ONDERHOUDSPROCEDURES
ZEKERINGHOUDER ACHTERAAN
NR.
BESCHRIJVING
Dynamische
stuurbekrachtiging (DPS) en
F3
air controlled suspension
(ACS)
Lichten
LET OP Schakel de contact-
schakelaar altijd op UIT voordat u
een defecte lamp vervangt.
Controleer na vervanging altijd of
het licht wel werkt.
Koplampen vervangen
OPMERKING
een halogeenlamp nooit met de
blote vingers aan, want dan gaat
deze minder lang mee. Als het
glas toch wordt aangeraakt, rei-
nig het dan met isopropanol, dat
op de lamp geen laagje achter-
laat.
Koppel de connector van de lamp
los.
Draai de lamp linksom om ze uit de
houder te schroeven.
120
VERMOGEN
40 A
Raak het glas van
Trek de lamp eruit.
Installeer de verwijderde onderde-
len opnieuw correct in de omge-
keerde volgorde dan waarin u ze
heeft verwijderd.
Controleer de werking van de kop-
lampen.
Achterlicht-/remlichtlamp vervan-
gen
Draai het achterlicht linksom om
het uit de houder te schroeven.
DRAAI HET ACHTERLICHT LINKSOM OM
HET TE VERWIJDEREN
Trek het achterlicht uit de houder.
Koppel de connector van de lamp
los.
Draai de lamp linksom om ze uit
het achterlicht te verwijderen.