ONDERHOUDSPROCEDURES
TYPISCH
ACHTERKANT VOERTUIG
1. Manchetten aandrijfas
2. Beschermer aandrijfas
Wielen en banden
Bandenspanning
WAARSCHUWING
De bandenspanning heeft een
grote invloed op de besturing
en stabiliteit van het voertuig.
Door een te lage spanning kan
de band leeglopen en loskomen
van het wiel. Bij overdruk kan
de band springen. Houd u altijd
aan de aanbevolen bandenspan-
ning. Regel de bandenspanning
NOOIT lager dan het minimum.
Anders kan de band loskomen
van de velg. Gebruik altijd een
handpomp, aangezien het ban-
den van het lagedruktype be-
treft.
Controleer de druk wanneer de
banden koud zijn voordat u het
voertuig gaat gebruiken. De banden-
druk verschilt naargelang de tempe-
ratuur en de hoogte. Controleer de
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
122
bandenspanning opnieuw wanneer
een van deze factoren verandert.
Voor uw comfort zit er een drukme-
ter in de gereedschapstas.
X mr
Hoewel de banden speciaal zijn
ontworpen voor offroadtoepassin-
gen, kan een lekke band nog
steeds voorkomen. Daarom wordt
aangeraden een bandenpomp en
een reparatieset mee te nemen.
Inspectie banden
Controleer de banden op beschadi-
gingen en slijtage. Vervang ze in-
dien nodig.
De banden zijn directioneel en
moeten in de juiste draairichting
gemonteerd blijven om goed te
werken.
Vervanging banden
De banden moeten vervangen
worden door een erkende Can-Am
dealer.
WAARSCHUWING
BANDENSPANNING
VOORAAN/ACHTERAAN
MAX.
48,3 kPa
MIN.
41,4 kPa