienen Door het contact uit te schakelen Activering Wanneer het systeem een wordt de snelheidsbegrenzer ook onbedoelde verandering van rijst- gedeactiveerd maar de snelheidsli- rook herkent, dan wordt de controle- miet wordt opgeslagen voor de lamp geel en knippert deze. volgende activering van de Tegelijkertijd hoort u een geluids- snelheidsbegrenzer.
  • Pagina 163: Brandstof Brandstof

    Rijden en bedienen De omgevingsomstandigheden Brandstof Voorzichtig ongunstig zijn, bijv. harde regen, sneeuw, direct zonlicht of Brandstof (voor benzine- Gebruik van brandstof die niet schaduwen. voldoet aan EN 228 of E DIN motoren) Het systeem werkt niet als geen 51626-1 of soortgelijk, kan leiden wegbelijning wordt gedetecteerd.
  • Pagina 164: De Tank Vullen

    Rijden en bedienen De tank vullen Gevaar Brandstof is brandbaar en explo- sief. Niet roken. Geen open vuur of vonken. Wanneer u brandstof in uw auto kunt ruiken, dient u de oorzaak daarvan onmiddellijk door een werkplaats te laten verhelpen. 1.
  • Pagina 165: Brandstofverbruik - Co2-Uitstoot

    CO2-uitstoot worden beschouwd als garantie Het brandstofverbruik (gecombi- voor het werkelijke brandstofver- neerd) van het model Opel Karl bruik van een specifiek voertuig. varieert tussen 4,5 en 4,3 l/100 km. Accessoires leiden mogelijk tot een geringe verhoging ten opzichte van 4.
  • Pagina 166: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Verzorging van Richtingaanwijzers opzij ..178 Auto slepen Derde remlicht ....178 Auto slepen ....202 de auto Kentekenplaatverlichting .
  • Pagina 167: Algemene Informatie

    Verzorging van de auto Algemene informatie Voertuigopslag Motorkap openen, alle portieren sluiten en auto vergrendelen. Langdurig stallen Accessoires en modifica- Poolklem van de minpool van de Wanneer u de auto meerdere accu loskoppelen. Erop letten ties van auto maanden moet stallen: dat geen van de systemen werkt, waaronder het diefstala- Het wordt geadviseerd alleen...
  • Pagina 168: Voertuigcontroles Werkzaamheden Uitvoeren

    Verzorging van de auto op onze website. Laat dit werk Voertuigcontroles Gevaar uitsluitend over aan een erkend recyclagebedrijf. Werkzaamheden Het ontstekingssysteem werkt Auto's op gas moeten worden met een extreem hoge spanning. uitvoeren gerecycleerd door een speciaal Niet aanraken. daartoe bevoegd bedrijf. Motorkap Openen Waarschuwing...
  • Pagina 169: Motorolie

    Verzorging van de auto Als de motorkap wordt geopend Controleer terwijl de auto op een tijdens een Autostop, wordt de vlakke ondergrond staat. De motor motor om veiligheidsredenen moet op bedrijfstemperatuur zijn en automatisch herstart. minstens 5 minuten uitgeschakeld zijn geweest. Sluiten Trek de peilstok tevoorschijn, veeg Steun vóór het sluiten van de...
  • Pagina 170: Koelvloeistof

    Verzorging van de auto Koelvloeistof De koelvloeistof biedt vorstbescher- ming tot ca. 28 °C. In noordelijke landen met erg lage temperaturen voorziet het koelmiddel af-fabriek in een bescherming tot ca. -37°C. Voorzichtig Gebruik uitsluitend goedgekeurde antivries. Wij raden u aan dezelfde soort olie Bij een koud koelsysteem moet de te nemen als voor de laatste oliever- koelvloeistof boven de vulstreep...
  • Pagina 171: Sproeiervloeistof

    Verzorging van de auto leidingwater. Dop goed vastdraaien. Remvloeistof Voorzichtig Koelvloeistofgehalte door een werkplaats laten controleren en Waarschuwing Alleen sproeiervloeistof met een oorzaak van het koelvloeistofverlies voldoende concentratie antivries laten verhelpen. Remvloeistof is giftig en corrosief. levert bescherming bij lage Contact met ogen, huid, textiel en temperaturen of een plotselinge Sproeiervloeistof...
  • Pagina 172: Accu

