120
Rijden en bediening
U kunt de ESC weer activeren door
nogmaals op t te drukken. Als het
TC-systeem eerder uitgeschakeld
was, worden zowel TC als ESC
opnieuw geactiveerd. k en t doven
wanneer TC en ESC opnieuw worden
geactiveerd.
De ESC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.
Storing
Als er sprake is van een storing in het
systeem, licht het controlelampje b
ononderbroken op en verschijnt er
een waarschuwingscode op het
Driver Information Center. Het
systeem buiten werking is.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stadsmodus
De stadsmodus is een functie voor
meer stuurbekrachtiging bij lagere
snelheden, zoals in stadsverkeer of
bij het inparkeren. De stuurbekrachti‐
ging wordt versterkt voor meer
comfort.
Inschakelen
Druk bij een draaiende motor op B.
Het systeem werkt vanuit stationair
draaien tot 60 km/u en ook in de
achteruitversnelling. Bij hogere snel‐
heden schakelt het systeem over op
de reguliere modus. Na het activeren
ervan werkt de stadsmodus automa‐
tisch bij een snelheid van minder dan
60 km/u.
Een brandende led in de toets stads‐
modus geeft aan dat het systeem
actief is en er verschijnt een bericht
op het Driver Information Center.
De stadsmodus blijft actief tijdens een
Autostop, maar werkt alleen waan‐
neer de motor draait.
Stop-startsysteem 3 112.
Uitschakelen
Druk op B. De led in de toets dooft.
Elke keer bij het starten van de motor
wordt de stadsmodus gedeactiveerd.
Overbelasting
Bij een zware belasting van het stuur‐
huis in de stadsmodus, bijv. bij lang‐
durig inparkeren of bij druk stadsver‐
keer, wordt het systeem gedeacti‐
veerd om oververhitting te voorko‐
men. Het stuurhuis werkt in de regu‐
liere modus totdat de stadsmodus
automatisch wordt geactiveerd.