ONDERHOUDSPROCEDURES
Inspecteer de radiatorvinnen. Ze
moeten schoon zijn, vrij van mod-
der, vuil, bladeren en andere veront-
reinigingen die de koelprestatie van
de radiator in het gedrang kunnen
brengen.
Verwijder de drie schroeven en trek
de diamantvormige plaat ervan af
om de radiatorvinnen te bereiken.
1. Diamantvormige plaat
2. Schroeven
Verwijder zoveel mogelijk verontrei-
nigingen met de hand. Heeft u
water ter beschikking, probeer de
radiatorvinnen dan af te spoelen.
Spuit de radiatorvinnen schoon met
een tuinslang, indien mogelijk.
LET OP Maak de radiator nooit
schoon met uw handen terwijl hij
nog heet is. Laat de te reinigen ra-
diator eerst afkoelen.
OPMERKING
Let op dat u de ra-
diatorvinnen niet beschadigt bij
de reiniging. Gebruik geen werk-
tuigen/voorwerpen die de vinnen
kunnen beschadigen. De vinnen
zijn doelbewust erg dunne onder-
delen, om een efficiënte koeling
mogelijk te maken. GEBRUIK
VOOR HET SCHOONSPUITEN
ALLEEN LAGE DRUK; GEBRUIK
GEEN HOGEDRUKREINIGER.
Laat de werking van het koelsys-
teem controleren door een erkende
Can-Am dealer.
108
Motorkoelvloeistof
Motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer het koelvloeistofpeil
wanneer de motor koud is.
Voeg nooit koelvloeistof toe aan
het koelsysteem terwijl de mo-
tor heet is.
1. Verwijder de radiatorkap om het
reservoir van de motorkoeling
te bereiken.
Maak de grendels aan iedere kant
van de kap los, druk op de twee
lippen en verwijder het deksel.
1. Maak de vergrendelingen los
2. Druk op de lipjes
1. Radiatorkap
2. Wanneer het voertuig op een
vlak oppervlak staat moet het
vloeistofpeil tussen de MIN. en
MAX. merktekens van het koel-
middelreservoir staan.
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur van
minder dan 20 °C , mag het iets
onder het MIN. merkteken liggen.
OPMERKING: Zorg dat de slang
van het koelmiddelreservoir het
juiste pad volgt om na sluiting van
de dop geen hinder te hebben.