    Poolklem van de Aanwijzing minpool van de accu loskoppelen. Als u een andere AGM-accu Accu van de auto alleen bij uitge- gebruikt dan de originele Opel-accu schakeld contact aansluiten en is het mogelijk dat het Stop/Start-- loskoppelen. systeem slechter presteert.
  • Pagina 173: Wisserblad Vervangen

    Verzorging van de auto Waarschuwingslabel Er kan explosief gas aanwezig Wisserblad achterruit zijn in de buurt van de accu. Wisserblad vervangen Wisserbladen op de voorruit Betekenis van de symbolen: Wisserarm optillen. Duw het wisser- blad onder een kleine hoek ten Geen vonken, open vuur en niet opzichte van de wisserarm omlaag roken.
  • Pagina 174: Gloeilamp Vervangen

    Verzorging van de auto Gloeilamp vervangen Koplampen en parkeer- lichten Contact uitschakelen en desbetref- fende schakelaar uitschakelen of Grootlicht en dimlicht portieren sluiten. Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken! Het glas van de gloei- lamp niet met blote handen aanraken. Bij vervangen altijd hetzelfde type gloeilamp gebruiken.
  • Pagina 175 Verzorging van de auto 3. Druk beide clips bij elkaar en 7. Bij het aanbrengen van de trek de stekker uit de nieuwe gloeilamp de lipjes in gloeilamp. de uitsparingen van het reflec- torhuis steken. 8. Draadveerklem vastklikken. 9. Koplampafdekking aanbrengen en vastdraaien.
  • Pagina 176: Mistlampen

    Verzorging van de auto 2. Lamphouder linksom eruit Mistlampen draaien. 2. Ontkoppel de stekker van de lamphouder. 1. Kantel het wiel en verwijder 2 3. Draai de gloeilamp linksom en 3. Haal de lamp uit de drukmoeren op de buitenkant trek deze recht uit de lamp.
  • Pagina 177: Richtingaanwijzers Vooraan

    Verzorging van de auto Richtingaanwijzers Achterlichten vooraan Achterlichten, richtingaanwij- zers, remlichten en achteruitrij- lichten 2. Draai de lamp linksom uit de lamphouder. 3. Vervang de lamp. 1. Lamphouder linksom eruit 4. Draai de lamphouder rechtsom draaien. in de reflector vast. 1.
  • Pagina 178 Verzorging van de auto 5. Lamphouder verwijderen. Gloeilamp iets in lamphouder duwen, linksom draaien, verwij- deren en nieuwe gloeilamp plaatsen. 6. Lamphouder in de achterlicht-- unit steken en vastschroeven. Stekker aansluiten. Achter- licht-unit in carrosserie aanbrengen en boutjes vastdraaien. Afdekkingen sluiten en vastklikken.
  • Pagina 179: Richtingaanwijzers Opzij

    Verzorging van de auto Richtingaanwijzers opzij 4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom. Demonteer voor het vervangen van 5. Steek de voorkant in het de gloeilamp de lampbehuizing: spatbord voor, schuif naar voren en steek de achter- kant erin. Derde remlicht 2.
  • Pagina 180: Kentekenplaatverlichting

    Verzorging van de auto Kentekenplaatverlichting Binnenverlichting Instapverlichting 1. Wrik de kant tegenover de lichtschakelaar met een platte schroevendraaier los om deze te verwijderen (maak geen krassen). 2. Verwijder de gloeilamp. 3. Vervang de gloeilamp. 4. Plaats de lampeenheid terug. 2. Lamp verwijderen. Bagageruimteverlichting 3.
  • Pagina 181: Elektrisch Systeem

    Verzorging van de auto Elektrisch systeem Er kunnen zekeringen aanwezig zijn Zekeringtrekker die geen functie hebben. In de zekeringenkast in de motor- Zekeringen ruimte zit mogelijk een zekering- trekker. Controleren of het opschrift op de vervangende zekering overeenkomt met dat op de defecte zekering. Er zitten drie zekeringenkasten in de auto: Linksvoor in de motorruimte...
  • Pagina 182: Zekeringenkast In Motorruimte

    Verzorging van de auto Zekeringenkast in motor- ruimte Zekeringtrekker van boven af of van opzij op zekering steken en zekering lostrekken. De zekeringenkast zit linksvoor in de motorruimte. Maak het deksel los, til het op en verwijder het. Klik na het vervangen van doorge- brande zekeringen het deksel van het zekeringenkastje weer vast.
  • Pagina 183 Verzorging van de auto Achterruitverwarming Intelligente accusensor Verwarming buitenspiegel Elektrisch stuurslot Zonnedak Koelventilator laag Startmotor 2 Regelmodule continu Elektrisch centrum met variabele transmissie bussen in het paneel Schakelaar buitenspiegel Luchtmassasensor Geautomatiseerde versnel- Motorregelmodule/ lingsbak Pomp hulpverwarming regelmodule automatische transmissie Startmotor 1 Klep ABS-systeem Magneetklep koolstofre- Pomp ABS-systeem...
  • Pagina 184: Paneel

    Verzorging van de auto Zekeringenkast instru- Instrumentengroep mentenpaneel Regelmodule continu variabele transmissie Radio Carrosserieregelmodule 1 (CVT Stop & Start) Dodehoekalarm zijkant/ parkeerhulp achteraan Datalinkverbinding Elektrisch stuurslot Detectie- en diagnosemodule Omvormer gelijkstroom-ge- Bij auto's met het stuurwiel links zit lijkstroom het zekeringenkastje achter het opbergvak in het instrumentenbord.
  • Pagina 185: Boordgereedschap

    Verzorging van de auto Boordgereedschap Instrumentengroep Carrosserieregelmodule 1 (Geen CVT Stop & Start) Display waarschuwing Gereedschap reflecterende led Discrete logische contact- schakelaar (CVT stop&start) Schakelaar koplampaf- Auto's met bandenreparatieset stelling Achtergrondverlichting stuurbedieningsknoppen Elektrisch bediende ruit voor Elektrisch bediende ruit Logistiek/omvormer gelijk- achter stroom-gelijkstroom Elektrische bestuurdersruit,...
  • Pagina 186: Wielen En Banden

    Verzorging van de auto Auto's met reservewiel Wielen en banden Volgens landspecifieke voorschriften moet de snelheidssticker in het gezichtsveld van de bestuurder Toestand van banden en worden aangebracht. wielen Zo langzaam mogelijk en onder een Aanduidingen op banden rechte hoek over obstakels. Als u Bijv.
  • Pagina 187: Bandenspanning

    Verzorging van de auto Richtingsgebonden banden De bandenspanningswaarden verschillen afhankelijk van de Richtingsgebonden banden moeten diverse opties. Volg de procedure zo worden geïnstalleerd dat ze in de hieronder voor de juiste banden- juiste richting draaien. De juiste spanningswaarde: draairichting is herkenbaar aan een 1.
  • Pagina 188: Bandenspanningscontrolesysteem

    Verzorging van de auto over de banden en het bandenspan- Waarschuwing Voorzichtig ningsoverzicht gelden voor koude banden, d.w.z. bij 20 °C. Als de spanning te laag is, Het bandenspanningscontrolesys- Bij een temperatuurstijging van 10 ° kunnen de banden behoorlijk teem waarschuwt alleen bij een te C loopt de spanning op met bijna 10 warm worden en inwendig schade lage bandenspanning en vervangt...
  • Pagina 189 Verzorging van de auto Draai aan het afstelwiel om het Als een te lage bandenspanning bandenspanningscontrolesysteem wordt gedetecteerd gaat het contro- te selecteren. lelampje branden. Verlichting bandenspanningscontrolesysteem De systeemstatus en bandenspan- 0 72 ningswaarschuwingen worden getoond in een bericht waarbij de oplicht, stop dan zo snel desbetreffende band knippert op mogelijk en breng de banden op de...
  • Pagina 190 Verzorging van de auto Schakel het contact uit wanneer de steeds worden gedemonteerd en bandenspanning verhoogd of onderhouden. Voor de geschroefde verlaagd moet worden. sensor: Vervang het bandventiel en de afdichtring. Voor de ingeklikte Monteer alleen wielen met druksen- sensor: Vervang de volledige soren, anders wordt de banden- klepsteel.
  • Pagina 191 Verzorging van de auto TPMS-sensor is vervangen. Het 1. Trek de handrem aan. activeren. Een kort signaal van TPMS-afstemmingsproces moet ook de claxon bevestigt dat de 2. Schakel het contact in. worden uitgevoerd als een reserve- sensoridentificatiecode op deze 3. Zet de keuzehendel in band is vervangen door een rijband band en wielpositie is neutraal.
  • Pagina 192: Profieldiepte

    Verzorging van de auto 15. Zorg dat de bandenlaadstatus snelheidsmeter en de voorge- volgens de geselecteerde schreven bandenspanning worden spanning ingesteld is. Driver geherprogrammeerd en moeten er Information Center (DIC) 0 75 eventueel andere aanpassingen aan de auto worden verricht Profieldiepte Na montage van banden met een andere bandenmaat moet u het...
  • Pagina 193: Sneeuwkettingen

    Verzorging van de auto Als de gebruikte wieldoppen en Sneeuwkettingen Sneeuwkettingen zijn niet toege- banden niet door de fabriek zijn staan op bandenmaat 185/55 R15 goedgekeurd, moeten de banden en 195/45 R16. een stevige velgbeschermingsrand Sneeuwkettingen mogen niet op het hebben.
  • Pagina 194 Verzorging van de auto Bij bandenpech: 3. Verwijder de aansluitkabel (1) en de luchtslang (2) uit de Trek de handrem aan. opbergvakken aan de onder- Schakel bij een handgeschakelde kant van de compressor. versnellingsbak in de eerste versnelling of de achteruitver- snelling.
  • Pagina 195 Verzorging van de auto Om te voorkomen dat de accu leegraakt, is het raadzaam de motor te laten draaien. 7. Zet de fles afdichtmiddel in de houder op de compressor. Plaats de compressor dicht bij de band, zodanig dat de fles afdichtmiddel rechtop staat.
  • Pagina 196 Verzorging van de auto spanning nog niet bereikt, dan snelheid (ongeveer 80 km/h) in Bij een bandenspanning van is de band te ernstig bescha- het gezichtsveld van de meer dan 1,3 bar moet u de digd. Roep de hulp in van een bestuurder.
  • Pagina 197: Wiel Verwisselen

    Verzorging van de auto Gebruikte fles met afdichtmiddel Nooit meerdere wielen tegelijker- Wiel verwisselen vervangen. Voer de fles conform de tijd vervangen. De onderstaande voorbereidingen geldende wetgeving af. Gebruik de krik alleen om een treffen en de instructies opvolgen: De compressor en het afdichtmiddel wiel te wisselen bij bandenpech Auto op een vlakke, stevige en kunnen worden gebruikt vanaf...
  • Pagina 198 Verzorging van de auto Nooit onder een opgekrikte auto Lichtmetalen velgen met voordat u de wielsleutel erop kruipen. wieldop: zet. De adapter ligt in het handschoenenkastje. Opgekrikte auto niet starten. Steek de trekker in de open sleuf van de wieldop en trek de Reinig de wielmoeren en dop van de velg af.
  • Pagina 199: Hefpunt Voor Hefbrug

    Verzorging van de auto 9. zorg dat ze goed vastzitten en Hefpunt voor hefbrug haal elke bout kruiselings aan. Het aanhaalmoment bedraagt 140 Nm. 10. Lijn de wieldop van de stalen velg vóór het aanbrengen zo dat de ventielopening over het bandventiel valt.
  • Pagina 200: Compact Reservewiel

    Verzorging van de auto Raadpleeg een werkplaats voor Het reservewiel ligt in de bagage- informatie over de geldende ruimte onder de vloerafdekplaat. Het maximumsnelheid. wordt in de kuip vastgezet met een vleugelbout. Het reservewiel heeft een stalen velg. De kuip van het reservewiel is niet ontworpen voor alle toegestane bandenmaten.
  • Pagina 201: Starthulp Gebruiken

    Verzorging van de auto 1. Verwijder de bagageruimte-af- 4. Steek het haakuiteinde van de Starthulp gebruiken dekking en til de vloer van de band door de lus en trek tot de Niet starten met behulp van een bagageruimte op. Plaats de band stevig aan de achterbank- snellader.
  • Pagina 202 Verzorging van de auto Een lege accu kan al bij een Ook de auto's mogen elkaar 3. Zwarte kabel op de minpool temperatuur van 0°C bevriezen. tijdens de hulpstart niet raken. van de hulpstartaccu aansluiten. Ontdooi de bevroren accu Handrem aantrekken, handge- voordat u de startkabels schakelde versnellingsbak in 4.
  • Pagina 203: Auto Slepen

    Verzorging van de auto 4. Elektrische verbruikers (bijv. Auto slepen koplampen, achterruitverwar- Wanneer een sleepservice niet ming) van de stroom ontvan- beschikbaar bij een noodgeval, mag gende auto inschakelen. uw auto tijdelijk worden gesleept 5. Bovenstaande procedure bij met een kabel die bevestigd is aan het verwijderen van de kabels het noodsleepoog.
  • Pagina 204: Verzorging Van Het Uiterlijk

    Verzorging van de auto Verzorging van het Bij een bezoek aan een wasstraat, Voorzichtig de aanwijzingen van de exploitant uiterlijk opvolgen. Voorruitwissers en achter- Langzaam wegrijden. Schok- ruitwisser uitschakelen. Auto kende bewegingen vermijden. Verzorging exterieur vergrendelen zodat de tankvulklep Buitensporige trekkrachten niet kan worden geopend.
  • Pagina 205: Ruiten En Ruitenwisserbladen

    Verzorging van de auto Geen schurende, bijtende of agres- Om handmatig ijs te verwijderen, Voorzichtig sieve middelen of ijskrabbers een ijskrabber met een scherpe (Vervolg) rand gebruiken. IJskrabber stevig gebruiken en ze niet droog reinigen. tegen de ruit drukken, zodat er geen Gebruik reinigingsmiddelen niet Gebruik van cleaner en was vuil onder de krabber kan komen en...
  • Pagina 206: Verzorging Interieur

    Verzorging van de auto Lakschade Verzorging interieur Voorzichtig Geringe lakschade voordat er roest- Interieur en bekleding vorming optreedt met een lakstift Sluit klittenbandsluitingen omdat Interieur van de auto inclusief instru- herstellen. Grotere lakschade of geopende klittenbandsluitingen bij mentenpaneel en bekleding alleen roestvorming door een werkplaats kleding de stoelbekleding kan met een droge doek of interieurrei-...
  • Pagina 207: Service En Onderhoud

    Service en onderhoud Service en Algemene informatie Andorra, België, Bosnië- Herzego- vina, Bulgarije, Cyprus, onderhoud Denemarken, Duitsland, Estland, Service-informatie Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brittannië, Honga- Het is voor de bedrijfs- en verkeers- rije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, veiligheid en voor het behoud van Algemene informatie Letland, Liechtenstein, Litouwen, de waarde van uw auto belangrijk...
  • Pagina 208: Aanbevolen Vloeistoffen, Smeermid- Delen En Onderdelen

    Service en onderhoud Registraties Aanbevolen vloei- ming tegen slijtage en een maximale levensduur van de olie, Servicebevestigingen worden stoffen, smeermid- terwijl de viscositeitsindex informatie geregistreerd in het onderhouds- geeft over de dikte van de olie delen en onderdelen boekje. De datum en kilometerstand binnen een bepaald temperatuur- worden ingevuld en vergezeld van bereik.
  • Pagina 209: Rem- En Koppelingsvloeistof

    Service en onderhoud Gebruik van motorolie van niet meer Selecteer de betreffende viscosi- veroorzaken. Aansprakelijkheid voor dan ACEA A1/B1- of A5/B5-kwaliteit teitsindex afhankelijk van de schade als gevolg van het gebruik is verboden, aangezien dit op de van extra koelvloeistofadditieven minimumomgevingstemperatuur lange termijn motorschade kan wordt afgewezen.
  • Pagina 210: Europees Serviceschema

    Service en onderhoud Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval Motoroliekwaliteit Benzinemotoren (inclusief CNG, LPG, E85) dexos 1 dexos 2 Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen olieverversingen max. 1 liter motorolie van de kwaliteit ACEA C3 bijvullen.
  • Pagina 211 Service en onderhoud Motorolieviscositeiten Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval Omgevingstemperatuur Benzine tot -25°C: SAE 5W-30 of SAE 5W-40 onder -25°C: SAE 0W-30 of SAE 0W-40 Internationaal serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle landen met internationaal onderhoudsinterval Motoroliekwaliteit Benzinemotoren (inclusief CNG, LPG, E85) dexos 1 dexos 2 Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken:...
  • Pagina 212: Motorolieviscositeiten

    Service en onderhoud Alle landen met internationaal onderhoudsinterval ACEA A3/B4 ACEA-C3 API SM API SN Resource Conserving Motorolieviscositeiten Alle landen met internationaal onderhoudsinterval Omgevingstemperatuur Benzine tot -25°C: SAE 5W-30 of SAE 5W-40 onder -25°C: SAE 0W-30 of SAE 0W-40 tot -20°C: SAE 10W-30 1) of SAE 10W-40 1) 1) Toegestaan, maar het gebruik van SAE 5W-30 of SAE 5W-40 met dexos-kwaliteit is aanbevolen.
  • Pagina 213: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische Voertuigidentificatie gegevens Voertuigidentificatie- nummer (VIN) Voertuigidentificatie Voertuigidentificatienummer (VIN) ......212 Motoridentificatie ... . . 212 Identificatielabel .
  • Pagina 214: Identificatielabel

    Technische gegevens Identificatielabel Gegevens op het typeplaatje: Specificaties in de voertuigdocu- menten prevaleren altijd boven die 1: Fabrikant in deze handleiding. 2: Typegoedkeuringsnummer 3: Voertuigidentificatienummer 4: Maximaal toelaatbaar totaalge- wicht in kg 5: Maximaal toelaatbaar treinge- wicht in kg 6: Maximale toelaatbare belading van de vooras in kg 7: Maximale toelaatbare belading van de achteras in kg...
  • Pagina 215: Voertuiggegevens

    Technische gegevens Voertuiggegevens Motorgegevens Verkoopaanduiding Motoraanduiding Aantal cilinders Cilinderinhouden [cm³] Motorvermogen [kW] bij omw/min. Koppel [Nm] bij omw/min. Octaangetal RON aanbevolen mogelijk mogelijk Type brandstof Benzine Prestaties Motor Topsnelheid [km/h] ([mph]) Handgeschakelde versnellingsbak 170 km/u Automatische versnellingsbak...
  • Pagina 216: Voertuiggewicht

    Technische gegevens Voertuiggewicht Leeggewicht, basisuitvoering zonder enige opties Motor 4-zitter 5-zitter Zonder/met airco (kg) 938/947 939/945 Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht. Aanwijzingen voor het beladen van de auto. Afmetingen auto Lengte [mm] 3675 Breedte zonder buitenspiegels [mm] 1595 Breedte met twee buitenspiegels [mm] 1876 Hoogte (zonder antenne) [mm] zonder dakdrager...
  • Pagina 217: Hoeveelheden En Specifi

    Technische gegevens Wielbasis [mm] 2385 Diameter draaicirkel [m] 9,6(14"), 10,4(15") Hoeveelheden en specificaties Motorolie inclusief filter [l] 4.5L tussen MIN en MAX [l] Brandstoftank benzine, nominale inhoud [l]...
  • Pagina 218: Bandenspanning

    Technische gegevens Bandenspanning Voor[kPa/bar] ([psi]) Achter[kPa] Volle Volle Type Comfort belasting Comfort belasting 165/65R14 220/2,2 (32) 270/2,7 (39) 260/2,6 (38) 210/2,1 (30) 250/2,5 (36) 300/3,0 (43) 185/55R15 220/2,2 (32) 270/2,7 (39) 260/2,6 (38) 210/2,1 (30) 250/2,5 (36) 300/3,0 (43) 195/45R16 220/2,2 (32) 270/2,7 (39) 260/2,6 (38) 210/2,1 (30) 250/2,5 (36) 300/3,0 (43) T105/70D14 (reserve) 420/4,2 (60)
  • Pagina 219: Informatie Voor De Klant

    Rüsselsheim, 31 januari 2014 Vertaling van oorspronkelijke verkla- was getekend ring van conformiteit Hans-Peter Metzger Verklaring van Conformiteit overeen- Engineering Group Manager komstig EC-richtlijn 2006/42/EC Chassis & Structure Hierbij verklaren wij dat het product: Adam Opel AG Productaanduiding: Krik D-65423 Rüsselsheim Type/GM-onderdeelnummer: 13584087...
  • Pagina 220: Verklaring Van Erkentelijkheid Voor Software

    Informatie voor de klant Schadeherstel Hierbij wordt toestemming verleend gebruik of andere handelingen in om deze software voor enig doel, al deze Software te bevorderen, Dikte van laklaag dan niet tegen een vergoeding, te zonder voorafgaande schriftelijke gebruiken, te wijzigen en te distribu- toestemming van de copyright- Door productietoleranties kan de eren, op voorwaarde dat boven-...
  • Pagina 221 Informatie voor de klant George Petrov, Greg Roelofs, Kai definitie, disclaimer en deze gedeelde of statische versies Uwe Rommel, Steve Salisbury, lijst met voorwaarden steeds van bibliotheken, moeten Dave Smith, Steven M. Schweda, worden opgenomen. duidelijk als zodanig herken- Christian Spieler, Cosmin Truta, baar zijn en mogen niet 2.
  • Pagina 222: Registratie Van Voertuigdata En Privacy

    Informatie voor de klant 4. Info-ZIP behoudt het recht om Registratie van Disfunctioneren en defecten in de namen Info-ZIP, Zip, belangrijke systeemcompo- voertuigdata en UnZip, UnZipSFX, WiZ, nenten Pocket UnZip, Pocket Zip privacy Reacties van de auto in speci- en MacZip te gebruiken voor fieke verkeerssituaties (bijv.
  • Pagina 223: Radiofrequentie-Identificatie (Rfid)

    Opel-sys- verband met andere informatie (o.a. temen die persoonlijke informatie ongevalmelding, schade aan de bevatten.
  • Pagina 224: Index

    Index Index Afdekkingen (Vervolg) Achterin/opbergpaneel ..54 Aan/Uit Beslagen lampglazen ... 93 Ingeschakelde acces- Afdekplaat achterin/opberg- soire (RAP) ....146 ruimte .
  • Pagina 225 Index Antiblokkeersysteem van de Bediening remmen (ABS) ....152 Infotainmentsysteem ..105 Centrale vergrendeling ..21 Antidiefstal Bekerhouders .
  • Pagina 226 Index Deksels Wiel ......191 Frontaal airbagsysteem ..41 Handbediende ruiten .
  • Pagina 227 Index Instrumentenpaneel Koolmonoxide Lampen (Vervolg) Opbergruimte ....51 Brandstofverbruik - Richtingaanwijzers opzij ..178 Overzicht ......9 CO2-uitstoot .
  • Pagina 228 Index Lekke band Motor (Vervolg) Onderhoud (Vervolg) Koelvloeistofthermometer ..67 Verwisselen ....196 Regelmatig gebruik van de Lichtschakelaar .
  • Pagina 229 Index Remsysteem (Vervolg) Assistent ..... 153 Parkeerhulp ....156 Schakelaars Parkeerplaats .
  • Pagina 230 Index Spiegels (Vervolg) Ventilatie Handmatig verstelbare Vaste luchtroosters ... 141 Te laag brandstofpeil ... . 73 achteruitkijkspiegel ... . 27 Verstelbare luchtroosters .
  • Pagina 231 Index Verlichting (Vervolg) Vloeistof Te laag brandstofpeil ... 73 Remsysteem ....170 Zekeringen ..... 180 Uitstap .
  • Pagina 232 De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel AG voorbehouden.

Inhoudsopgave